Rechtbank Noord-Holland, 30-04-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4695, 11622486
Rechtbank Noord-Holland, 30-04-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4695, 11622486
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 30 april 2025
- Datum publicatie
- 7 mei 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2025:4695
- Zaaknummer
- 11622486
Inhoudsindicatie
In deze zaak verzoeken de werknemers (twee broers van 36 en 32 jaar oud) om toekenning van o.a. een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging na een -gelijktijdig- ontslag op staande voet door werkgever, een betonbedrijf. De kantonrechter wijst deze verzoeken toe, omdat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De dringende reden hiervoor ontbreekt. Ook wordt het ZZP-verleden van één van de broers alsnog aangemerkt als arbeidsovereenkomst, wat effect heeft op de duur van de geldende opzegtermijn en de hoogte van de transitievergoeding.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: 11622486 \ AO VERZ 25-29
Beschikking van 30 april 2025
in de zaak van
1 [verzoeker 1],
woonachtig te [plaats 1] (NH),2. [verzoeker 2],
woonachtig te [plaats 2],
verzoekende partijen,
hierna samen te noemen: de werknemers
gemachtigde: mr. E.N. van Essen,
tegen
BETONBLOCK B.V.
gevestigd te Heerhugowaard,
verwerende partij,
hierna te noemen: Betonblock,
gemachtigde: mr. F.A.M. ten Broeke.
De zaak in het kort
In deze zaak verzoeken de werknemers (twee broers van 36 en 32 jaar oud) om toekenning van o.a. een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging na een -gelijktijdig- ontslag op staande voet door werkgever, een betonbedrijf. De kantonrechter wijst deze verzoeken toe, omdat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De dringende reden hiervoor ontbreekt. Ook wordt het ZZP-verleden van één van de broers alsnog aangemerkt als arbeidsovereenkomst, wat effect heeft op de duur van de geldende opzegtermijn en de hoogte van de transitievergoeding.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het verzoekschrift van werknemers d.d. 28 maart 2025 met producties;
- -
-
het verweerschrift van Betonblock d.d. 7 april 2025 met producties;
- -
-
diverse aanvullende producties van beide zijden;
- -
-
de mondelinge behandeling van 9 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- -
-
de pleitaantekeningen van de werknemers;
- -
-
de spreekaantekeningen van Betonblock.
De beschikking is bepaald op vandaag.
2 De feiten
Werknemers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], zijn broers en werkten bij Betonblock. Tot en met 24 maart 2025 was de bedrijfsnaam Legobeton B.V.
[verzoeker 1], geboren [geboortedatum 1] 1988, was sinds 1 januari 2022 in dienst bij Betonblock als Verkoopmedewerker met een bruto maandsalaris van € 5.699,91 exclusief vakantiegeld en dertiende maand. Voorafgaand aan het dienstverband was [verzoeker 1] sinds 1 januari 2016 als ZZP-er werkzaam voor Betonblock. Er bestond geen schriftelijke overeenkomst van opdracht, alleen een mondelinge afspraak.
[verzoeker 2], geboren [geboortedatum 2] 1992, was sinds 1 januari 2022 in dienst bij Betonblock, eveneens als Verkoopmedewerker, met een bruto maandsalaris van € 4.757,26 exclusief vakantiegeld en dertiende maand. Voorafgaand aan het dienstverband was [verzoeker 2] sinds 1 augustus 2021 ook als ZZP-er werkzaam voor Betonblock.
Betonblock verkoopt mallen die met beton worden volgestort. Na droging wordt de mal verwijderd en ontstaat een betonblok. Deze blokken komen voor in alle vormen en maten. Betonblock is in november 2021 overgenomen door [betrokkene 1], de laatste/huidige leidinggevende van de werknemers.
De vader van de werknemers, [betrokkene 2], heeft ook jaren als ZZP-er voor Betonblock gewerkt. In de zomer van 2024 is een geschil ontstaan tussen vader [betrokkene 2] en Betonblock en is de samenwerking tussen Betonblock en vader [betrokkene 2] geëindigd. Er was toen geen geschil tussen de werknemers en Betonblock. Zij zijn -in overleg met Betonblock- na het vertrek van vader [betrokkene 2] gewoon doorgegaan met hun reguliere werkzaamheden.
De oom van de werknemers, [betrokkene 3], is handelsagent voor Betonblock in Frankrijk.
Vóór 2023 werkte Betonblock met een registratiesysteem waarbij alle orders in Excel werden verwerkt. Rond het voorjaar van 2023 is een nieuw digitaal CRM-systeem geïntroduceerd. Dit nieuwe systeem zorgde ervoor dat klanten rechtstreeks een order via de website konden plaatsen. In de praktijk werd in 2023 en 2024, onder andere bij bestaande klanten en met handelsagent oom [betrokkene 3], ook nog via het oude Excel systeem gewerkt.
Tijdens een vergadering op 8 oktober 2024, waarvan de notulen zich bij de gedingstukken bevinden, is o.a. de instructie gegeven dat nieuwe buitenlandse klanten die via de website binnen komen, niet meer automatisch aan een lokale agent moesten worden gekoppeld.
Op 7 februari 2025 is aan werknemers een vaststellingsovereenkomst aangeboden. De werknemers hebben daarna op verzoek van Betonblock hun spullen ingeleverd en niet meer gewerkt. In de daarop volgende weken is door gemachtigden van partijen over en weer gecorrespondeerd, maar dit heeft niet geleid tot overeenstemming en/of uitdiensttreding.
Op 11 maart 2025 zijn de werknemers op staande voet ontslagen. Werknemers hebben berust in het ontslag.