Home

Rechtbank Oost-Brabant, 19-02-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:593, 10791985 \ CV EXPL 23-6914

Rechtbank Oost-Brabant, 19-02-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:593, 10791985 \ CV EXPL 23-6914

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
19 februari 2024
Datum publicatie
27 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:593
Zaaknummer
10791985 \ CV EXPL 23-6914

Inhoudsindicatie

kort geding: vordering tot wedertewerkstelling in vestiging Eindhoven afgewezen; werkgever heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een zwaarder wegend belang heeft bij de uitvoering van het verbeterplan in haar vestiging in Apeldoorn.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Eindhoven

Zaaknummer: 10791985 \ CV EXPL 23-6914

Vonnis in kort geding van 19 februari 2024

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. M.A.F.J. Hupkes – van den Brink,

tegen

PROCESSIONALS B.V.,

gevestigd te Apeldoorn,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Processionals,

gemachtigde: mr. S. Coerts.

1 De procedure

1.1.

De procedure is ingeleid door de dagvaarding met producties 1 tot en met 7, die op 5 januari 2024 aan Processionals is betekend. Hierna heeft [eiser] de aanvullende producties 8 tot en met 14 in het geding gebracht. Processionals heeft aan haar zijde de producties 1 tot en met 4 overgelegd.

1.2.

Op 26 januari 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Processionals heeft mondeling verweer gevoerd en haar gemachtigde heeft spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken. Tijdens de mondelinge behandeling hebben [eiser] en Processionals een regeling getroffen die strekte tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Die regeling is vastgelegd in een proces-verbaal.

1.3.

Bij brief van 7 februari 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] de rechtbank kenbaar gemaakt dat [eiser] een beroep heeft gedaan op de bedenktermijn, opgenomen in regeling, en vonnis vraagt.

1.4.

De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2 De feiten

2.1.

Processionals is een onderneming die zich richt op de bemiddeling, werving en selectie en detachering van technisch personeel. Haar hoofdvestiging is gelegen in Apeldoorn. Daarnaast heeft Processionals drie (kleine) vestigingen in respectievelijk Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam.

2.2.

[eiser] is op [datum] 2021 bij Processionals, althans haar rechtsvoorganger, in dienst getreden in de functie van Manager recruitment met als standplaats [plaats] . Uit hoofde van zijn functie geeft [eiser] leiding aan een team van twee recruitment consultants in de vestiging van Processionals in [plaats] . Aanvankelijk zijn partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met de duur van één jaar aangegaan. De arbeidsovereenkomst is per [datum] 2022 omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

2.3.

Op 6 oktober 2023, één dag voor de vakantie van [eiser] , heeft Processionals telefonisch aan hem kenbaar gemaakt dat zij signalen heeft ontvangen dat het team van [eiser] kritiek heeft op zijn managementstijl.

2.4.

Op 25 oktober 2023, direct na de vakantie van [eiser] , heeft een gesprek plaatsgevonden waarbij Processionals aan [eiser] heeft aangegeven dat zij niet wenst dat hij terugkeert als Manager recruitment van haar vestiging in [plaats] . Processionals heeft daarbij voorgesteld om met elkaar in gesprek te gaan over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Processionals heeft op dat moment [eiser] ’s toegang tot een deel van haar (digitale) systemen geblokkeerd.

2.5.

Per e-mail van 30 oktober 2023 heeft Processionals aan [eiser] een voorstel ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedaan. [eiser] heeft dit voorstel niet geaccepteerd.

2.6.

Op 3 november 2023 heeft [eiser] Processionals via zijn gemachtigde verzocht om hem toe te laten tot de werkvloer, hetgeen Processionals heeft geweigerd. Per diezelfde dag heeft Processionals [eiser] ’s toegang tot het resterende deel van haar (digitale) systemen geblokkeerd.

2.7.

Op 5 december 2023, nadat de gemachtigden van partijen met elkaar hadden gecorrespondeerd, heeft Processionals aan [eiser] een verbeterplan toegestuurd. Daarin zijn de volgende verbeterdoelstellingen opgenomen:

-

“Marktkennis op het gebied van zowel klanten als kandidaten opdoen en verbeteren

-

Kennis op het gebied van Salesforce verbeteren

-

Zorg dragen van een juiste organisatie en planning van jouw werkzaamheden en daarnaast alleen datgene oppakken wat binnen jou functie hoort.

-

De toon van zowel de schriftelijke als mondelinge communicatie verbeteren

-

Het aanpassen van de managementstijl (van directief leiderschap naar coachend leiderschap)”

Processionals verlangt dat [eiser] het verbetertraject in haar vestiging in Apeldoorn volgt.

2.8.

Kort hierna heeft [eiser] zich ziek gemeld.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert – samengevat – bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Processionals om hem binnen 24 uur na betekening van het vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden horende bij zijn functie te hervatten vanuit de standplaats [plaats] met alle bevoegdheden en faciliteiten, toegang tot de systemen, die hij krachtens de arbeidsovereenkomst geniet, voor zover de bedrijfsarts hem hiertoe in staat acht, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor elke dag of gedeelte daarvan dat Processionals in gebreke blijft daaraan te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de dwangsom en met veroordeling van Processionals in de proceskosten.

3.2.

Hieraan legt [eiser] – samengevat – het volgende ten grondslag. Processionals stelt zich ten onrechte op het standpunt dat sprake is van disfunctioneren en/of een verstoorde arbeidsrelatie. Indien Processionals meent dat [eiser] onvoldoende functioneert en dat dit disfunctioneren heeft geleid tot onrust binnen zijn team, dient zij met hem in gesprek te gaan over de verbeterpunten en een verbeterplan op te stellen. Processionals heeft dat niet gedaan, maar direct aangestuurd op een einde van het dienstverband. Voorafgaand aan 6 oktober 2023 heeft Processionals [eiser] nooit aangesproken op zijn functioneren. [eiser] heeft goede beoordelingen ontvangen, zijn arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd verlengd en hij heeft een loonsverhoging ontvangen. [eiser] herkent zich niet in de gestelde kritiek vanuit zijn team. Het aangeboden verbeterplan is niet deugdelijk omdat het is gericht op [eiser] en de directie van Processionals in Apeldoorn en niet op zijn team in [plaats] . Processionals heeft geen redelijke of zwaarwegende grond om de standplaats en functie-inhoud eenzijdig te wijzigen.

3.3.

Processionals voert – samengevat – het volgende verweer dat strekt tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

Processionals erkent dat zij te kort door de bocht is gegaan door direct aan te sturen op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, nadat zij kritiek over het functioneren van [eiser] vanuit zijn team had ontvangen. [eiser] dient in de gelegenheid te worden gesteld om zijn functioneren te verbeteren. Processionals heeft hiertoe een verbeterplan opgesteld en [eiser] op zijn verzoek weer te werk gesteld. Op basis van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen eenzijdig-wijzigingsbeding kan Processionals de standplaats tijdelijk wijzigen. Processionals heeft een zwaarwichtig en gerechtvaardigd belang dat [eiser] het verbetertraject in Apeldoorn volgt. Enerzijds omdat de personen die [eiser] moeten gaan begeleiden en coachen in Apeldoorn werkzaam zijn en anderzijds omdat de recruitment consultants in [plaats] zich niet prettig voelen bij zijn manier van leidinggeven. Zij hebben aangegeven dat zij een andere baan gaan zoeken, als [eiser] in zijn functie terugkeert. [eiser] dient daarom eerst het verbetertraject te doorlopen, zodat hij op een positieve manier leiding kan geven en pas daarna zal hij de relatie met zijn team moeten herstellen.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling