Rechtbank Overijssel, 13-02-2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:651, 0809936619
Rechtbank Overijssel, 13-02-2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:651, 0809936619
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 13 februari 2020
- Datum publicatie
- 27 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2020:651
- Zaaknummer
- 0809936619
Inhoudsindicatie
Een man wordt veroordeeld voor het onzedelijk betasten van twee jonge vrouwen in een café in Hardenberg.
Uitspraak
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.099366.19 (P)
Datum vonnis: 13 februari 2020
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.
1 Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 januari 2020. Verdachte is niet verschenen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie S. Markink-Grolman.
2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: aangeefster [aangeefster 1] op 3 maart 2019 in een café te Hardenberg in haar borsten heeft geknepen en haar billen heeft betast
feit 2: aangeefster [aangeefster 2] op 3 maart 2019 in een café te Hardenberg haar billen heeft betast.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 3 maart 2019 te Hardenberg,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door onverhoeds te handelen,
[aangeefster 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (onverhoeds) met zijn handen glijden over haar billen en/of betasten van haar billen en/of (vervolgens) knijpen in haar borsten;
2.
hij op of omstreeks 3 maart 2019 te Hardenberg,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door onverhoeds te handelen,
[aangeefster 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (onverhoeds) aanraken/betasten van en/of slaan op haar billen.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.