Home

Rechtbank Overijssel, 04-12-2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:6500, C/08/310263 / HA ZA 24-64

Rechtbank Overijssel, 04-12-2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:6500, C/08/310263 / HA ZA 24-64

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
4 december 2024
Datum publicatie
6 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2024:6500
Zaaknummer
C/08/310263 / HA ZA 24-64

Inhoudsindicatie

Eisers zijn indirect aandeelhouders van het bedrijf. Gedaagde 2 is als notaris werkzaam bij gedaagde 1. Het bedrijf heeft gedaagde 1/gedaagde 2 gevraagd om een hypotheekakte op te stellen en te passeren. Enige dagen later heeft gedaagde 2 medegedeeld dat gedaagde 1 de opdracht niet kan uitvoeren. Volgens eisers hebben gedaagden daarmee niet voldaan aan hun ministerieplicht en levert dit een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht op, althans is dit onrechtmatig tegenover het bedrijf. Eisers stellen dat het bedrijf hierdoor schade heeft geleden en dat het bedrijf haar vordering op gedaagden aan hen heeft gecedeerd. Zij vorderen onder meer betaling van schadevergoeding. Gedaagden voeren verweer.

De rechtbank oordeelt dat gedaagden voldoende hebben onderbouwd dat er sprake was van meerdere indicatoren voor ongebruikelijke transacties en dat zij daarom gegronde redenen hadden om hun medewerking te weigeren. De vorderingen van eisers worden daarom afgewezen.

Uitspraak

Civiel recht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer: C/08/310263 / HA ZA 24-64

Vonnis van 4 december 2024

in de zaak van

1 [eiser 1],

te [woonplaats 1],
2. [eiser 2],

te [woonplaats 2],

eisende partijen,

hierna samen te noemen: [eiser 1] en [eiser 2],

advocaat: mr. B.R. Kleij,

tegen

1 [gedaagde 1] B.V.,

te [vestigingsplaats],
2. [gedaagde 2],

te [woonplaats 3],

gedaagde partijen,

hierna respectievelijk te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2],

advocaat: mr. V.J.N. van Oijen.

1 Samenvatting

1.1.

[eiser 1] en [eiser 2] zijn indirect aandeelhouders van [bedrijf] B.V. [gedaagde 2] is als notaris werkzaam bij [gedaagde 1]. [bedrijf] heeft [gedaagde 1]/[gedaagde 2] gevraagd om een hypotheekakte op te stellen en te passeren. Enige dagen later heeft [gedaagde 2] medegedeeld dat [gedaagde 1] de opdracht niet kan uitvoeren. Volgens [eiser 1] en [eiser 2] hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daarmee niet voldaan aan hun ministerieplicht en levert dit een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht op, althans is dit onrechtmatig tegenover [bedrijf]. [eiser 1] en [eiser 2] stellen dat [bedrijf] hierdoor schade heeft geleden en dat [bedrijf] haar vordering op [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aan hen heeft gecedeerd. Zij vorderen onder meer betaling van schadevergoeding. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren verweer.

1.2.

De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voldoende hebben onderbouwd dat er sprake was van meerdere indicatoren voor ongebruikelijke transacties en dat zij daarom gegronde redenen hadden om hun medewerking te weigeren. De vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] worden daarom afgewezen.

2 De procedure

3 De feiten

4 Het geschil

5 De beoordeling

6 De beslissing