Rechtbank Oost-Brabant, 01-06-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:2741, SHE 17/2222
Rechtbank Oost-Brabant, 01-06-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:2741, SHE 17/2222
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 1 juni 2018
- Datum publicatie
- 1 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2018:2741
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2019:2350, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- SHE 17/2222
Inhoudsindicatie
Cluster handhavingszaken.
De rechtbank heeft afzonderlijke uitspraken gedaan in 8 handhavingszaken met betrekking tot recreatiewoningen op het park ‘De Rooye Asch’ in Gemert-Bakel. In één zaak (SHE 17/1809) kunnen eisers een beroep doen op het vertrouwensbeginsel. .De gemeente heeft in een brief uit 2010 aan eisers wordt klip en klaar aangegeven dat de recreatiewoning legaal is. Eisers mochten er op basis van de brief op vertrouwen dat zij niets meer hoefden te doen om hun recreatiewoning te legaliseren, zoals het aanvragen van een omgevingsvergunning. Hierdoor hebben eisers schade geleden. Als zij in 2010 wel een legaliserende omgevingsvergunning hadden aangevraagd, dan zou deze omgevingsvergunning niet zijn getoetst aan het Bouwbesluit 2012 maar aan de in 2010 geldende bouwregelgeving. Verweerder heeft dit onvoldoende beseft in het bestreden besluit en moet een nieuwe belangenafweging maken, tussen de belangen van eisers en de belangen van de ontwikkelaar van het recreatiepark. Andere eisers kunnen op deze brief geen beroep doen. Sommige eisers wonen al lang in de recreatiewoningen en hebben gedoogbeschikkingen gehad. Zij hebben echter geen bouwvergunning voor de recreatiewoningen. De woningen kunnen worden gelegaliseerd als een omgevingsvergunning voor het bouwen van de woningen alsnog wordt verleend. Deze moet dan wel worden getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Verweerder zal wel moeten meewerken aan een afwijking van de bouwvoorschriften in het bestemmingsplan als dit nodig is om de recreatiewoningen aan te passen aan het Bouwbesluit 2012. De rechtbank beseft dat het aanpassen van de recreatiewoning aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 geld gaat kosten. Dit hoeft verweerder er niet van te weerhouden om te handhaven. Dit is uiteindelijk ook in het voordeel van eisers, zij hebben dan een recreatiewoning die ook geschikt is om te wonen.
Uitspraak
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 17/2222
[eisers] , te [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. F.K. van den Akker),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel, verweerder
(gemachtigden: mr. P. Fermont en M. Karnata).
te Amsterdam (gemachtigden: [gemachtigden] ).
Procesverloop
In het besluit van 26 oktober 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eisers een last onder bestuursdwang opgelegd om uiterlijk 1 mei 2017 de zonder vergunning gebouwde recreatiewoning op het perceel [het perceel] en de zonder omgevingsvergunning opgerichte bergingen, partytent en carport te verwijderen en verwijderd te houden. Hierbij is aangezegd dat de kosten in verband met de verwijdering van de opstallen op eisers zal worden verhaald
In het besluit van 20 juni 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers onder aanpassing van de motivering ongegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij de begunstigingstermijn voor het verwijderen van de zonder omgevingsvergunning opgerichte bouwwerken verlengd tot vijf maanden na de verzenddatum van het bestreden besluit. Aan een legalisering van de bergingen, de partytent en de carport wil verweerder niet meewerken.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Verweerder heeft de begunstigingstermijn verlengd tot zes weken na de uitspraak op het beroep.
De zaak is behandeld op 28 november 2017 samen met een aantal andere zaken. De gemachtigde van eisers is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Derde-partij is verschenen bij zijn gemachtigden.
De zaak is aangehouden met het oog op onderhandelingen tussen partijen. Partijen hebben begin mei 2018 aangegeven dat zij een uitspraak willen hebben.
Overwegingen
1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
- -
-
Eisers zijn eigenaar van het perceel [het perceel] . Op het perceel bevinden zich een recreatiewoning en een tweetal bergingen, een permanente partytent en een carport. De recreatiewoning heeft een oppervlakte van meer dan 70 m2. Voor de bouw is geen vergunning verleend.
- -
-
Op 21 juni 2013 heeft de derde-partij verweerder verzocht om op te treden tegen illegaal gebouwde recreatiewoningen en bijbehorende gebouwen op het park en tegen illegale permanente bewoning van deze woningen. Verweerder heeft een aantal handhavingsbesluiten genomen, waaronder het besluit gericht aan eisers.
- -
-
Het ter plaatse geldende bestemmingsplan is "De Rooye Asch 2013" (het bestemmingsplan). Het perceel van eisers heeft de bestemming "Recreatie-2". In de bijlage bij deze uitspraak staat een samenvatting van de relevante planregels.
2. Verweerder stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat de recreatiewoning niet in strijd is met het bestemmingsplan. De overtreding (bouwen zonder bouwvergunning) kan worden gelegaliseerd door het aanvragen van een omgevingsvergunning. Dan moet wel worden voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. De bijbehorende bouwwerken moeten hoe dan ook worden verwijderd.
Volgens eisers kan verweerder in redelijkheid niet gaan handhaven. Zij wonen ruim twintig jaar in de recreatiewoning en hebben vanaf 1993 een persoonsgebonden gedoogverklaring die in 2005 is omgezet in een persoonsgebonden overgangsrecht in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan staat niet aan vergunningverlening in de weg, maar er moeten hoge kosten worden gemaakt om de woning aan het Bouwbesluit 2012 te laten voldoen. Bovendien moet in dat geval de woning worden vergroot. Zij maken een vergelijking met de kwestie in de uitspraak van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Afdeling) van 1 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1514).
Volgens verweerder past de recreatiewoning in het geldende bestemmingsplan (waarmee de zaak verschilt van de kwestie in de door eisers genoemde uitspraak). Dit betekent echter niet dat er niet aan de eisen van het Bouwbesluit hoeft te worden voldaan. Dit kost geld, maar het is niet onevenredig om handhavend op te treden.
Het is wrang voor eisers dat zij al heel lang permanent in de recreatiewoning mogen wonen en nu met een handhavingsactie worden geconfronteerd. Het gaat echter wel om twee verschillende zaken: het toegestane gebruik van de recreatiewoning wil niet zeggen dat verweerder het ontbreken van de benodigde omgevingsvergunning door de vingers mag zien. Een omgevingsvergunning biedt verweerder ook de mogelijkheid om te toetsen of de recreatiewoning wel geschikt is om er te wonen en of deze voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Verweerder wordt niet ontslagen van zijn handhavingsverplichting door het enkele verstrijken van de tijd. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:3531). Weliswaar is de recreatiewoning niet in strijd met het bestemmingsplan, voor de bouw en het in stand houden van deze recreatiewoning is wel een omgevingsvergunning voor bouwen vereist. Dit biedt verweerder ook de mogelijkheid om zich ervan te verzekeren dat de recreatiewoning voldoet aan de veiligheids- en bruikbaarheidseisen in het Bouwbesluit 2012.
In de door eisers genoemde uitspraak overweegt de Afdeling met zoveel woorden dat een bestaande recreatiewoning waarvoor permanente bewoning is toegestaan naderhand niet meer mag worden gewijzigd, omdat dan de woning niet langer gelijk te stellen is met de woning waarvoor in het bestemmingsplan een persoonsgebonden overgangsrecht is opgenomen. Dit gebruiksrecht zou dan geen betekenis meer hebben. De rechtbank vindt de situatie waarvan in deze uitspraak sprake is niet vergelijkbaar met die van eisers. De recreatiewoning voldoet nu aan de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan. Het persoonsgebonden overgangsrecht voor het permanent gebruik van de woning blijft zijn betekenis houden. Dit zou anders zijn als voor de aanpassing van de recreatiewoning aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan nodig zou zijn en verweerder niet bereid zou zijn om af te wijken. Hiervan is echter niet gebleken. De rechtbank beseft dat het aanpassen van de recreatiewoning aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 geld gaat kosten. Dit hoeft verweerder er niet van te weerhouden om te handhaven. Dit is uiteindelijk ook in het voordeel van eisers, zij hebben dan een recreatiewoning die ook geschikt en veilig is om te wonen.
4. Daarom is het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.H.M Verhoeven, voorzitter, en mr. J.D. Streefkerk en mr. J.H.G van den Broek, leden, in aanwezigheid van R.G. van der Korput, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2018.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: