Home

Rechtbank Noord-Nederland, 22-12-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4957, LEE 21/2351

Rechtbank Noord-Nederland, 22-12-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4957, LEE 21/2351

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
22 december 2022
Datum publicatie
30 december 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2022:4957
Formele relaties
Zaaknummer
LEE 21/2351

Inhoudsindicatie

Belanghebbendheid. Afgeleid belang. Regionale vervoerder is geen belanghebbende bij het besluit van de Staatssecretaris om een specifieke uitkering aan Gedeputeerde Staten toe te kennen. De regionale vervoerder heeft slechts een afgeleid belang. Dat de specifieke uitkering bedoeld is om aan Gedeputeerde Staten middelen te verstrekken voor subsidie voor een bepaald doel maakt niet dat de belangen van de regionale vervoerder rechtstreeks zijn betrokken bij het besluit. De belangen lopen parallel. Tegen besluiten over de door Gedeputeerde Staten te verstrekken subsidie staat volwaardige bestuursrechtelijke rechtsbescherming open. De Staatssecretaris had het bezwaar van de regionale vervoerder niet-ontvankelijk moeten verklaren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 21/2351

Arriva Personenvervoer Nederland B.V., uit Heerenveen, (Arriva)

(gemachtigden: mr. R.J. de Heer en mr. A. Mahmoud),

en

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (de Staatssecretaris)

(gemachtigden: mr. D.B.G. van Duren en de heer Duits MA).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Arriva tegen het besluit van de Staatssecretaris op de aanvraag van Gedeputeerde Staten van Limburg (GS) om een specifieke uitkering. Het gaat om een specifieke uitkering op grond van de ‘Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020-2031’ (de Regeling). Met deze specifieke uitkering kunnen concessieverleners van regionaal treinvervoer subsidie verstrekken aan regionale vervoerders. De specifieke uitkering mag alleen worden gebruikt voor (de subsidiëring van) kosten van de overgang naar een Europees treinbeveiligingssysteem (ERTMS1). Arriva exploiteert regionale treinverbindingen in Limburg. Zij doet dit op grond van een concessie die haar is verleend door GS.

1.1.

De Staatssecretaris heeft met het besluit van 14 december 2020 een specifieke uitkering van € 34.469.000,- toegekend aan GS. Een deel van de gevraagde uitkering (€ 3.410.000,-) is geweigerd. De Staatssecretaris meent dat dit gedeelte niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat dit kosten betreft voor technische aanpassingen om op buitenlands spoor te kunnen rijden.

1.2.

Met het bestreden besluit van 9 juni 2021 op de bezwaren van Arriva en GS is de Staatssecretaris bij de gedeeltelijke afwijzing gebleven. GS hebben geen beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

1.3.

De Staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Arriva heeft op dit verweerschrift gereageerd.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep op 30 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens Arriva deelgenomen: de gemachtigden van Arriva, [naam 1], [naam 2] en [naam 3]. Namens verweerder waren de gemachtigden aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep