Home

Rechtbank Oost-Brabant, 28-03-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:1252, 24/907

Rechtbank Oost-Brabant, 28-03-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:1252, 24/907

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
28 maart 2024
Datum publicatie
2 april 2024
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:1252
Zaaknummer
24/907

Inhoudsindicatie

Het college heeft een last onder bestuursdwang opgelegd om een einde te maken aan het los storten van afvalstoffen in de opslagloods en de opslag van banden en elektronisch afval bij een afvalverwerker. De rechtbank is van oordeel dat het college deze last onder dwangsom mocht opleggen. De last onder dwangsom is op 21 december 2023 opgelegd voor een overtreding die vóór dat tijdstip is begaan. De voorzieningenrechter staat stil bij de gevolgen van de redactie van artikel 4.23 van de Invoeringswet Omgevingswet voor lasten die strekken tot het beëindigen en beëindigd houden van overtredingen. De voorzieningenrechter maakt echter op dit moment geen keuze omdat niet in geschil is of de last is uitgevoerd en dat deze voorlopige voorzieningen procedure zich hier niet voor leent.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 24/907

uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 maart 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [vestigingsplaats] , verzoekster

en

het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, het college

(gemachtigden: mr. S.J.S. van Gils, mr. P.P.G. Wintjes en T.A.P. Oortmans).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening in een zaak over het opleggen van een last onder dwangsom op 21 december 2023 voor het los storten van afvalstoffen in de opslagloods en de opslag van banden en elektronisch afval aan de [adres] in [woonplaats] .

1.1.

Met het bestreden besluit van 21 december 2023 heeft het college deze last opgelegd. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

1.2 .

Het college heeft de aan de last verbonden begunstigingstermijn verlengd totdat op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening is beslist.

1.3.

Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] namens verzoekster en de gemachtigden van het college.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Bijlage

Voorschrift 4.1.2 van de vergunning van 2014

Voorschrift 1.1.1 van de vergunning van 2018