Home

Rechtbank Noord-Nederland, 21-03-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1207, 10010613 / CV EXPL 22-4098

Rechtbank Noord-Nederland, 21-03-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1207, 10010613 / CV EXPL 22-4098

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
21 maart 2023
Datum publicatie
30 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:1207
Zaaknummer
10010613 / CV EXPL 22-4098

Inhoudsindicatie

Verlofsaldo kan niet worden verantwoord in het kader van WNT en mag daarom niet worden verrekend et beëindigingsvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer: 10010613 \ CV EXPL 22-4098

Vonnis van 21 maart 2023

in de zaak van

[eiseres] ,

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,

gemachtigde: mr. D. Kneppel,

tegen

de stichting

STICHTING GROEP ZIENN-HET KOPLAND,

te Leeuwarden,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Zienn-Het Kopland,

gemachtigde: mr. J.M. Frons.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 11 oktober 2022;

- de aanvullende productie 17 van [eiseres] ;

- de aanvullende productie 9 van Zienn-Het Kopland;

- de akte eisvermeerdering;

- de aanvullende productie 10 van Zienn-Het Kopland;

- de mondelinge behandeling van 17 februari 2023.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is op 1 januari 2019 in dienst getreden als statutair bestuurder bij (de rechtsvoorganger van) Zienn-Het Kopland, sinds april 2021 handelend onder de naam Wender. Zienn-Het Kopland valt onder de Wet Normering Topinkomens (WNT). [eiseres] wordt aangemerkt als 'topfunctionaris' in de zin van artikel 1.1. van de WNT. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Sociaal Werk van toepassing voor zover de Raad van Toezicht (RvT) deze, of onderdelen daarvan, van toepassing heeft verklaard.

2.2.

Per brief van 14 juli 2020 heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht (RvT) van Zienn-Het Kopland, de heer [naam voorzitter] , aan [eiseres] meegedeeld dat haar opleidingskosten voor de opleiding Comenius Leergang European Leadership Course (hierna: de opleiding) zullen worden vergoed en dat zij in dat verband toestemming krijgt om:

"kosten van genoemde opleiding bestaande uit inschrijvingskosten en studiemateriaal (…) te declareren (…)"

Tevens is het volgende, voor zover van belang, in de brief vermeld:

"alle overige studiekosten die verband houden met voornoemde opleiding komen niet in aanmerking voor vergoeding door Stichting Zienn en Het Kopland."

2.3.

Partijen hebben enige tijd via hun gemachtigden onderhandeld om te komen tot een beëindiging van het dienstverband van [eiseres] met Zienn-Het Kopland. In dit verband is op 8 juni 2021 een eerste concept van een vaststellingsovereenkomst opgesteld.

2.4.

Partijen hebben naar aanleiding van de concept vaststellingsovereenkomst via hun gemachtigden met elkaar gecorrespondeerd. Per e-mail van 10 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiseres] het volgende, voor zover van belang, aan de gemachtigde van Zienn-Het Kopland meegedeeld:

"(…)

- Artikel 4: saldo verlofrechten per heden zoals opgenomen in de personeelsadministratie: (…) Totaal restant verlofrechten per 1 april 2022: 487,3 uur;

- Artikel 6: op basis van het in artikel 4 berekende verlofsaldo, is de verwachting dat er geen salaris in mindering behoeft te worden gebracht op de beëindigingsvergoeding.

(…)".

En op 11 juni 2021 heeft de volgende e-mail correspondentie, voor zover van belang, plaatsgevonden:

- Om 9 uur:

de gemachtigde van Zienn-Het Kopland schrijft aan de gemachtigde van [eiseres] :

(…) Alle aanpassingen, behalve die in artikel 4 en 6 rondom het vakantiedagensaldo zijn akkoord. (…) Cliënte wenst daarom dat de regeling zoals die nu in de vaststellingsovereenkomst staat blijft staan, waarbij partijen in de komende dagen in overleg met de accountant tot de juiste vaststelling van het aantal verlofuren kunnen komen. Dit werkt dan vanzelf in de vaststellingsovereenkomst door. (…)".

- Om 13.06:

de gemachtigde van [eiseres] schrijft aan de gemachtigde van Zienn-Het Kopland:

"(…) Ik kan u nog geen akkoord geven op de definitieve vaststellingsovereenkomst, omdat partijen nog geen algehele overeenstemming hebben bereikt. Uw cliënte meent dat partijen geen tijd voor tijd afspraak hebben gemaakt. Dat is voor cliënte een essentieel onderdeel van de beëindigingsregeling en als zodanig meegenomen in de totstandkoming van de afspraken, met name ten aanzien van artikel 6. (…) In die situatie had zij andere afspraken over de beëindigingsregeling gemaakt en kan deze regeling vooralsnog niet worden gerealiseerd zolang uw cliënte deze afspraak niet erkend.

(…)

Cliënte begrijpt dat de organisatie duidelijkheid nodig heeft en is bereid vandaag het communiqué te versturen, echter alleen wanneer partijen definitieve overeenstemming hebben over de beëindigingsregeling. (…)".

- Om 14.35 uur:

de gemachtigde van Zienn-Het Kopland schrijft aan de gemachtigde van [eiseres] :

"(…) Cliënte is onder het eerder genoemde voorbehoud van goedkeuring door de accountant, bereid de berekening van uw cliënte als uitgangspunt te nemen voor de vakantiedagen. Een en ander zal in de komende weken dan nog wel door uw cliënte nader moeten worden onderbouwd, vooral voor de verantwoording in het kader van de WNT.

U treft bijgaande de door cliënte ondertekende overeenkomst aan (…)".

- Om 16.18 uur:

de gemachtigde van [eiseres] schrijft aan de gemachtigde van Zienn-Het Kopland:

"U geeft aan dat de berekening van cliënte als uitgangspunt voor de vakantiedagen/verlofrechten. Als voorbehoud geldt de goedkeuring van de accountant. Met de zinsnede dat cliënte nog nader haar vakantiedagen dient te onderbouwen, is cliënte niet akkoord. En die zinsnede is overbodig nu uw cliënte al heeft aangegeven dat zij de berekening van cliënte als uitgangspunt neemt. Mocht uw cliënte onverhoopt op dat punt nog een extra voorbehoud bedoelen, dan hoor ik het graag per direct van u. In dat geval hebben partijen geen definitieve overeenstemming.

(…)

Zonder tegenbericht voor 16.30u ga ik er vanuit dat partijen definitieve overeenstemming hebben bereikt (…)".

- Om 16.26 uur:

de gemachtigde van Zienn-Het Kopland schrijft aan de gemachtigde van [eiseres] :

"Waar het voor cliënte om gaat, is dat de hoeveelheid op te nemen vakantiedagen en vooral het als gevolg daarvan niet vrijgesteld worden van werk vanuit de WNT bij de accountant dient te worden verantwoord. Een periode van vrijstelling van werk telt immers bij de ontslagvergoeding op en die mag in totaal niet meer zijn dan € 75.000,-- bruto. Aangezien uw cliënte stelt genoeg vakantiedagen te hebben is het ook aan uw cliënte om dat bij de accountant (indien hij daarom vraagt) te onderbouwen. Cliënte kan dat niet veranderen en dat WNT-voorbehoud zit dus altijd in de regeling.

Met dit voorbehoud is er dus sprake van overeenstemming.

(…)

Ik verneem graag uw bevestiging dat een en ander hiermee akkoord is.".

2.5.

In juni 2021 hebben beide partijen de (definitieve) vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst) getekend. Daarin is overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 april 2022 zal worden beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst is voorts, voor zover van belang, het volgende bepaald:

"Artikel 4

De werknemer neemt met ingang van 1 januari 2022 haar openstaande vakantiedagen op, waarna zij (indien dit saldo niet voldoende is) wordt vrijgesteld van de verplichting tot het verrichten van werkzaamheden. (…)

Artikel 6

Bij het einde van het dienstverband op grond van artikel 1 of 2 ontvangt de werknemer een beëindigingsvergoeding van in totaal € 75.000,- bruto (het maximum conform de WNT), minus de bezoldiging die is verbonden aan de eventuele periode van vrijstelling van werk als bedoeld in artikel 4 (…)

Artikel 13

De werkneemster kan de Comenius Leergang European Leadership Course afronden, zonder enige terugvordering van studiekosten".

2.6.

Bij e-mail van 15 november 2021 heeft [eiseres] een overzicht van het eindsaldo van haar verlofuren per 1 april 2022 toegezonden met een toelichting daarbij, waarbij zij uitkwam op een restant aantal verlofuren van 581,3 uren.

2.7.

Per e-mail van 28 januari 2022 heeft [eiseres] een declaratie voor verblijfkosten in verband met haar opleiding ingediend bij Zienn-Het Kopland. Per e-mail van 14 februari 2022 heeft [naam werkneemster] , werkzaam bij Zienn-Het Kopland het volgende, voor zover van belang, aan [eiseres] meegedeeld:

"Je factuur heb ik doorgestuurd naar de salarisadministratie met het verzoek deze mee te nemen in de eindafrekening als deze wordt opgesteld op datum einde dienstverband. (…)".

In de daaropvolgende periode heeft [eiseres] nog twee declaraties voor verblijfkosten ten behoeve van de opleiding ingediend.

2.8.

Per brief van 20 april 2022 heeft de gemachtigde van Zienn-Het Kopland aan de gemachtigde van [eiseres] het volgende, voor zover van belang, meegedeeld:

"Ten tijde van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst is gelet op de Wet Normering Topinkomens tussen partijen uitdrukkelijk besproken dat er maximaal een vergoeding van € 75.000,-- bruto mag worden afgesproken, in welk bedrag de waarde van een eventuele periode van vrijstelling van werk zit verdisconteerd en daarop in mindering strekt. In dat kader was en is het aan uw cliënte om te verantwoorden dat zij de periode van 1 januari 2022 (het moment dat zij feitelijk is gestopt met werken) tot 1 april 2022 met vakantiedagen kan overbruggen. Partijen hebben in artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst uitdrukkelijk met elkaar afgesproken dat, indien de accountant die verantwoording onvoldoende acht, de waarde van een eventuele periode van vrijstelling van werk in mindering zal strekken op de ontslagvergoeding van € 75.000,-- bruto. In deze breng ik u in herinnering dat dit risico nadrukkelijk in de onderhandelingen is benoemd en in de regeling zit verdisconteerd (in welk kader ik onder andere naar mijn e-mails van vrijdag 11 juni 2021 verwijs (…)).

Cliënte heeft in de afgelopen periode overleg gevoerd met haar accountant en de verantwoording van de door uw cliënte aangegeven hoeveelheid vakantiedagen (…) voorgelegd. Helaas neemt de accountant geen genoegen met de verstrekte verantwoording (…)

Op grond van de in artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst gemaakte afspraken dient dit niet verantwoorde bedrag in mindering te strekken op de ontslagvergoeding van € 75.000,-- bruto (…) Er resteert om die reden een uitbetaling van een ontslagvergoeding ter grootte van € 34.940,07 bruto (…)

Cliënte benadrukt dat zij niet onwelwillend staat in de mogelijkheid om uw cliënte te zijner tijd alsnog het restant uit te betalen, mits de daarmee overeenkomende hoeveelheid vakantiedagen daadwerkelijk door uw cliënte wordt verantwoord en de accountant dit accordeert (…)".

2.9.

Per mail van 18 mei 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] - voor zover van belang - Zienn-Het Kopland gesommeerd tot betaling van de restant beëindigingsvergoeding van € 40.059,93.

2.10.

De RvT heeft advies ingewonnen bij de heer [naam registeraccountant] , registeraccountant bij WNT Advies (hierna: [naam registeraccountant] ). [naam registeraccountant] heeft overleg gevoerd met de accountant. Mede naar aanleiding van deze gesprekken heeft de accountant op 16 september 2022 de volgende constateringen ten aanzien van de verlofuren registratie van [eiseres] , voor zover van belang, aan Zienn-Het Kopland meegedeeld:

"• Er heeft in de jaren 2019 t/m 2021 voor [eiseres] geen zichtbare registratie plaats gevonden van verlof- en meer-uren;

• Er is in de jaarrekeningen 2019 en 2020 geen reservering opgenomen voor verlof- en meeruren voor [eiseres] ;

• Het controleteam heeft tijdens de jaarrekeningcontrole 2021 geconstateerd dat er sprake is van onzekerheid over het saldo verlofuren voor [eiseres] in de Microsoft Excel specificatie die door W. Jansen (hoofd HR Wender) is opgesteld aan de hand van een outlook agenda. Voor de medewerkers van Wender worden de verlof- en meeruren vastgelegd in de applicatie Rostercas. Omdat de verlofuren niet systematisch (juist en volledig) in Rostercas waren vastgelegd voor [eiseres] heeft hoofd HR van Wender het overzicht uit Rostercas niet gebruikt maar een alternatieve berekening opgesteld met terugwerkende kracht naar 2019 aan de hand van de outlook agenda. (…)

• Outlook is een applicatie waarvan de betrouwbaarheid door ons als accountants niet kan worden vastgesteld, omdat de registratie van afspraken te allen tijde en ook met terugwerkende kracht kunnen worden aangepast.

• De verlofoverzichten uit de applicatie Rostercas die het controleteam op 7-9-2022 heeft ontvangen van Drs. H.J. vd Bosch RA dragen eveneens onvoldoende bij aan het betrouwbaar kunnen vaststellen van verlofsaldi van [eiseres] . Ook hij geeft aan in de mail dat het verlofoverzicht 2021 onvolledig en op enkele onderdelen niet juist is en tevens geeft hij in zijn mail aan dat er ten onrechte rekening is gehouden met in 2022 op te bouwen verlofuren indien de uiteindelijke conclusie is dat er geen saldo verlofuren kan worden aangetoond.

(…)

Alles overwegende zijn wij van mening dat er onduidelijkheden bestaan over het al dan niet bestaan van dan wel verrekenen van verlof- en/of meer-uren in de jaren 2019 tot en met 2021. Tevens kan de betrouwbaarheid van de verlofuren registratie onvoldoende worden vastgesteld met betrekking tot mevrouw [eiseres] . Als gevolg hiervan is er sprake van een onzekerheid in de controle van de meer-uren en ten aanzien van het saldo verlofuren van [eiseres] .

(…)

Alles overwegende en ervan uit gaande dat de WNT-verantwoording wordt opgenomen in een financieel verslaggevingsdocument van Wender over het boekjaar 2022, leiden de ontvangen concept WNT- verantwoording met betrekking tot mevrouw [eiseres] waarin rekening is gehouden met aanwezige verlofuren, tot een oordeel met beperking in de controleverklaring bij het financieel verslaggevingsdocument als geheel en mogelijk tot een rapport van bevindingen als gevolg van kwantificeerbare onzekerheid in de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband.".

2.11.

In zijn adviesrapport van 8 december 2022 heeft [naam registeraccountant] , voor zover van belang, het volgende vermeld:

"(…)

De controlerend accountant moet hierop toezien. In dit geval zal de accountant moeten vaststellen of er een saldo van minimaal 454 verlofuren (63 werkdagen x 7,2 uur) kan worden aangetoond. Dat is het aantal uren dat nodig is om de periode 1 januari tot 1 april 2022 te overbruggen. (…) De accountant gaat bij de controle uit van de verlof- en personeelsadministratie.

(….)

Omdat de accountant heeft vastgesteld dat de verlofrechten niet kunnen worden aangetoond heeft de Stichting feitelijk geen andere keuze dan het volgen van de conclusie van de accountant. Het innemen van een ander standpunt, bijvoorbeeld het gedeeltelijk erkennen van verlofrechten, zou leiden tot een uitbetaling die bij de jaarafsluiting/accountantscontrole door de accountant moet aangemerkt als onverschuldigde betaling en die moet worden gemeld bij de Minister van Binnenlandse Zaken (WNT, artikel 5.2 lid 1). De melding zal dan vervolgens worden onderzocht door de externe WNT-toezichthouder, in dit geval het CIBG. Het CIBG zal vrijwel zeker het oordeel van de accountant bevestigen en vaststellen dat de onverschuldigde betaling moet worden teruggevorderd. (…)".

2.12.

De declaraties ten behoeve van de opleiding van [eiseres] alsmede het restant van de beëindigingsvergoeding zijn tot op heden onbetaald gebleven.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert - na eisvermeerdering - dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht verklaart dat het verlofsaldo van [eiseres] per 1 januari 2022 581,3 uur bedroeg, althans een saldo dat de kantonrechter geraden acht;

II. Zienn-Het Kopland veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van € 40.059,93 bruto te vermeerderen met wettelijke verhoging vanaf 7 april 2022 tot een maximum verhoging van 50% van het loon te weten € 7.012,44 bruto alsmede wettelijke rente over het te laat betaalde loon en wettelijke verhoging vanaf 1 april 2022 of althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag;

III. Zienn-Het Kopland veroordeelt tot betaling van € 2.057,19 aan studiekosten voor de Comenius Leergang European Leadership Course te vermeerderen met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW te rekenen vanaf 1 april 2022, althans vanaf de datum waarop Zienn-Het Kopland met betaling in verzuim is geraakt tot op de dag der algehele voldoening;

IV. met veroordeling van Zienn-Het Kopland in de proceskosten, de nakosten ad € 209,- in geval van betekening en € 124,- zonder betekening, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW te rekenen vanaf de vijftiende dag na de dag van betekening.

3.2.

Zienn-Het Kopland voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] in haar vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing