Rechtbank Oost-Brabant, 15-05-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2117, SHE 24/1979
Rechtbank Oost-Brabant, 15-05-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2117, SHE 24/1979
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 mei 2024
- Datum publicatie
- 16 mei 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2024:2117
- Zaaknummer
- SHE 24/1979
Inhoudsindicatie
De rechtbank is van oordeel dat op de aanvraag de kruimelgevallenregeling van toepassing is (artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2, van de Wabo, in combinatie met artikel 4, aanhef en onderdeel 9, van bijlage II bij het Bor). De wet maakt het mogelijk om niet alleen sec voor de huisvesting van asielzoekers maar ook voor de ondersteunende faciliteiten deze procedure toe te passen.
Het beroep van het COA over het niet tijdig beslissen is gegrond verklaard. Niet in geschil is dat het college van B&W te laat was.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen het college alsnog op de aanvraag moet besluiten bepaald op drie weken na de dag van verzending van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak. Voor iedere dag dat het college later een besluit bekend maakt, verbeurt het een dwangsom van 500 euro per dag met een maximum van 15.000 euro.
Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 24/1979 mondeling
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, het COA
(gemachtigden: mr. [naam] en mr. [naam] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck, het college
(gemachtigde: mr. [naam] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van het COA dat zij heeft ingesteld vanwege het uitblijven van een beslissing door het college op haar aanvraag om een omgevingsvergunning van 10 juli 2023 voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het voortzetten van de opvang van asielzoekers in de voormalige NassauDietzkazerne te Budel.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 15 mei 2024 op een zitting behandeld. Hierbij waren de gemachtigden van het COA aanwezig tezamen met [naam] en [naam] , beiden werkzaam bij het COA, en de gemachtigde van het college vergezeld door [naam] , werkzaam bij de gemeente.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk – mondeling – uitspraak gedaan op basis van de stukken en de zitting. Daarbij heeft de rechtbank partijen laten weten dat de gronden en feiten en omstandigheden in dit proces-verbaal worden uitgewerkt en de motivering van de uitspraak kan worden aangevuld.