Home

Rechtbank Oost-Brabant, 09-03-2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:1214, 01/865042-16

Rechtbank Oost-Brabant, 09-03-2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:1214, 01/865042-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
9 maart 2017
Datum publicatie
9 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2017:1214
Formele relaties
Zaaknummer
01/865042-16

Inhoudsindicatie

Bewezenverklaring: door zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag, onder invloed van alcohol, op de verkeerde weghelft een fietser aanrijden ten gevolge waarvan deze fietser is overleden.

Vrijspraak roekeloos rijgedrag.

Gevangenisstraf 20 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van voorarrest.

Bijzondere voorwaarden: reclasseringscontact, meewerken aan behandeling bij GGZ in Geest en urinecontroles.

Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 5 jaar met aftrek van de tijd dat het rijbewijs al ingenomen is geweest.

Opheffing van de al geschorste voorlopige hechtenis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Strafrecht

Parketnummer: 01/865042-16

Datum uitspraak: 9 maart 2017

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1967] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] .

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 februari 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 27 januari 2017. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 23 februari 2017 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht. Met inachtneming van deze wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 09 april 2016 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, Hooghei, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, terwijl hij danig onder invloed was van alcohol en aldus niet tot behoorlijk besturen van een voertuig in staat kon worden geacht, met een alcoholgehalte dat dat aanzienlijk hoger was dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, in een flauwe bocht onvoldoende rechts te houden en/of (daarbij/daardoor) de weghelft van hem, verdachte, tegemoetkomend verkeer op te rijden en/of tegen een op die weghelft rijdende fietser aan te rijden, waardoor een ander (te weten die fietser, genaamd [slachtoffer] ) werd gedood, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet.

De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs.

De bewezenverklaring.

De strafbaarheid van het feit.

De strafbaarheid van de verdachte.

De motivering van de beslissing.

Toepasselijke wetsartikelen.

gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden;