Rechtbank Overijssel, 01-06-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1986, ak_22_2169
Rechtbank Overijssel, 01-06-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1986, ak_22_2169
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 1 juni 2023
- Datum publicatie
- 5 juni 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2023:1986
- Zaaknummer
- ak_22_2169
Inhoudsindicatie
Omgevingsvergunning voor de premixenfabriek. Binnenplanse afwijking van maximale bouwhoogte en milieucategorie.
De rechtbank is van oordeel dat er geen grond bestaat om de planregel, waarin de bevoegdheid om af te wijken van de maximale bouwhoogte is neergelegd, onverbindend verklaren of buiten toepassing te laten.
Verweerder is bevoegd om met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1o, van de Wabo, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1o, van de , gelezen in combinatie met deze planregel, omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw met een bouwhoogte van 34,5 meter en hij kon in redelijkheid gebruik maken van deze bevoegdheid. Het relativiteitsvereiste staat in de weg aan vernietiging van het bestreden besluit naar aanleiding van de beroepsgrond over de verkeersbewegingen.
Verweerder is ook bevoegd om binnenplans af te wijken van de milieucategorie en hij heeft in redelijkheid gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid.
Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 22/2169
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
en
het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland, verweerder
(gemachtigden: mr. M.J. Tunnissen en mr. S.J. de Haan).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [vergunninghouder] uit [vestigingsplaats] (de vergunninghouder)
(gemachtigde: mr. J. van Groningen).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de aan de vergunninghouder verleende omgevingsvergunning voor het oprichten van een premixenfabriek in Hasselt. Verweerder heeft deze vergunning verleend met een besluit van 1 november 2022 (het bestreden besluit).
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. De vergunninghouder heeft in reactie op het beroep enkele stukken ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 20 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen eiser, de gemachtigden van verweerder en de gemachtigde van de vergunninghouder. Verder zijn namens verweerder verschenen [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] en namens de vergunninghouder [persoon 4] en [persoon 5] .