Rechtbank Noord-Nederland, 04-07-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:2552, LEE 23-376
Rechtbank Noord-Nederland, 04-07-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:2552, LEE 23-376
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 4 juli 2024
- Datum publicatie
- 8 juli 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2024:2552
- Zaaknummer
- LEE 23-376
Inhoudsindicatie
Afwijzing handhavingsverzoek voor wat betreft biomassacentrale. Laat indienen van deskundigenrapportage door verweerder. Goede procesorde. Wijziging van standpunt door verweerder naar aanleiding van deskundigenrapportage. Erkenning dat de motivering van het bestreden besluit ondeugdelijk is. Geen aanleiding om de rechtsgevolgen in stand te laten nu de in deskundigenrapportage neergelegde cumulatietoets niet inzichtelijk is en is gebaseerd op onvoldoende deugdelijk onderzoek. Opdracht aan verweerder om opnieuw te beslissen op de bezwaren binnen 6 weken. Schending van de redelijke termijn wordt toegerekend aan verweerder.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
Zaaknummer: LEE 23/376
(gemachtigde: mr. A. Wouda),
en
(gemachtigde: mr. P. Mendelts).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-belanghebbende], statutair gevestigd te [plaats], derde-belanghebbende,
(gemachtigde: mr. R.J.H. Minkhorst).
Procesverloop
Bij besluit van 10 juni 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om handhavend op te treden op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) jegens de biomassacentrale van derde-belanghebbende afgewezen.
Bij besluit op bezwaar van 24 mei 2022 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit van 10 juni 2021 onder een aanvullende motivering gehandhaafd.
Tegen dit besluit op bezwaar heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank. Dit beroep is geregistreerd onder het procedurenummer LEE 22/2276. Tevens heeft eiseres de voorzieningenrechter bij brief van 3 juli 2022 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek om voorlopige voorziening is geregistreerd onder het procedurenummer LEE 22/2277.
Bij uitspraak van 14 september 2022 (ECLI:NL:RBNNE:2022:3344) heeft de voorzieningenrechter het beroep van eiseres gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van 24 mei 2022 vernietigd en bepaald dat verweerder opnieuw dient te beslissen op de bezwaren van eiseres met inachtneming van de overwegingen van de uitspraak. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter met deze uitspraak het door eiseres ingediende verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
Bij besluit van 14 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiseres (opnieuw) ongegrond verklaard en het primaire besluit van 10 juni 2021 onder een aanvullende motivering gehandhaafd.
Tegen het bestreden besluit heeft eiseres beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 mei 2024. Eiseres is vertegenwoordigd door
[naam], bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en C. Koolstra (ecoloog). Derde-belanghebbende is vertegenwoordigd door voornoemde gemachtigde, mr. M. Oude Breuil, [naam] en
[naam]
Feiten en omstandigheden
1. Bij haar oordeelsvorming betrekt de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden.
Derde-belanghebbende exploiteert een biomassacentrale op het perceel aan de [adres] te [plaats].
Eiseres heeft verweerder bij brief van 22 april 2021 verzocht om de biomassacentrale van derde-belanghebbende op voormeld perceel te [plaats] te sluiten en gesloten te houden omdat de biomassacentrale zonder de benodigde natuurvergunning op grond van de Wnb in bedrijf is.
Verweerder heeft bij brief van 26 mei 2021 aan eiseres kenbaar gemaakt voornemens te zijn om het verzoek om handhavend op te treden af te wijzen.
Verder heeft verweerder eiseres met deze brief in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.
Eiseres heeft bij brief van 29 mei 2021 een zienswijze bij verweerder ingediend.
Bij primair besluit van 10 juni 2021 heeft verweerder het verzoek van eiseres om handhavend op te treden op grond van de Wnb jegens de biomassacentrale van derde-belanghebbende afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 18 juli 2021 een bezwaarschrift bij verweerder ingediend.
Eiseres heeft de bezwaren mondeling toegelicht op een hoorzitting van
15 november 2021 van de Commissie rechtsbescherming van de provincie Drenthe (hierna: de commissie). Een verslag van deze hoorzitting bevindt zich onder de gedingstukken.
De commissie heeft verweerder bij brief van 3 januari 2022 geadviseerd om de bezwaren van eiseres ongegrond te verklaren en het primaire besluit van 10 juni 2021 in stand te laten, voor zover verweerder de onevenredigheid van de handhaving in de beslissing op bezwaar nader kan motiveren.
Bij besluit op bezwaar van 24 mei 2022 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit van 10 juni 2021 onder een aanvullende motivering gehandhaafd.
Tegen dit besluit op bezwaar heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank. Tevens heeft eiseres de voorzieningenrechter bij brief van 3 juli 2022 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 14 september 2022 (ECLI:NL:RBNNE:2022:3344) heeft de voorzieningenrechter het beroep van eiseres gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van 24 mei 2022 vernietigd en bepaald dat verweerder opnieuw dient te beslissen op de bezwaren van eiseres met inachtneming van de overwegingen van de uitspraak. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter met deze uitspraak het door eiseres ingediende verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit van 10 juni 2021 onder een aanvullende motivering gehandhaafd.
Toepasselijke regelgeving
3. De relevante regelgeving is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.