Rechtbank Oost-Brabant, 12-10-2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4952, 10688882
Rechtbank Oost-Brabant, 12-10-2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4952, 10688882
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 oktober 2023
- Datum publicatie
- 18 oktober 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2023:4952
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2024:1871
- Zaaknummer
- 10688882
Inhoudsindicatie
De arbeidsovereenkomst van een werkneemster die zich heeft ziek gemeld om bij de bruiloft van haar oom te kunnen zijn, terwijl zij niet ziek was, wordt ontbonden. Aan werkneemster wordt een transitievergoeding, maar geen billijke vergoeding toegekend.
Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer / rekestnummer: 10688882 \ EJ VERZ 23-427
Beschikking van 12 oktober 2023
in de zaak van
TRANSAVIA AIRLINES C.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Schiphol,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Transavia,
gemachtigde: mr. R.C.M. Andriessen,
tegen
[verweerster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerster] ,
gemachtigde: mr. M.A. Visser.
1 De kern van de zaak en de uitkomst
[verweerster] heeft zich, nadat eerdere verlofaanvragen waren afgekeurd, ziek gemeld om bij de bruiloft van haar oom te kunnen zijn, terwijl ze niet ziek was. Transavia vindt dat verwijtbaar en verzoekt ontslag. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden, met toekenning aan [verweerster] van een transitievergoeding maar geen billijke vergoeding. Het oordeel van de kantonrechter wordt hierna toegelicht.
2 Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- -
-
het verzoekschrift van Transavia met 21 producties;
- -
-
het verweerschrift met 9 producties;
- -
-
de akte van Transavia met producties 22 t/m 28.
Op 28 september 2023 heeft de mondelinge behandeling (zitting) plaatsgevonden. Daarbij waren namens Transavia aanwezig mw. [A] (senior labour relations & employment counsel), mw. [B] (unit coach) en mw. [C] (HR Business Partner), bijgestaan door mr. L.G. Krijgsheld. [verweerster] was aanwezig en werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.A. Visser. Mr. Krijgsheld heeft spreek-aantekeningen overgelegd, die zij ter zitting heeft voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Aan het einde van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat uiterlijk 26 oktober 2023 schriftelijk uitspraak zal worden gedaan.
3 De achtergrond van de zaak
[verweerster] is op [datum] 2016 bij Transavia in dienst getreden als Cabin Attendant. Met ingang van 1 april 2023 vervult [verweerster] de functie van Purser tegen een salaris van € 2.936,92 bruto, exclusief 8% vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering van 8,33% en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst zijn de cao Transavia Cabinepersoneel en de Transavia Gedragsregels van toepassing.
Op 3 mei 2023 heeft [verweerster] zich vanwege een acute medische aandoening ziek gemeld. In de probleemanalyse die op 9 juni 2023 is opgesteld is onder meer het volgende vermeld:
“Uw medewerker kampt met beperkingen op het gebied van algemeen persoonlijk en sociaal emotioneel functioneren. Aard en oorzaak zijn bekend en betrokkene wordt adequaat behandeld. (…)
De belastbaarheid van betrokkene neemt langzaam maar zeker toe. (…)
Ik verwacht een volledig herstel en re-integratie per begin juli. (…)
In afwachting van herstelmelding is geen vervolgafspraak gemaakt. Indien herstel uitblijft en/of de re-integratie stagneert spreek ik betrokkene graag weer. (…)”
Vanaf 1 juli 2023 heeft [verweerster] een viertal vluchten als Cabin Attendant uitgevoerd. Vanaf 5 juli 2023 is zij ingeroosterd als Purser en is zij hersteld gemeld.
Op 30 juni 2023 heeft [verweerster] een verzoek ingediend voor het opnemen van vakantie op donderdag 13 juli 2023 om bij de bruiloft van haar oom te kunnen zijn. Het verzoek is op 12 juli 2023 afgewezen, omdat de planning van Transavia het niet toeliet. Vervolgens heeft [verweerster] op 12 juli om 17:07 uur en 20:02 uur aanvragen ingediend voor het opnemen van een snipperdag op 13 juli 2023. Ook deze aanvragen zijn afgewezen. Ten slotte heeft [verweerster] op woensdagavond 12 juli 2023 om 20:36 uur contact opgenomen met haar leidinggevende, mevrouw [B] (hierna: [B] ), met de vraag of [B] iets voor haar zou kunnen betekenen. [B] heeft daarop contact gehad met de planningsafdeling en het Unit Coach Team. Op donderdagochtend 13 juli 2023 heeft [B] telefonisch aan [verweerster] te kennen gegeven dat het gelet op de planning niet mogelijk was die dag verlof op te nemen. Hierop kondigde [verweerster] aan dat zij zich ziek zou gaan melden. In reactie daarop heeft [B] aangegeven dat een onterechte ziekmelding consequenties heeft. Na afloop van het telefoongesprek heeft [verweerster] zich ziek gemeld.
Op 14 juli 2023 heeft [verweerster] zich beter gemeld.
Op 17 juli 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster] , [B] en mevrouw [C] (HR Business Partner). Tijdens het gesprek heeft [verweerster] erkend dat zij zich onterecht heeft ziek gemeld. In het gesprek is aan [verweerster] meegedeeld dat Transavia niet met haar verder wilde gaan. Diezelfde dag is [verweerster] van het rooster gehaald.
Op 24 juli 2023 heeft [verweerster] zich ziek gemeld.
Bij brief van 25 juli 2023 heeft Transavia aan [verweerster] meegedeeld dat zij een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter zal starten.
Op 17 augustus 2023 heeft de arboverpleegkundige [verweerster] gesproken. In het advies dat naar aanleiding daarvan is opgesteld staat onder meer het volgende:
“(…) Uw medewerker kampt met beperkingen op het gebied van dynamisch handelen; bukken, tillen, sjouwen, hurken en knielen. Aard en oorzaak van de beperkingen zijn nog in medisch specialistisch onderzoek. De belastbaarheid van betrokkene is op dit moment te laag om weer (gedeeltelijk) te re-integreren. (…)”
Op 7 september 2023 heeft een vervolgafspraak bij de arboverpleegkundige plaatsgevonden. In het daaropvolgende advies staat het volgende vermeld:
“(…) Uw medewerker kampt nog immer met de eerder beschreven beperkingen. Betrokkene wordt adequaat behandeld en aard en oorzaak van de beperkingen is nog in medisch specialistisch onderzoek. De belastbaarheid van betrokkene is momenteel laag. Op dit moment kan uw werknemer in afwachting van het resultaat van onderzoek nog geen start maken met re-integreren. (…)”
[verweerster] is nog altijd arbeidsongeschikt. Op 20 oktober 2023 wordt zij geopereerd.