Home

Rechtbank Overijssel, 06-03-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:784, AK_21_81

Rechtbank Overijssel, 06-03-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:784, AK_21_81

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
6 maart 2023
Datum publicatie
7 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2023:784
Zaaknummer
AK_21_81

Inhoudsindicatie

De rechtbank herroept de aan de Faunabeheereenheid verleende natuurvergunning voor het doden van kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen in en rond Overijsselse Natura 2000-gebieden in de periode van 1 maart tot 1 oktober (de zomerperiode). De rechtbank oordeelt dat de vergunde activiteit in de vergunning onvoldoende is beschreven, dat niet kan worden uitgesloten dat de vergunde activiteit zal leiden tot significante gevolgen voor de in de vergunning genoemde Natura 2000-gebieden en dat in de passende beoordeling onvoldoende is gekeken naar de mogelijke cumulatieve effecten van andere projecten. De rechtbank baseert deze conclusie voor een belangrijk deel op het eindverslag van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummer: ZWO 21/81

uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen

Vogelbescherming Nederland 1, uit Zeist, eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, verweerder

(gemachtigden: H.G. Bos, H.L. Gerrevink en A.G. van der Wal).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Stichting Faunabeheereenheid Overijssel

uit Deventer (de FBE).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de vergunning die verweerder op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) heeft verleend aan de FBE voor het verjagen van kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen met ondersteunend afschot in en rond een aantal Overijsselse Natura 2000-gebieden. Deze natuurvergunning ziet op het doden van ganzen in de periode van 1 maart tot 1 oktober

(de zomerperiode). Met het besluit van 27 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiseres en anderen tegen het besluit van 25 mei 2020 tot het verlenen van deze natuurvergunning ongegrond verklaard.

Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

De rechtbank heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) als deskundige geraadpleegd. De StAB heeft op 17 november 2022 een eindverslag uitgebracht. Verweerder heeft schriftelijk gereageerd op dit eindverslag.

Op 29 november 2022 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in de beroepsprocedures van eiseres en Stichting De Faunabescherming (de Faunabescherming) met de zaaknummers ZWO 20/1640 en ZWO 20/1639. Deze procedures waren gericht tegen de natuurvergunning die verweerder aan de FBE heeft verleend voor het verjagen van kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen in en rond een aantal Overijsselse Natura 2000-gebieden in de periode van 1 oktober tot 1 maart (de winterperiode). Ook in deze procedures heeft de rechtbank de StAB als deskundige geraadpleegd. De rechtbank heeft het eindverslag van de StAB van 7 februari 2022 over de winterperiode ook toegevoegd aan het dossier in deze zaak over de zomerperiode. Zij heeft partijen gelegenheid gegeven om in het kader van deze zaak te reageren op dit eindverslag. Verweerder en eiseres hebben dit gedaan.

De rechtbank heeft op 29 november 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres met zaaknummer ZWO 20/1640 en het beroep van de Faunabescherming met zaaknummer ZWO 20/1639 tegen de natuurvergunning voor het verjagen van ganzen met ondersteunend afschot in de winterperiode (de wintervergunning).2

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de natuurvergunning voor het verjagen van ganzen met ondersteunend afschot in de zomerperiode (de zomervergunning) op 24 januari 2023 op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [persoon 1] namens eiseres,

de gemachtigde van eiseres, de gemachtigden van verweerder en [persoon 2] namens de FBE. De rechtbank heeft het beroep behandeld samen met het beroep van Wildbeheereenheid

De Noordwesthoek met zaaknummer ZWO 21/39, het beroep van drie maatschappen met zaaknummer ZWO 21/63 en het beroep van de Faunabescherming met zaaknummer ZWO 21/110. Ook die beroepen richten zich tegen het bestreden besluit. In die beroepen doet de rechtbank apart uitspraak.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep

Artikel 8:47

Artikel 6

Artikel 2.7

Artikel 2.8