Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:440, LEE 16-1432
Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:440, LEE 16-1432
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 2 februari 2017
- Datum publicatie
- 14 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2017:440
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2018:3539, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- LEE 16-1432
Inhoudsindicatie
Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een hoofdgebouw. Afwijken van bestemmingsplan. Balkon (loggia) binnen twee meter van de erfgrens. Eiser heeft daarvoor geen toestemming gegeven. Evidente privaatrechtelijke belemmering. Herroeping primair besluit.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 16/1432
(gemachtigde: mr. J. Bolt),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, verweerder,
(gemachtigde: mr. J. Groot).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: A.H. Nieman, te Groningen, vergunninghouder,
(gemachtigde: mr. W.R. van der Velde).
Procesverloop
Bij besluit van 29 september 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de woning op het perceel [adres] te Groningen.
Bij besluit van 23 februari 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaarschrift van eiser ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 december 2016.
Eiser is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en vergezeld door zijn echtgenote.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, H.K. de Jonge en
E. Bechanouch.
Vergunninghouder is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
1. Bij haar oordeelsvorming betrekt de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden.
Eiser is eigenaar van de percelen [adres]
Op 29 juni 2015 heeft vergunninghouder een aanvraag om omgevingsvergunning voor het vergroten van de woning op het perceel [adres] te Groningen bij verweerder ingediend.
Deze aanvraag heeft betrekking op de volgende activiteiten:
- bouwen;
- handelen in strijd met regels van de ruimtelijke ordening.
Verweerder heeft het bouwplan ter advisering voorgelegd aan de stadsbouwmeester. In een advies van 22 september 2015 heeft de stadsbouwmeester aangegeven dat het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Bij primair besluit van 29 september 2015 heeft verweerder aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de woning op het perceel [adres] te Groningen.
Eiser heeft bij brief van 21 oktober 2015 een bezwaarschrift tegen dit besluit bij verweerder ingediend.
Eiser heeft het bezwaarschrift mondeling toegelicht op de hoorzitting van
8 december 2015 van de algemene bezwaarschriftencommissie (hierna: de commissie). Een verslag van deze hoorzitting bevindt zich onder de gedingstukken.
Naar aanleiding van de hoorzitting heeft de commissie enkele aanvullende vragen gesteld aan verweerder.
Naar aanleiding van de door de commissie gestelde vragen heeft de stadsbouwmeester op 17 december 2015 een nader welstandsadvies uitgebracht. In het nadere advies van 17 december 2015 komt de stadsbouwmeester tot de conclusie dat er positief kan worden geadviseerd voor wat betreft de aanvraag, nu die voldoet aan redelijke eisen van welstand.
De commissie heeft verweerder bij brief van 16 februari 2016 geadviseerd het bezwaarschrift van eiser ongegrond te verklaren en het primaire besluit onder aanvulling van de motivering in stand te laten.
Onder overneming van het advies van de commissie heeft verweerder met het bestreden besluit het bezwaarschrift van eiser ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd onder een aanvullende motivering.