Home

Rechtbank Overijssel, 24-05-2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:1646, 9648587 \ CV EXPL 22-142

Rechtbank Overijssel, 24-05-2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:1646, 9648587 \ CV EXPL 22-142

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
24 mei 2022
Datum publicatie
9 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2022:1646
Zaaknummer
9648587 \ CV EXPL 22-142

Inhoudsindicatie

Werkgever heeft opgebouwde min-uren die zijn ontstaan ten tijde van een noodzakelijke bedrijfssluiting vanwege corona verrekend met het vakantiegeld van werknemer. Er is niet komen vast te staan dat partijen dit overeen zijn gekomen. Op grond van artikel 7:628 lid 1 BW is de werkgever verplicht het loon te voldoen indien de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij dat geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer dient te komen. Deze bepaling ziet op de vraag wie het risico draagt voor niet verrichte arbeid en legt dit risico in beginsel bij de werkgever.

Uitspraak

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer : 9648587 \ CV EXPL 22-142

Vonnis van 24 mei 2022

in de zaak van


[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,

eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,

gemachtigde: mr. Van Wattum van Anker Rechtshulp B.V.,

tegen

de besloten vennootschap HET WOONCENTRUM B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,

gedaagde partij, hierna te noemen Het Wooncentrum,

verschenen bij haar eigenaren de heer [A] en mevrouw [B] .

1 De procedure

1.1.

Voor het verloop van de procedure tot nu toe verwijst de kantonrechter naar zijn tussenvonnis van 15 februari 2022. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op
25 april 2022, waarbij aanwezig waren [eiseres] met haar gemachtigde, mr. Van Wattum. Tevens waren de eigenaren [A] en [B] namens Het Wooncentrum aanwezig. Ter zitting heeft mr. Van Wattum pleitaantekeningen overgelegd. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Tijdens de zitting is afgesproken dat Het Wooncentrum de loonstroken van september en oktober 2021 aan de kantonrechter zou toesturen. [eiseres] heeft in antwoord daarop laten weten dat zij de bedragen die op de loonstroken staan, heeft ontvangen. [eiseres] heeft dienovereenkomstig haar eis gewijzigd.

1.2.

De kantonrechter is voldoende geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag medegedeeld en toegelicht in dit vonnis.

2 Waar gaat het over?

2.1.

[eiseres] heeft gewerkt bij Het Wooncentrum en heeft haar dienstverband opgezegd tegen 31 oktober 2021. Het Wooncentrum heeft de opgebouwde min-uren die zijn ontstaan als gevolg van corona verrekend met het vakantiegeld. [eiseres] heeft daarnaast geen eindafrekening ontvangen. Volgens [eiseres] is het niet toegestaan om opgebouwde min-uren die zijn ontstaan ten tijde van een (noodzakelijke) bedrijfssluiting vanwege corona te verrekenen met het vakantiegeld. Volgens Het Wooncentrum mag dat wel omdat zij daar afspraken over heeft gemaakt met het personeel.
In deze zaak oordeelt de kantonrechter dat Het Wooncentrum de min-uren niet had mogen verrekenen met het vakantiegeld. Dit betekent dat Het Wooncentrum nog een bedrag aan [eiseres] verschuldigd is. De motivering van deze beslissing volgt hieronder.

3 De feiten

3.1.

[eiseres] is op 1 november 2020 in dienst getreden bij Het Wooncentrum in de functie van verkoopmedewerkster op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Het laatst verdiende salaris van [eiseres] bedraagt € 2.725,66 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag.

3.2.

Het Wooncentrum heeft haar winkels per 15 december 2020 tijdelijk moeten sluiten vanwege de corona crisis.

3.3.

Bij e-mail van 14 september 2021 heeft [B] aan [eiseres] laten weten:
‘(…)
Jullie hebben tussen kerst en nieuwjaar de uren van ons gehad. Wij vinden het niet meer dan redelijk dat we de overblijvende min uren gezamenlijk verdelen Jij hebt op dit moment 138,25 min uren. Dit betekent dat er 69 min uren blijven staan.
(…)’

3.4.

Bij brief van 23 september 2021 heeft [eiseres] haar dienstverband opgezegd. De laatste dag van de arbeidsovereenkomst was 31 oktober 2021.

3.5.

Bij e-mail van 24 september 2021 heeft Het Wooncentrum het ontslag bevestigd. Voor zover van belang staat in deze brief:
‘(…)
Wat betreft je uren.
Je hebt in de corona periode 138 min uren gemaakt hier hebben wij de helft van op ons genomen. We hebben dus 69 uur gecompenseerd, er bleven toen 69 min uren over. Inmiddels heb je dit weggewerkt tot 43 min uren. Je hebt op dit moment nog 16 vakantie uren. Dit betekent dat je aan het einde van je contract nog 27 min uren overhoudt.

We kunnen dit op 2 manieren oplossen.
1. Je werkt tot je het einde van je contract extra en werkt op die manier de min uren weg.
2. We verrekenen dit met je vakantiegeld.
(…)’.

3.6.

Bij e-mail van 4 oktober 2021 laat [eiseres] aan [B] weten dat zij haar restant vakantie uren wil opnemen. Op dezelfde dag reageert [B] , voor zover van belang, als volgt:
‘(…)
Zoals in de vorige mail aangegeven heb je ook nog min uren staan van corona. Aangezien je aangeeft je vakantie uren te willen opnemen, gaan we dus je minuren verrekenen met je vakantiegeld.
(…)’.

3.7.

[eiseres] heeft zich vervolgens gewend tot haar gemachtigde. De gemachtigde heeft twee aangetekende brieven gestuurd. De brieven zijn ongeopend retour gekomen, met de opmerking ‘niet afgehaald’ respectievelijk ‘onjuiste adressering’.

4 Het geschil

5 De beoordeling

6 De beslissing