Rechtbank Noord-Nederland, 11-04-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1458, 21/4160
Rechtbank Noord-Nederland, 11-04-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1458, 21/4160
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 11 april 2023
- Datum publicatie
- 17 april 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2023:1458
- Zaaknummer
- 21/4160
Inhoudsindicatie
Het beroep is gegrond omdat het college niet goed heeft gemotiveerd dat sprake is van intern salderen en dat daarom geen natuurvergunning is vereist (te lage referentiesituatie en hanteren Rav-codes). Het bestreden besluit is op dit punt in strijd met artikel 3:46 van de Awb genomen. Voor wat betreft het geuraspect is het bestreden besluit in strijd met artikel 2.1, eerste lid, van de Regeling geurhinder en veehouderij en artikel 3:46, van de Awb genomen.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 21/4160
[eiseres] , [eiseres] , eiseres
(gemachtigde: S.R. van Uffelen),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen
(gemachtigde: Th. van der Meer).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: maatschap [maatschap] (de maatschap)
(gemachtigde: S.E.H. ten Pierik).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de aan de maatschap verleende omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een vleeskalverenhouderij en de oprichting van een vleesveehouderij aan de [adres] .
Het college heeft met bestreden het besluit van 10 november 2021 een omgevingsvergunning verleend aan de maatschap. Het college heeft deze omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een kalverenstal en voor het veranderen of veranderen van de werking en het in werking hebben van de agrarische inrichting van de maatschap.
Het college heeft met een verweerschrift gereageerd op het beroep van eiseres.
Eiseres heeft nog gereageerd op het verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 28 februari 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, de gemachtigde van het college, vergezeld van M. Siersema-Van den Hof en P. van Dam en de gemachtigde van de maatschap, vergezeld van de heer en mevrouw [naam] .