Rechtbank Overijssel, 05-06-2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:1854, ak_21_1353
Rechtbank Overijssel, 05-06-2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:1854, ak_21_1353
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 5 juni 2022
- Datum publicatie
- 28 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2022:1854
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2023:4321, Meerdere afhandelingswijzen
- Zaaknummer
- ak_21_1353
Inhoudsindicatie
Afwijzing verzoek handhavend op te treden tegen het door buurman op erf eisers gebouwde gedeelte van een schuur; opslagloods//berging niet alleen over de erfgrens maar ook in afwijking van verleende omgevingsvergunning gebouwd; verweerder niet in beeld gebracht wat de publiekrechtelijke overtreding is; daarmee onvoldoende grondslag voor standpunt dat publiekrechtelijk gezien sprake is van een geringe overtreding; bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd; beroep gegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 21/1353
en
(gemachtigde: L.G. Pak).
(gemachtigde: mr. H.G.M. van Zutphen).
Procesverloop
In het besluit van 28 juli 2020 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van
eisers afgewezen om handhavend op te treden tegen het door hun buurman [naam 1] derde belanghebbende, op hun erf gebouwde gedeelte van een schuur.
In het besluit van 6 juli 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit gegrond verklaard en beslist dat het primaire besluit niet herroepen wordt, maar onder aanvulling van de motivering is stand wordt gelaten.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Derde partij heeft zijn standpunt op schrift ingezonden.
De rechtbank heeft het beroep op 4 mei 2022 op zitting behandeld.
Eiseres is verschenen bijgestaan door haar broer [naam 2] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en A. ter Avest. Derde-partij is verschenen
met zijn gemachtigde.
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
1. Bij haar oordeelsvorming betrekt de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden.
Op 18 januari 2013 heeft verweerder aan derde partij een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een opslagloods/berging op het perceel [adres 1] te Wierden. De bouw van de opslagloods/berging is op 14 april 2014 gereed gemeld bij verweerder.
Op 12 juni 2020 hebben eisers, woonachtig op het aangrenzende perceel aan de [adres 2] te Wierden, verweerder gevraagd om handhavend op te treden tegen de bouw van dit bijgebouw omdat het gedeeltelijk op hun perceel staat.
Bij het primaire besluit heeft verweerder dit verzoek afgewezen. Dit besluit is na door eisers gemaakt bezwaar met verbetering van de motivering, in stand gelaten.