Rechtbank Oost-Brabant, 23-09-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4049, 21/965 T
Rechtbank Oost-Brabant, 23-09-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4049, 21/965 T
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 23 september 2022
- Datum publicatie
- 7 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2022:4049
- Zaaknummer
- 21/965 T
Inhoudsindicatie
Geurbeheersplan, legaliseren afwijkend bouwen
De zaak gaat over een omgevingsvergunning voor de wijziging van een veehouderij. De hoogte van stal A wijzigt ten opzichte van de situatie die is vergund in de eerder verleende omgevingsvergunning. De draagconstructie wijzigt en de bakken waarin de luchtwassers hangen, worden hoger, waardoor het bouwvolume (iets) wordt uitgebreid Voor deze wijziging is wel een omgevingsvergunning voor bouwen nodig en die is niet verleend in de omgevingsvergunning. Nu verweerder vergunninghouder niet in de gelegenheid heeft gesteld om deze toestemmingen gelijktijdig aan te vragen, heeft verweerder het bestreden besluit genomen in strijd met artikel 2.7 van de Wabo. In dit geval is sprake van een overbelaste situatie omdat de geurbelasting van de veehouderij op twee geurgevoelige objecten hoger is dan de geurnormen in de gemeentelijke geurverordening. Daarom kan geurhinder op minimaal twee gevoelige objecten worden verwacht. De rechtbank is verder van oordeel dat de monitoring van de werking van de luchtwasser op basis van het Activiteitenbesluit niet kan worden beschouwd als een afdoende protocol voor monitoring van geur. Verweerder had vergunninghouder moeten verplichten een geurbeheersplan op te stellen met een protocol voor de monitoring van geur. In de tussenuitspraak krijgt verweerder de gelegenheid deze en andere gebreken te herstellen.
Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 21/965T
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 23 september 2022 in de zaak tussen
Stichting Groen Kempenland uit Bladel,
Stichting Milieuwerkgroep Kempenland te Bergeijk,
Milieuvereniging Bladel te Hapert,
eisers,
(gemachtigde: [naam] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel (verweerder)
(gemachtigden: A.J.H.A Verkooijen en ing. H.B.M. van Riet).
Als derde-partij neemt aan het geding deel: [derde belanghebbende] te [woonplaats] ,
vergunninghouder.