Rechtbank Overijssel, 21-06-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2283, 22/1135
Rechtbank Overijssel, 21-06-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2283, 22/1135
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 21 juni 2023
- Datum publicatie
- 21 juni 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2023:2283
- Zaaknummer
- 22/1135
Inhoudsindicatie
Beroep tegen subsidie voor autonome schade na werkzaamheden kanaal Almelo-De Haandrik. De rechtbank beoordeelt niet inhoudelijk of er een causaal verband bestaat tussen de schade aan de woonkamer, schuur en garage van eiser en de werkzaamheden van de provincie. De rechtbank gaat bij de beoordeling van het beroep en de vraag of het bestreden besluit in stand kan blijven uit van de conclusie van verweerder dat eiser voor de schade aan zijn woonkamer, schuur en garage geen aanspraak heeft op schadevergoeding en dat zijn schademelding moet worden gezien als een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onder a en/of b, van de Schaderegeling. Als eiser een rechterlijk oordeel wil over de vraag of zijn volledige schade geheel het gevolg is van de werkzaamheden van de provincie, moet hij zich wenden tot de burgerlijke rechter. De rechtbank is van oordeel dat uit het rapport van VWJ onvoldoende blijkt dat de aan eiser verleende subsidie voor de herstelkosten van de schadeposten 7 tot en met 11 en 13 tot en met 15 niet te laag is, gelet op wat A2 Experts daartegen heeft aangevoerd. Het beroep is in zoverre gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 22/1135
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
gemachtigde: mr. A. Kwint,
en
het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder,
gemachtigden: mr. L.M. de Jong, mr. G. Knuttel en mr. dr. A. Schwartz.
Inleiding
Bij besluit van 22 juni 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een subsidie van maximaal € 12.370,69 verleend voor herstel van schade aan zijn pand aan de [adres] in [plaats] . Daarnaast heeft verweerder in dit besluit aan eiser een schadevergoeding van € 62.389,04 toegekend.
Hiertegen heeft eiser bezwaar gemaakt.
Bij besluit op bezwaar van 17 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de schadevergoeding met € 1.336,61 verhoogd naar € 63.725,65 en de subsidie gehandhaafd op maximaal € 12.370,69.
Bij aanvullend besluit op bezwaar van 21 juni 2022 heeft verweerder eisers verzoek om een vergoeding voor de kosten die hij voor de behandeling van zijn bezwaar heeft gemaakt afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld.
Verweerder heeft verweer gevoerd.
De rechtbank heeft het beroep op 23 maart 2023 op zitting behandeld. Namens eiser waren hierbij zijn ouders, [naam 1] en [naam 2] , aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van eiser. Verder waren H. Plattje en D.G.M. Kortenhorst voor eiser als deskundigen bij de zitting aanwezig. Namens verweerder hebben zijn gemachtigden aan de zitting deelgenomen.