Rechtbank Noord-Nederland, 09-01-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:168, 3600174
Rechtbank Noord-Nederland, 09-01-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:168, 3600174
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 9 januari 2015
- Datum publicatie
- 15 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2015:168
- Zaaknummer
- 3600174
Inhoudsindicatie
Arbeidsontbinding
Uitspraak
vonnis
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: 3600174 / CV EXPL 14-13389
Vonnis in kort geding van 13 januari 2015
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. W.T. van der Leij te Groningen.
tegen
de besloten vennootschap
SAUNA WOUDFENNEN B.V.,
gevestigd te Scharsterbrug en kantoorhoudende te Joure,
gedaagde,
gemachtigde: mr. F.F.P.M. Vermeer te Harderwijk,
Partijen zullen hierna "[achternaam]" en "de Woudfennen" worden genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure volgt uit:
de namens [achternaam] uitgebrachte dagvaarding, inclusief producties;
de voorafgaand aan de terechtzitting overgelegde producties van de zijde van zowel [achternaam] als de Woudfennen;
de mondelinge behandeling ter zitting van 11 december 2014, die met instemming van partijen gelijktijdig heeft plaats gehad met de mondelinge behandeling van het door de Woudfennen ingediende verzoekschrift strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:685 BW. Ter terechtzitting heeft [achternaam] haar eis vermeerderd. De gemachtigden van partijen hebben het standpunt van hun cliënte ter terechtzitting (voor wat betreft de Woudfennen aan de hand van schriftelijke aantekeningen) toegelicht. Van het behandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald. Bij beschikking van heden heeft de kantonrechter tevens beslist op het hiervoor bedoelde verzoekschrift.
2 De feiten
[achternaam], geboren op [geboortedag], is in [jaar] in dienst getreden bij de Woudfennen, laatstelijk in de functie van receptioniste/telefoniste, alsmede manager beauty, tegen een bruto salaris van € 2.498,03 per maand, exclusief vakantietoeslag.
Medewerkers van de Woudfennen krijgen 30% korting op cadeaubonnen die niet voor eigen gebruik mogen worden aangewend, 50% korting op eten en drinken en 30% korting op producten en diensten van de Woudfennen.
Aangekochte cadeaubonnen van de Woudfennen worden handmatig uitgeschreven, met gebruikmaking van een nummer dat door het kassasysteem automatisch aan de cadeaubon wordt toegewezen. Bestellingen van cadeaubonnen, zowel telefonisch als per e-mail, worden in een schrift bijgehouden, waarbij de naam van de klant en het nummer van de cadeaubon wordt genoteerd.
[achternaam] is sinds [oooo] arbeidsongeschikt.
Medio 2014 is de Woudfennen door De Haan Kassasystemen (hierna te noemen: De Haan), het bedrijf waarvan de Woudfennen vanaf 2009 het kassasysteem gebruikt, erop gewezen dat er onregelmatigheden voorkwamen in de kasadministratie van de Woudfennen. Vervolgens is de Woudfennen eind mei 2014 door een medewerker van de Woudfennen erop gewezen dat er cadeaubonnen waren ingeleverd met eenzelfde codenummer. Hierna heeft de Woudfennen na de zomervakantie eerst zelf onderzoek verricht, waarna ze haar bevindingen heeft voorgelegd aan onderzoeksbureau Q&A (hierna te noemen: Q&A), dat vervolgens nader onderzoek heeft verricht. Uit de onderzoeken zijn de navolgende zaken gebleken:
1) op 1 februari 2010 heeft [achternaam] een cadeaubon uitgeschreven met codenummer h 30315 ter waarde van twee maal de sauna entree (€ 44,00). Op de kassabon staat dat de gasten niet in de sauna konden vanwege damesdag en dat [naam], de eigenaresse van de Woudfennen, akkoord was met het verstrekken van de cadeaubon;
2) op 2 mei 2010 is op het openstaande saldo van [achternaam] ad € 75,55 de op 1 februari 2010 uitgeschreven cadeaubon ingelost, met gebruikmaking van de inlogcode van [achternaam];
3) op 20 juli 2011 heeft [achternaam] een cadeaubon ter waarde van € 40,00 op rekening gekocht met gebruikmaking van de 30% korting;
4) op 23 juli 2011 heeft [achternaam] met de door haar op 20 juli 2011 gekochte cadeaubon haar openstaande saldo ingelost, welk saldo deels zag op een door de Woudfennen aan [achternaam] geleverde dienst, waarop [achternaam] reeds 30% korting had ontvangen;
5) op 22 en 23 april 2012 heeft [achternaam] twee identieke cadeaubonnen uitgeschreven met codenummer h 56094 voor een bedrag van € 100,00;
6) op 23 december 2013 en 15 januari 2014 heeft [achternaam] twee identieke cadeaubonnen uitgeschreven met codenummer h 73282 voor een bedrag van € 200,00;
7) van de op 23 april en 15 januari 2014 uitgegeven cadeaubonnen zijn geen verkooptransacties in het kassasysteem terug te vinden;
8) op 21 april 2013 is de op 23 april 2012 uitgegeven cadeaubon door een klant ingeleverd;
9) op 5 april is 2014 de op 15 januari 2014 uitgegeven cadeaubon door een klant ingeleverd;
10) op 29 mei 2014 is de op 23 december 2013 uitgegeven cadeaubon door een klant ingeleverd;
11) op 30 mei 2014 is de op 22 april 2012 uitgegeven cadeaubon door een klant ingeleverd;
12) [achternaam] heeft in de periode vanaf 2009 tot en met [ccc] in een aantal gevallen consumpties en/of diensten die zij voor haarzelf heeft gekocht bij zichzelf afgerekend, daarbij een paar keer gebruik makend van de computer zonder kassalade;
13) [achternaam] heeft in een aantal gevallen de door haar met korting aangeschafte cadeaubonnen gebruikt om door haar afgenomen consumpties, producten en/of diensten mee af te rekenen, waardoor ze extra voordeel heeft genoten.
Bij brief van 22 oktober 2014 heeft de Woudfennen onder andere het volgende geschreven aan [achternaam]:
‘Hierbij bevestig ik ons plezierig onderhoud van 22 oktober 2014 waarbij jij en [mm](...) plus [ppp] aanwezig waren. We zijn onder meer overeengekomen dat je aanstaande vrijdag [datum]zult beginnen met je re-integratie bij (...) de Woudfennen. (...) Overeengekomen is om te starten met een 12-urige werkweek, opgebouwd uit drie dagen van vier uren. (...) Ik stel voor dat we opgaan naar een prettige samenwerking!’
Op [ccc] heeft de Woudfennen [achternaam] met de bevindingen zoals genoemd in rechtsoverweging 2.4 geconfronteerd in aanwezigheid van een onderzoeker van Q&A, die de onderzoeksresultaten heeft toegelicht en [achternaam] de stukken heeft getoond waaruit de bevindingen blijken. Hierop heeft de Woudfennen [achternaam] op staande voet ontslagen, welk ontslag bij brief van 12 november 2014 is bevestigd aan [achternaam].
Bij brief van [ccc] heeft de gemachtigde van [achternaam] geprotesteerd tegen het gegeven ontslag op staande voet.
In een door de Woudfennen overgelegde verklaring van 4 december 2014 van
een medewerker van haar, mevrouw [AAA](hierna te noemen: [mmmm]), is onder andere het volgende verklaard:
‘Een hotelgast checkte bij mij in en deed een (...) aanbetaling van een bedrag tussen de
€ 150,00 en € 200,00. De gast betaalde contant met onder andere drie briefjes van € 50,00. Dit waren op dat moment de enige briefjes (...) in de kassa (...). (...) [achternaam] stelde enige tijd daarna (...) dat het voor mij tijd was koffie te gaan drinken. Na terugkomst was een kassahandeling noodzakelijk, waarbij mij onmiddellijk opviel dat de drie briefjes (...) waren verdwenen. Gedurende mijn afwezigheid zijn er geen betalingen verricht en naar mijn weten is enkel (...) [achternaam] bij de kassa geweest.’
[achternaam] heeft een vijftal verklaringen overgelegd van oud medewerkers van de Woudfennen, waarin wordt aangegeven dat het door de Woudfennen gehanteerde kassasysteem onvoldoende deugt. Zo is er de ene dag sprake van een tekort in de kassa en de andere dag zit er te veel in de kassa. Ook gaf het afrekenen op rekening soms problemen. Tot slot is aangegeven dat medewerkers met gebruikmaking van de inlogcode van een andere collega kassahandelingen konden verrichten op naam van de andere collega.
3 De vordering
De gewijzigde vorderingen van [achternaam] strekken ertoe dat de kantontrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
-
voor recht verklaart dat het op [ccc] gegeven ontslag nietig is;
-
de Woudfennen veroordeelt om [achternaam] met onmiddellijke ingang weer te werk stelt en toe laat tot de bedongen werkzaamheden, zulks op straffe van een door de kantonrechter vast te stellen dwangsom;
-
de Woudfennen veroordeelt tot betaling van het loon van [achternaam] vanaf 11
november 2014, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente
vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
4. de Woudfennen veroordeelt in de kosten van deze procedure, daaronder
begrepen het salaris van de gemachtigde.
De Woudfennen voert verweer, waarbij zij heeft geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van [achternaam] in de kosten van de procedure.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.