Rechtbank Oost-Brabant, 02-10-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:5646, 7781459 / EJ VERZ 19-241
Rechtbank Oost-Brabant, 02-10-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:5646, 7781459 / EJ VERZ 19-241
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2019
- Datum publicatie
- 2 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2019:5646
- Zaaknummer
- 7781459 / EJ VERZ 19-241
Inhoudsindicatie
Werkgever verzoekt, na weigering UWV, ontbinding arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Is toetsing aan artikel 7:669 lid 3 sub a BW in strijd met de vrijheid van vestiging en de vrijheid van ondernemerschap? Voorwaardelijk ontbindingsverzoek werknemer op grond van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst dadelijk of op korte tijd moet eindigen. Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werkgever. Billijke vergoeding.
Uitspraak
beschikking
Zaaknummer: 7781459 \ EJ VERZ 19-241
Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: 7781459 \ EJ VERZ 19-241
Beschikking van 2 oktober 2019
in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van de Republiek Ierland Ryanair DAC,
gevestigd te Swords, Co. Dublin (Ierland),
verzoekster,
gemachtigde: mr. L.B. de Graaf,
tegen:
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.M. Dielemans-Buiteman en mr. S.P. Verbeek-Verdoorn.
Partijen worden hierna ‘Ryanair’ en ‘ [verweerder] ’ genoemd. Waar in deze beschikking in het algemeen wordt gesproken over het cabinepersoneel, moet hieronder ook [verweerder] worden verstaan.
1 Het procesverloop
Ryanair heeft bij verzoekschrift (en aanvullend verzoekschrift) een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. [verweerder] heeft hiertegen verweer gevoerd en een voorwaardelijk zelfstandig verzoek en een onvoorwaardelijke nevenvordering ingediend. Ryanair heeft hiertegen verweer gevoerd.
De kantonrechter heeft verder kennisgenomen van:
- -
-
het faxbericht van [verweerder] van 12 augustus 2019 met als bijlage een legal opinion van prof. mr. M.S. Houwerzijl;
- -
-
de brief van 16 augustus 2019 van Ryanair, met producties 37, 38 en 39.
Op 21 augustus 2019 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Op die zitting zijn door de gemachtigde(n) van partijen pleitaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
Bij wijze van tweede termijn heeft de kantonrechter vervolgens nog kennisgenomen van:
- een schriftelijke repliek (met productie 40) van Ryanair;
- de reactie hierop (met productie 12) van [verweerder] .
Tot slot is een datum voor de beschikking bepaald.
2 Enkele, relevante feiten
Ryanair exploiteert een low-cost luchtvaartmaatschappij, waarbij uitsluitend op korte afstanden wordt gevlogen, voornamelijk binnen Europa. Zij opereert vanuit 84 bases en bedient daarbij 234 bestemmingen. Het fundament van het business model van Ryanair is flexibiliteit en efficiëntie.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] , is op of omstreeks 19 juli 2016 in dienst getreden bij (een rechtsvoorganger van) Ryanair in de functie van Customer Service Supervisor. [verweerder] behoorde tot het cabinepersoneel (Cabin Crew). Hij was laatstelijk vanaf de basis in Eindhoven werkzaam.
Tussen FNV Luchtvaart en Ryanair heeft overleg plaatsgevonden over de arbeidsvoorwaarden van het cabinepersoneel. Ook tussen de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (hierna: VNV) en Ryanair is over de arbeidsvoorwaarden onderhandeld. De onderhandelingen zijn begin augustus 2018 vastgelopen.
Het gevorderde verbod tegen de aangekondigde collectieve stakingsacties van FNV Luchtvaart en VNV is door de voorzieningenrechter afgewezen, waarna op 10 augustus 2018 door zowel het cabinepersoneel als de piloten is gestaakt.
Op 20 augustus 2018 heeft Eindhoven Airport aan Ryanair een brief geschreven over de avond/nachtklok (curfew), met voor zover relevant de volgende inhoud:
‘According to our official operational data, we noticed a significant increase of arrivals (landings) after 22:59 LT at EindhovenAirport due to late arrivals.
Arrivals after 22.59 LT are regulated in our license from the government. We are risking a decrease of our possible annual flight movements (slots) in 2019 due to breach of agreed flight movements after 22.59 LT in 2018.
Therefore, we have no other option than to mitigate actual operations and accept from September 1st 2018 until December 31th only planned slots after 22,59LT.
We would be grateful if you inform your responsible department to take the appropriate measures to maintain flights according to given slot(s), because we believe that decreasing possible annual flight movements is not something we both want to happen. We will reconsider appropriate mitigation for 2019 in Q1 2019 if needed.’
Ryanair en Eindhoven Airport hebben vervolgens, voor het eerst op 27 augustus 2018, over de curfew gecorrespondeerd.
Mevrouw [naam Director of Route Development] (hierna: [naam Director of Route Development] ), Director of Route Development bij Ryanair, heeft op 30 augustus 2018 op verzoek van de Chief Commercial Officer een interne memo geschreven met aandachtspunten voor een mogelijk besluit om Eindhoven als basis te sluiten. Deze memo begint en eindigt als volgt:
‘You asked me to check out possible closure of the Eindhoven base. We should consider the following:
(…)
I propose that we firstly see if EIN will delay the introduction of the ban, and then if we can take any further practical measures to reduce the risks. A legal letter went yesterday and we have proposed a call today.’
De heer [naam Director of Network Optimization] (hierna: [naam Director of Network Optimization] ), Director of Network Optimization bij Ryanair, heeft onderzoek gedaan naar het aantal uren dat een vliegtuig effectief per dag vliegt, de zogenaamde Aircraft Utilization (hierna: AU). Dit onderzoek is op 31 augustus 2018 afgerond. Volgens Ryanair bleek uit dit onderzoek dat de vier vliegtuigen op de basis in Eindhoven een erg lage AU hadden. Eindhoven behoorde tot de vijf bases met de laagste AU binnen heel Ryanair.
Op 3 september 2018 heeft het commerciële team van Ryanair onder andere gesproken over het rapport van [naam Director of Network Optimization] . In de notulen staat onder de naam van [naam Director of Network Optimization] onder meer vermeld: ‘Review EIN operation & plan to close base’.
Bij brief van 3 september 2018 schrijft Ryanair aan FNV Luchtvaart onder meer het volgende:
‘If we do not reach a sensible agreement with our Eindhoven Cabin Crew, which enables our low fare services to continue to operate, then your poorly thought out “ultimatum” could lead to the closure of our Eindhoven base and the loss of over 50 pilot jobs and 80 Cabin Crew jobs.’
In het ‘weekly report’ van 7 september 2018 van [naam Director of Network Optimization] staat onder ‘Minutes’ onder meer vermeld:
‘Review EIN operation & plan to close base 3 Sept
EIN reviewed (04/09) , Base closure plan will start (19/09) if required’
Op 12 september 2018 heeft Eindhoven Airport uiteindelijk besloten dat er voor de rest van 2018 geen verstrakking van de curfew zou plaatsvinden.
Op 14 september 2018 heeft Ryanair een brief gestuurd aan VNV-bestuurslid [naam VNV-bestuurslid] . De inhoud van deze brief raakt ook het cabinepersoneel:
‘(…) We are not willing to accept any more unnecessary disruptions to our business and our customers in Eindhoven, and as we explained at our recent meeting, if they continue then we will reorganise the Eindhoven base to serve our Dutch customers on aircraft bases overseas, leading to cuts in the number of bases aircraft and jobs in Eindhoven. We hope you will work with us now to avoid any such outcome. This is not a threat, but will be the inevitable consequence of any further misguided and unnecessary strike actions by our Eindhoven pilots or Cabin Crew.’
Ryanair heeft bij brief van 25 september 2018 aan VNV-bestuurslid [naam VNV-bestuurslid] herhaald dat ‘if repeated disruptions continue in EIN we will be forced to reorganise the EIN base to serve our Dutch customers on aircraft based overseas which may lead to cuts to some or all of based aircraft and jobs in EIN.’
Een tweede, aangekondigde, stakingsactie vond plaats op 28 september 2018.
Bij brief van 1 oktober 2018 is het cabinepersoneel geïnformeerd over de sluiting van de basis in Eindhoven met ingang van 5 november 2018. Voor zover relevant luidt deze brief als volgt:
‘As a result of this profit warning and the adverse trading conditions, we have announced that our base in Eindhoven will close in 5 weeks’ time i.e. on Monday 5th November.
In accordance with the mobility clause in your contract of employment you will be transferred to another Ryanair base with available position. Please ensure that your base preferences on Crewdock are up-to-date (no later than Friday 5th Oct) and we will advise you of your new base next week.’
Op 5 oktober 2018 bevestigt Ryanair aan FNV Luchtvaart dat de sluiting definitief is en wordt verwezen naar een brief van 4 oktober 2018 voor de uiteenzetting van de reden voor het sluiten van bases en bezuinigingen bij een aantal Europese luchthavens waaronder Eindhoven. Wat betreft Eindhoven Airport is nog specifiek vermeld:
‘Our Eindhoven base is suffering declining air fares, higher oil prices, and is inefficient because of curfew and movement restrictions. Over 85% of our Eindhoven traffic originates in, and can be served from, other bases and these base specific problems have been exacerbated by the FNV’s unreasonable demands and unwillingness to negotiate an agreement with Ryanair, even when we agreed in writing to offer you Dutch contracts governed by Dutch law.’
In verband met de aangekondigde sluiting hebben een aantal vliegers een kort geding tegen Ryanair aangespannen. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis van 1 november 2018 (ECLI:NL:RBOBR:2018:5330), mede gelet op de brieven van 14 september en 25 september 2018, onder meer overwogen dat:
‘In dit verband kan voorshands worden aangenomen dat het besluit tot sluiting is genomen vanwege de stakingen, en niet vanwege bedrijfseconomische redenen zoals Ryanair thans doet voorkomen. Ryanair heeft onvoldoende onderbouwd dat bedrijfseconomische redenen werkelijk de aanleiding zijn geweest voor het besluit tot sluiting. In haar brieven wordt hierover in ieder geval met geen woord gerept. Er wordt enkel en direct verwezen naar de stakingen, terwijl dit de uitoefening van een fundamenteel sociaal recht betreft (…). Een enkel, geanonimiseerd document, opgesteld door een medewerker, (mede) gebaseerd op verwachtingen voor de toekomst, overtuigt de voorzieningenrechter in ieder geval niet. Nergens uit blijkt vooralsnog dat de base in Eindhoven hoe dan ook, ongeacht de stakingsacties, zou zijn gesloten. Dit strookt ook niet met het aanbod van Ryanair om op 2 of 3 oktober 2018 verder te onderhandelen. De voorzieningenrechter komt zodoende tot de conclusie dat Ryanair het besluit tot sluiting van de base in Eindhoven niet had mogen nemen.’
Ryanair heeft op 5 november 2018 de luchthaven Eindhoven omgevormd van basis naar bestemming.
Ryanair heeft bij het UWV een collectieve ontslagvergunning aangevraagd voor het cabinepersoneel wegens bedrijfseconomische redenen, namelijk (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging.
Het UWV heeft op 19 maart 2019 beslist dat Ryanair geen toestemming krijgt om de arbeidsovereenkomst met het cabinepersoneel op te zeggen. Volgens het UWV is – kort gezegd – onvoldoende aannemelijk geworden dat de sluiting van de basis Eindhoven ten dienste stond van een doelmatige bedrijfsvoering en was ingegeven door bedrijfseconomische omstandigheden.
3 Het verzoek van Ryanair
Ryanair verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. Als gevolg van bedrijfseconomische omstandigheden is zijn arbeidsplaats op Eindhoven Airport komen te vervallen (artikel 7:671b lid 1 sub b BW in verbinding met artikel 7:669 lid 1 en 3 sub a BW). Bij de bepaling van de einddatum van de arbeidsovereenkomst moet rekening worden gehouden met de wettelijke opzegtermijn met de proceduretijd daarop in mindering gebracht.
Hoewel Ryanair van mening is dat is voldaan aan de wettelijke normen om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op grond van bedrijfseconomische redenen te ontbinden, stelt zij primair dat die normen vanwege strijd met de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU) en de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) buiten toepassing moeten worden gelaten.
Zij baseert zich hierbij op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in de zaak AGET Iraklis van 21 december 2016 (
). In dit arrest heeft het HvJEU zich uitgelaten over de toelaatbaarheid van een nationale regeling die toestemming vereist voor de uitvoering van bedrijfseconomisch ontslag in verhouding tot het Unierecht en met name de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU) en de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16 Handvest). Ryanair stelt dat het HvJEU heeft geoordeeld dat een dergelijke regeling, zoals ook hier aan de orde, de genoemde vrijheden beperkt. Dwingende redenen van algemeen belang kunnen deze beperking rechtvaardigen. Daarbij moet een afweging worden gemaakt tussen economische en sociale doelen, waarbij beoordeeld moet worden of een beperking van de genoemde vrijheden voldoet aan de evenredigheidseis. Om aan die eis te voldoen, moeten de ‘concrete uitvoeringsbepalingen’ van het nationale toetsingssysteem rusten op concrete, objectieve en controleerbare criteria.Volgens Ryanair voldoet het Nederlandse systeem van preventieve toetsing aan de a-grond van artikel 7:669 lid 3 BW (bedrijfseconomische redenen) niet aan deze eisen. In de wet noch in de Ontslagregeling noch in de Uitvoeringsregels van het UWV zijn concrete, objectieve en controleerbare criteria neergelegd, die door het UWV bij de beoordeling van een verzoek moeten worden gehanteerd. Benadrukt wordt dat dit ook geldt voor de rechter die, met uitzondering van de Uitvoeringsregels, aan dezelfde regelgeving is gebonden. Op grond van de betreffende regelgeving weet een werkgever weliswaar welke informatie hij moet aanleveren, maar is voor hem niet duidelijk onder welke ‘concrete en objectieve omstandigheden’ toestemming zal worden geweigerd. Zo is niet op basis van objectieve en controleerbare voorwaarden duidelijk wanneer precies is voldaan aan de termen ‘noodzakelijkerwijs’ en ‘doelmatige bedrijfsvoering’ als genoemd in artikel 7:669 lid 3 sub a BW. Dit leidt tot een te ruime discretionaire beoordelingsbevoegdheid en dat is in strijd met de evenredigheidseis. De nationale regeling is dus in strijd met het Unierecht en moet daarom buiten beschouwing blijven. Het gevolg hiervan is dat het UWV de toestemming voor ontslag niet had mogen weigeren, zodat in deze procedure de verzochte ontbinding al hierom moet worden toegewezen. Er is immers een bedrijfseconomische reden voor het ontslag aangevoerd en dat is voldoende. Voor inhoudelijke toetsing is geen plaats, aldus nog steeds Ryanair.
Op grond van al het voorgaande verzoekt Ryanair dat prejudiciële vragen aan het HvJEU worden gesteld (artikel 267 VWEU). Daarvoor bestaat aanleiding:
- -
-
wanneer de kantonrechter twijfelt over de juistheid van de uitleg van Ryanair van het AGET Iraklis arrest in relatie tot de Nederlandse regelgeving wat betreft de toetsing aan de a-grond van artikel 7:669 lid 3 BW, maar ook:
- -
-
wanneer de kantonrechter van oordeel is dat de Nederlandse regeling wel voorziet in criteria waaraan het UWV en de rechter zijn gebonden bij de toetsing aan artikel 7:669 lid 3 sub a BW. Dan kan namelijk nog steeds niet worden bepaald of die criteria voldoen aan de normen ‘concreet, objectief en controleerbaar’. Het HvJEU heeft immers nog geen specifieke handvatten gegeven aan de hand waarvan kan worden bepaald wanneer aan die normen is voldaan.
Voor zover de verzochte ontbinding niet al wordt toegewezen op dat wat daarover primair is gesteld, is Ryanair subsidiair van mening dat is voldaan aan de vereisten van artikel 7:669 lid 1 in verbinding met lid 3 sub a BW.
Hieraan wordt ten grondslag gelegd dat de basis al sinds 5 november 2018 is gesloten, met als gevolg dat er in Eindhoven geen werk meer is. De arbeidsplaatsen zijn komen te vervallen. Vanaf dat moment zit het cabinepersoneel, waaronder [verweerder] , betaald thuis. Dit draagt niet bij aan een doelmatige bedrijfsvoering, zodat al hierom het verzoek moet worden toegewezen.
Dit neemt niet weg, aldus Ryanair, dat aan de sluiting een bedrijfseconomische reden ten grondslag lag, namelijk het doelmatiger (efficiënter) inrichten van haar bedrijfsvoering. Ryanair legt hieraan, beknopt weergegeven, het volgende ten grondslag:
-
haar bestaansrecht als prijsvechter is mede afhankelijk van hoe efficiënt zij haar vliegtuigen inzet. Het optimaliseren van vluchtschema’s is daarvan een belangrijk onderdeel en als gevolg daarvan veranderen regelmatig bases in een bestemming (en vice versa);
-
in de loop van 2018 stonden haar bedrijfsresultaten onder druk door onder meer stijgende brandstofkosten, slotbeperkingen op luchthavens, meer concurrentie op lage ticketprijzen en beperkende maatregelen van overheden. Om te voorkomen dat zij efficiëntie zou verliezen, werd in april 2018 [naam Director of Network Optimization] aangesteld als Director of Network Optimization. Zijn belangrijkste taken zijn het optimaliseren van de AU (het aantal uren dat een vliegtuig effectief per dag vliegt) en de vluchtschema’s en het daarmee doorvoeren van verdere efficiëntieverbeteringen;
-
[naam Director of Network Optimization] concludeerde in zijn onderzoek van 31 augustus 2018 dat de AU van de vliegtuigen op basis Eindhoven tot de vijf minst efficiënte bases behoorde. Een van de redenen daarvan was dat Eindhoven op grond van het Luchthavenbesluit Eindhoven maar een beperkt deel van de dag open is (de curfew). Het gebruik van de luchthaven wordt verder beperkt door de Vergunning Burgermedegebruik exploitant Militaire Luchthaven Eindhoven. Vanwege het Luchthavenbesluit en de Vergunning was het niet mogelijk de curfew te verruimen en zo de AU te verbeteren;
-
Eindhoven Airport dreigde de curfew te verstrakken en na 1 januari 2019 mogelijk zelfs in te perken, zoals blijkt uit de brief van 20 augustus 2018. Hierdoor dreigde de al lage AU van Eindhoven nog verder te verslechteren. Dit leidde tot de memo van [naam Director of Route Development] van 30 augustus 2018;
-
Daarbij kwam dat de mogelijkheid tot het verkrijgen van extra start- en landingsslots zeer beperkt is. Ook is het aantal vroege vluchten beperkt en is de capaciteit in de avonden beperkt. Hierdoor kon nooit maximaal gebruik worden gemaakt van de periode tussen de opening van de basis en het sluiten van de curfew. Omdat Eindhoven als basis fungeerde – waarbij de vliegtuigen dus iedere nacht op die basis moeten overnachten – kon zij die capaciteitsrestricties niet vermijden;
-
Op 3 september 2018 besprak het commerciële team dat een efficiëntieverbetering mogelijk zou zijn door Eindhoven niet meer als basis te gebruiken, maar als bestemming op te nemen in het vluchtschema. De vier op Eindhoven gestationeerde vliegtuigen zouden vervolgens kunnen opereren vanuit bases met ruimere operatiemogelijkheden en (mede daardoor) een betere AU. Tijdens deze vergadering werd aldus besloten;
-
Dit besluit werd in de periode na 3 september 2018 uitgewerkt en getoetst op uitvoerbaarheid. Daaruit bleek dat Ryanair met Eindhoven als bestemming met hetzelfde aantal vliegtuigen meer vluchten kan uitvoeren dan met Eindhoven als basis (in totaal 41,2 uur per week meer, waarmee per week circa € 43.000,00 extra winst werd gegenereerd). Bovendien wordt Eindhoven na deze wijziging bediend door vliegtuigen die efficiënter worden ingezet. Dit besluit droeg dus bij aan het zo doelmatig mogelijk inzetten van haar duurste middelen.
Als gevolg van dit besluit zijn de aan basis Eindhoven gerelateerde arbeidsplaatsen komen te vervallen. Diensten van werknemers beginnen en eindigen altijd op een basis. Alleen op een basis vinden crew changes plaats. Dat de werknemers, onder wie [verweerder] , nog zijn ingeroosterd als home-standby (waarbij moest worden ingesprongen wanneer een collega van een andere basis bij een turn-around op luchthaven zou uitvallen) of airport-standby (om bezettingsproblemen op andere luchthavens op te lossen) doet er niet aan af dat de arbeidsplaatsen op Eindhoven Airport zijn vervallen.
De werknemers hebben de gelegenheid gekregen aan te geven naar welke bases hun voorkeur uitgaat bij een herplaatsing en vervolgens zijn een of meerdere herplaatsingsaan-biedingen gedaan. [verweerder] heeft geweigerd te worden herplaatst, zodat ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet volgen.
Wat betreft de hierboven weergegeven bedrijfseconomische redenen wijst Ryanair er nog op dat bij de toetsing van een dergelijk besluit een zekere mate van terughoudendheid past. In dit geval geldt dat des te meer omdat een weigering van de ontbinding zou leiden tot een beperking van zowel de vrijheid van ondernemerschap als de vrijheid van vestiging.