Home

Rechtbank Oost-Brabant, 06-10-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4211, 21/1176 en 21/1288 en 21/1374

Rechtbank Oost-Brabant, 06-10-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4211, 21/1176 en 21/1288 en 21/1374

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
6 oktober 2022
Datum publicatie
6 oktober 2022
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2022:4211
Zaaknummer
21/1176 en 21/1288 en 21/1374

Inhoudsindicatie

Vleeskuikenbedrijf, toetsing aan IOV, Beh

De zaak gaat over een omgevingsvergunning voor een uitbreiding van een vleeskuikenbedrijf in Deurne naar 256.690 vleeskuikens. In de omgeving wonen meerdere eisers die het er niet mee eens zijn. Verweerder lijkt ook te stellen dat er daarom geen redenen zijn om de omgevingsvergunning te weigeren en dat de omgevingsvergunning dus moet worden verleend. Dat is niet zo. Als verweerder afwijkt van het bestemmingsplan , moet hij alle belangen meewegen en kijken de omgevingsvergunning voor derden niet onevenredig is. Hierbij kan verweerder onder meer nagaan of door alternatieven of door aanvullende maatregelen of voorschriften een voldoende evenwicht tussen de belangen van het bedrijf inclusief uitbreiding en de belangen van omwonenden blijft bestaan. In het bedrijf wordt een oude bestaande varkensstal gesloopt en vervangen door een nieuwe kippenstal. De rechtbank vindt het niet juist dat een bestaand recht op het in werking hebben van de oude varkensstal die niet voldoet aan de grenswaarde in het Besluit emissiearme huisvesting en de best beschikbare technieken de mogelijkheid zou bieden om juist meer vleeskuikens te houden in de nieuwe situatie. Het bedrijf heeft op deze manier de mogelijkheid om meer dieren te houden. Dit staat haaks op de doelstelling van de best beschikbare technieken, namelijk een betere bescherming van het milieu (en in dit geval de omwonenden). Gelet op de dwingende verplichtingen in artikel 2.31 en 2.33 van de Wabo had de gemeente bij vergunningverlening kritischer moeten kijken welke emissieruimte bij toepassing van de best beschikbare technieken binnen de bestaande inrichting kan worden ingezet bij de verlening van een vergunning voor een nieuwe vleeskuikenstal. Daarnaast ziet de rechtbank nog meerdere gebreken in de beoordeling van de geluidsoverlast van het bedrijf en had de gemeente moeten kijken of er meer maatregelen konden worden getroffen om de endotoxinen uitstoot te beperken. De vergunning wordt daarom vernietigd.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummers: SHE 21/1176, SHE 21/1288 en SHE 21/1374

[naam] uit [woonplaats] , eiser 1,

(gemachtigde: mr. A.A.M. van Hoorn),

[naam] , [naam], [naam] en [naam] uit [woonplaats] , eisers 2,

(gemachtigde: mr. V. Wösten),

[naam] , uit [vestigingsplaats] , eiseres 3,

(gemachtigde: mr. V. Wösten),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne (verweerder)

(gemachtigden: [naam] , [naam] , mr. J.H. Baudoin, [naam] en [naam] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [naam] B.V. te [vestigingsplaats] ,

(vergunninghoudster), (gemachtigde: mr. J.J. de Rooij).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen het besluit van 6 april 2021 (bestreden besluit) waarin verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning heeft verleend voor de uitbreiding van het bedrijf met twee nieuwe pluimveestallen op het perceel [adres] (de projectlocatie).

Het beroep van eiser 1 is geregistreerd onder zaaknummer SHE 21/1176, dat van eisers 2 onder zaaknummer SHE 21/1288 en dat van eiseres 3 onder zaaknummer SHE 21/1374.

In de zaken is een inlichtingencomparitie gehouden op 21 december 2021. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. De zaken zijn vervolgens gevoegd.

De rechtbank heeft een verzoek tot beperking van de kennisneming van door vergunninghoudster overgelegde stukken (als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht, Awb) afgewezen in een beschikking van 9 maart 2022.

Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift en een aanvullend verweerschrift. Vergunninghoudster heeft ook schriftelijk gereageerd.

De rechtbank heeft de beroepen op 10 mei 2022 op zitting behandeld, gelijktijdig met de zaak 21/2717. Hieraan hebben deelgenomen: - eiser 1, bijgestaan door zijn gemachtigde - eisers 2, bijgestaan door hun gemachtigde- de gemachtigde van eiseres 3- de gemachtigden van verweerder- [naam] namens vergunninghoudster, vergezeld door [naam] ,[naam] en de gemachtigde.

Na de zitting hebben partijen de gelegenheid gekregen schriftelijk te reageren op nadere stukken die niet volledig waren overgelegd of niet volledig waren doorgezonden naar de andere partijen. Daarop heeft verweerder gereageerd. Geen van de partijen heeft aangegeven prijs te stellen op een tweede zitting. Daarna heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet geurhinder en veehouderij (Wvg)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied

IOV