Rechtbank Noord-Nederland, 24-06-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2158, LEE 21/471 en LEE 21/3308
Rechtbank Noord-Nederland, 24-06-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2158, LEE 21/471 en LEE 21/3308
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 24 juni 2022
- Datum publicatie
- 5 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2022:2158
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2024:2132, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- LEE 21/471 en LEE 21/3308
Inhoudsindicatie
De vraag is of verweerder terecht heeft geoordeeld dat het bewijsvermoeden niet van toepassing is op het adres van eisers. Daarbij is van belang of de woning en de garage van eisers als bijzonder kwetsbaar object te kwalificeren valt.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 21/471 en LEE 21/3308
[eiser] en [eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. L. Brouwers),
en
Instituut Mijnbouwschade Groningen (verweerder)
(gemachtigden: mr. K. Wintering en mr. S.C. Goldbohm).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen om vergoeding van schade door mijnbouwactiviteiten aan hun woning en garage. De aanvragen zijn met de besluiten van 16 januari 2020 en 1 december 2020 afgewezen. In de bestreden besluiten van 17 december 2020 en 25 augustus 2021 heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen de afwijzing ongegrond verklaard.
Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 28 april 2022 op zitting behandeld. Ter zitting zijn verschenen: eisers, de gemachtigde van eisers, deskundige W.A.B. Meiborg, de gemachtigden van verweerder en de door verweerder ingeschakelde deskundige N. Handgraaf van deskundigenbureau 10BE.