Rechtbank Noord-Nederland, 15-09-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:3128, 8389083 VV EXPL 20-25
Rechtbank Noord-Nederland, 15-09-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:3128, 8389083 VV EXPL 20-25
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 15 september 2020
- Datum publicatie
- 15 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2020:3128
- Zaaknummer
- 8389083 VV EXPL 20-25
Inhoudsindicatie
Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) vordert in dit kort geding, samengevat, nakoming van het sociaal plan dat FNV (en anderen) met de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fresenius Hemocare Netherlands B.V. is overeengekomen. De kantonrechter komt tot het oordeel dat die vordering toewijsbaar is, behoudens voor zover het sociaal plan is gericht op beëindiging/ ontslag van de arbeidsovereenkomst van haar medewerkers. Die omstandigheid doet zich namelijk - vooralsnog - niet voor.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 8389083 \ VV EXPL 20-25
Vonnis van de kantonrechter ex artikel 254 lid 5 Rv van 15 september 2020
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV),
hierna te noemen: FNV,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. W. Smit te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Fresenius Hemocare Netherlands B.V.,
hierna te noemen: FHCN,
gevestigd te Emmer-Compascuum,
gedaagde partij,
gemachtigden: mr. W.M. Engelsman en mr. D.G. Veldhuizen te Amsterdam.
1 De procedure
Bij dagvaarding van 28 mei 2020 met 20 producties heeft FNV gevorderd om bij wege van onmiddellijke voorziening, FHCN - zakelijk weergegeven - te veroordelen tot (I a) nakoming van het sociaal plan (waaronder begrepen de onverwijlde inschakeling van een begeleidingscommissie), (I b) uitreiking van een nieuwe boventalligheidsmededeling, (I c) ongedaanmaking van de beslissingen van de bezwaarcommissie, alsmede (II) tot betaling van een bedrag van € 20.000,00, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en (III) met veroordeling van FHCN in de kosten van het geding.
Nadat de zaak op dinsdag 1 september 2020 ter terechtzitting werd behandeld, van welke behandeling aantekeningen werden gemaakt en waarbij FNV haar vorderingen - mede - aan de hand van een pleitnota heeft toegelicht en FHCN (nader) verweer heeft gevoerd, werd vonnis op heden bepaald.
De inhoud van alle stukken, waaronder de op voorhand toegezonden conclusie van antwoord van FHCN met 18 producties, ingekomen ter griffie op 12 juni 20202 en de nagezonden producties (21 tot en met 24 zijdens FNV en 19 en 20 zijdens FHCN) geldt als hier herhaald.
2 De feiten
FVN is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en heeft zich krachtens haar statuten ten doel gesteld de belangen te behartigen van werknemers, waaronder werknemers in de industriesector. FNV is bevoegd om voor dit doel collectieve arbeidsovereenkomsten, alsmede alle andere van belang zijnde regelingen tot stand te brengen met (verenigingen van) werkgevers.
FHCN exploiteert in Emmer-Compascuum een productielocatie, gespecialiseerd in de vervaardiging van medische instrumenten en hulpmiddelen.
Op 18 december 2015 is FHCN met onder meer FNV het Sociaal Plan Fresenius HemoCare Netherlands B.V. overeengekomen (hierna: het sociaal plan). Dit sociaal plan, met een looptijd van 1 oktober 2016 tot en met 30 september 2021, is aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als cao. Het sociaal plan voorziet, verkort weergegeven, bij beëindiging van het dienstverband wegens boventalligheid in een bruto beëindigingsvergoeding op basis van de oude kantonrechtersformule met een correctiefactor C van 1,3.
In het sociaal plan zijn de volgende artikelen opgenomen, voor zover van belang:
"2.1 Werkingssfeer
Dit Sociaal Plan is van toepassing op de Werknemer die gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan door of namens de directie van FHCN schriftelijk is geïnformeerd dat zijn arbeidsplaats is komen te vervallen, dan wel komt te vervallen als gevolg van reorganisatiemaatregelen, waaronder sluiting, waardoor hij boventallig is geworden of wordt.
(…)
Ontslagselectie
FHCN bepaalt of er sprake is van boventalligheid van een Werknemer. De datum van boventalligheid is de datum waarop de Werknemer schriftelijk op de hoogte is gesteld van het feit dat zijn functie zal komen te vervallen wegens reorganisatiemaatregelen. Deze datum is de datum waarop het ondernemersbesluit wordt genomen volgend op het advies van de Ondernemingsraad met betrekking tot reorganisatiemaatregelen.
(…)
Mededeling van boventalligheid
Bij verval van de bestaande functie zal de boventallige Werknemer schriftelijk worden geïnformeerd. Deze schriftelijke mededeling bevat een toelichting op de boventalligheid van de Werknemer, de voorziene Einddatum en een berekening van de Ontslagvergoeding.".
Op 22 oktober 2018 heeft Fresenius Kabi AG, het moederbedrijf van FHCN, bekendgemaakt dat de vestiging in Emmer-Compascuum stopt met de productie van bloedtransfusieproducten en dat zij overstapt op de productie van medische voeding. Fresenius Kabi AG investeert hiervoor een bedrag van € 100.000.000,00 in het opzetten van een of meer (nieuwe) productielijnen in de vestiging in Emmer-Compascuum.
Op 23 mei 2019 heeft FHCN haar ondernemingsraad om advies ex artikel 25 WOR gevraagd vanwege de voorgenomen wijziging van de productieactiviteiten op de locatie in Emmer-Compascuum. Die wijziging betreft enerzijds de gefaseerde afbouw van de zogenoemde APS productie en anderzijds de opbouw en ingebruikname van twee zogenoemde Eternal Nutrition (EN) Easy Bag productielijnen.
De adviesaanvraag vermeldt het volgende, voor zover van belang:
"We spreken van overplaatsing van boventallige medewerkers in een nieuwe uitwisselbare dan wel passende EN-functie en van plaatsing in een reeds bestaande functie.
(…)
Per het peilmoment zullen de op dat moment bestaande categorieën uitwisselbare functies (functiegroepen) komen te vervallen en de daarin voorkomende medewerkers boventallig worden verklaard.".
Op 18 juli 2020 heeft de Ondernemingsraad positief geadviseerd, waarna FHCN op 26 juli 2018 het ondernemersbesluit heeft genomen.
Op 12 december 2019 heeft DHCN een brief in twee varianten gestuurd aan al haar werknemers.
Brief 1 luidt als volgt, voor zover van belang:
"Hierbij delen wij u mede dat ten gevolge van de uitfasering van de APS productie en de vorming van de Production Unit Enternal Nutrition in Emmer-Compascuum (PU EN) alle PU-functies komen te vervallen. Daarom moet er worden vastgesteld welke PU EN-functies uitwisselbaar of passend zijn ten opzichte van de PU APS functies. Daarnaast dient te worden vastgesteld welke medewerkers in welke zogenoemde uitwisselbare of passende functies kunnen worden overgeplaatst.
De vaststelling van deze zaken gaat uit van de stand van zaken op 1 januari 2020. Wij noemen dit de peildatum.
Uw huidige functie van (…) komt te vervallen uiterlijk wanneer de APS productie in zijn geheel uitgefaseerd is. Helaas is voor u geen uitwisselbare of passende functie voorhanden waarin u rechtstreeks kan worden geplaatst wanneer uw huidige functie ophoudt te bestaan.
Er komen in de PU EN ook nieuwe functies beschikbaar die niet uitwisselbaar of passend zijn.
(…)
Wij nodigen u uit hierop te solliciteren.".
In brief 2 staat het volgende, voor zover van belang:
"Hierbij delen wij u mede dat ten gevolge van de uitfasering van de APS productie en de vorming van de Production Unit Enternal Nutrition in Emmer-Compascuum (PU EN) functies komen te vervallen. Er dient te worden vastgesteld welke PU EN-functies uitwisselbaar of passend zijn en welke medewerkers in welke zogenoemde uitwisselbare of passende functies kunnen worden overgeplaatst.
De vaststelling van deze zaken gaat uit van de stand van zaken op 1 januari 2020. Wij noemen dit de peildatum.
Uw huidige functie van (…) zal komen te vervallen, uiterlijk wanneer de APS productie in zijn geheel uitgefaseerd is. Tot ons genoegen kunnen wij u meedelen dat u zult worden overgeplaatst in de functie (…) Wij verwachten dat u zich ten volle zult inzetten in deze nieuwe functie en zorgvuldig kennis neemt van de aan deze functie gestelde criteria.
(…)
Mocht u van mening zijn dat de functie van (…) ten onrechte passend is verklaard dan wel dat zich uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden kunnen voordoen die aan uw overplaatsing in deze functie in de weg staan, dan kunt u binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het plaatsingsbesluit. Dit bezwaar kunt u indienen bij de bezwaarcommissie.".
Tussen partijen is discussie ontstaan omtrent de status/ kwalificatie van de hiervoor genoemde brieven. Volgens FNV kwalificeren deze brieven als boventalligheidsmededelingen in de zin van het sociaal plan, terwijl FHCN deze brieven aanduidt als informatiebrieven.
De interne bezwaarcommissie van FHCN, waar de onder 2.10. genoemde brief melding van maakt, heeft inmiddels 16 bezwaarschriften van medewerkers van FHCN afgehandeld.
De brieven die de bezwaarcommissie in dat verband heeft verzonden, gedateerd op 30 januari 2020, luiden als volgt, voor zover van belang:
"Voor de goede orde informeren wij u dat de brief van 12 december jl. alleen informatie geeft over rechtstreekse plaatsing in EN. Indien er sprake is van boventalligheid met eventueel ontslag als gevolg, dan zal uw werkgever u hierover te zijner tijd schriftelijk informeren en ook over welke procedures er dan gelden.".
3 De grondslag van de vorderingen en het verweer
FNV legt aan haar vorderingen, samengevat, ten grondslag dat de brieven die FHCN op 12 december 2019 aan al haar medewerkers heeft uitgereikt onder de werkingssfeer van het sociaal plan vallen. Het sociaal plan is met ingang van die datum dan ook van toepassing op alle medewerkers van FHCN en de rechten en plichten, voortvloeiend uit het sociaal plan, blijven van kracht, ook nadat de werkingsduur ervan is verstreken. Het sociaal plan heeft de status van een cao en een standaardkarakter. Gedurende de looptijd van het sociaal plan mag er niet van worden afgeweken. Dat heeft FHCN wel heeft gedaan, door het instellen van een bezwaarcommissie (in plaats van een begeleidingscommissie) met een (van het sociaal plan) afwijkende samenstelling. De taken, het toetsingskader en de procedurevoorschriften van de bezwaarcommissie zijn niet formeel geregeld. Doordat de bezwaarcommissie tot op heden 16 bezwaarschriften heeft afgehandeld, staat vast dat FHCN haar verplichtingen op grond van het sociaal plan daadwerkelijk en meermalen heeft geschonden. FNV heeft vanwege deze onrechtmatige handelwijze (im-)materiele schade veroorzaakt bij FNV. Bij wijze van voorschot vordert FNV een bedrag van € 20.000,00. FNV heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen, onder meer omdat FHCN het sociaal plan tot op heden niet nakomt en - meer bijzonder - ook niet voornemens is om een begeleidingscommissie in te stellen. Vanwege de op FNV rustende schadebeperkingsplicht, heeft zij een spoedeisend belang bij haar geldvordering.
FHCN voert gemotiveerd verweer als volgt. FNV heeft geen voldoende (spoedeisend) belang bij haar vorderingen. Op de locatie te Emmer-Compascuum is - goed en wel - sprake van gefaseerde afbouw van APS productie en opbouw van EN-productie (door FHCN crossover genoemd). Via verschillende plaatsingsrondes worden de functies van de nieuwe EN-productielijn ingevuld. Dat geschiedt zoveel als mogelijk, in lijn met de afspraak met de ondernemingsraad, met de vaste medewerkers van FHCN. Medewerkers die niet ingezet worden bij de EN-productie, behouden hun werk bij de APS-productie. Van ontslagselectie, boventalligheid en/of ontslag is nu of de komende jaren geen sprake.
FHCN heeft met de brief (brieven) van 12 december 2019 duidelijkheid willen verschaffen aan haar medewerkers over welke functies benodigd zijn en welke werknemers al rechtstreeks geplaatst kunnen worden. Dat is mede op verzoek van de werknemers/ de ondernemingsraad geschied. De brief van 12 december 2019 is allesbehalve een boventalligheidsmededeling (in de zin van artikel 5.2 van het sociaal plan), nu dat én prematuur én onuitvoerbaar zou zijn. Het is de verwachting dat pas in 2024 kan worden geoordeeld of en zo ja in welke mate sprake is van boventalligheid. FNV heeft evenmin een spoedeisend belang bij haar vorderingen. FNV heeft een bodemprocedure bij deze rechtbank aanhangig gemaakt, waarin exact dezelfde vorderingen voorliggen. FNV vordert in die procedure, net als in de onderhavige procedure, nakoming van het sociaal plan. FHCN betwist gemotiveerd dat het sociaal plan van toepassing is, zodat FNV in deze procedure feitelijk vraagt om een verklaring voor recht. Dat kan niet plaatsvinden in een kort gedingprocedure. De vraag of het sociaal plan van toepassing is of niet, hoort thuis in de reeds aanhangige bodemprocedure. Het gaat hier om een uitlegkwestie en een kort geding leent zich daar naar haar aard niet voor. FNV heeft ook geen spoedeisend belang, omdat het crossover project onder meer door Covid 19 vertraging heeft opgelopen en er (sinds de aanvraag van het kort geding) in de tussentijd ook niets is veranderd.
Mocht aan een inhoudelijke beoordeling worden toegekomen, dan komt dat volgens FHCN aan op een kwestie van uitleg. Ook in dat geval kwalificeert de brief (brieven) van 12 december 2019 niet als een boventalligheidsmededeling. FHCN heeft in verband hiermee gewezen op het begrippenkader van het sociaal plan, de boventalligheidsmededeling zoals zij die eerder heeft doen uitgaan (vanwege een eerdere reorganisatie) en de brief van de bezwaarcommissie van 30 januari 2020. Het rechtsgevolg boventalligheid is niet aan de orde, zodat het sociaal plan niet van toepassing is. Gelet hierop, kan van het instellen van een begeleidingscommissie geen sprake zijn. Er is een bezwaarcommissie ingesteld en gesteld noch gebleken is dat zij haar werkzaamheden niet naar behoren zou uitvoeren. Het gevorderde voorschotbedrag dient afgewezen te worden, onder meer omdat het sociaal plan niet van toepassing is. FNV heeft, wat FHCN betreft, ook weinig moeite gedaan om er in onderling overleg uit te komen.
Voor zover een of meerdere vorderingen van FNV mochten worden toegewezen, verzoekt FHCN de dwangsom te matigen tot een redelijk bedrag en om hiervoor een redelijke termijn te bepalen. Wat FHCN betreft, is er geen reden om een dwangsom op te leggen.
Op de stellingen en verweren van partijen zal bij de beoordeling, voor zover aangewezen, worden ingegaan.