Home

Rechtbank Noord-Nederland, 10-12-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:5676, 18.730103-14

Rechtbank Noord-Nederland, 10-12-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:5676, 18.730103-14

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
10 december 2015
Datum publicatie
10 december 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2015:5676
Formele relaties
Zaaknummer
18.730103-14
Relevante informatie
Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 57,189,289

Inhoudsindicatie

Verdachte was gedurende de dag aanwezig in de sigarenwinkel. Is aanwezig geweest bij het door anderen gepleegde geweld op het slachtoffer en heeft op enig moment tape aangegeven, waarmee het slachtoffer is vastgetaped. Verdachte is daarnaast met de inmiddels overleden medeverdachte meegereden naar de plaats waar het stoffelijk overschot van het slachtoffer is achtergelaten. Verdachte wordt vrijgesproken van het medeplegen van moord. Wel acht de rechtbank medeplichtigheid aan het medeplegen van moord bewezen. Volgt vrijspraak van het medeplegen van het verbranden van het lijk. De rechtbank acht daarnaast het misdrijf begunstiging bestaande uit het meenemen van de auto van het slachtoffer naar het buitenland (art. 189 Sr) bewezen. Het beroep op psychische overmacht wordt verworpen. De rechtbank legt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren op. Bij de oplegging van de straf is onder meer rekening gehouden met de relatief geringe bijdrage aan het strafbare feit en de omstandigheid dat verdachte buiten het onderliggende conflict stond. Daarnaast heeft de rechtbank de proceshouding van verdachte in strafverminderende zin in aanmerking genomen, nu hij als enige openheid van zaken heeft gegeven. Gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen. Geen toewijzing van de gevorderde affectieschade nu de wettelijke basis hiervoor ontbreekt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 18/730103-14

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ),

thans niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder

bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van

4 juni 2015, 18 juni 2015, 5 november 2015 en 26 november 2015.

De verdachte is op 4 juni 2015 en 18 juni 2015 verschenen, bijgestaan door

mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht. Op de terechtzitting van 5 november 2015 is verdachte niet verschenen; wel is verschenen mr. W. Hendrickx, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd. Op de terechtzitting van 26 november 2015 zijn zowel verdachte als de raadsman niet verschenen.

Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting van 4 juni 2015, 18 juni 2015 en 5 november 2015 vertegenwoordigd door mr. P.F. Hoekstra. Op 26 november 2015 werd het openbaar ministerie ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Vordering officier van justitie

Beoordeling van het bewijs

Bewijsmiddelen

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van verdachte

Strafmotivering

Benadeelde partijen

Toepassing van wetsartikelen