Rechtbank Overijssel, 20-02-2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:940, 10656520 \ CV EXPL 23-1806
Rechtbank Overijssel, 20-02-2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:940, 10656520 \ CV EXPL 23-1806
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Overijssel
- Datum uitspraak
- 20 februari 2024
- Datum publicatie
- 23 februari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBOVE:2024:940
- Zaaknummer
- 10656520 \ CV EXPL 23-1806
Inhoudsindicatie
Gedaagde was voorheen werkzaam bij AGC. In de bijlage behorende bij de arbeidsovereenkomst tussen haar en AGC stond een anti-ronselbeding opgenomen. Gedaagde is op 1 september 2022 in dienst getreden bij GMT. Volgens AGC heeft gedaagde vervolgens het anti-ronselbeding met AGC overtreden, reden waarom zij van gedaagde een contractuele boete vordert. Volgens AGC zou gedaagde daartoe door (de directeur van) GMT zijn aangezet en heeft GMT hiervan geprofiteerd, waardoor GMT onrechtmatig jegens AGC heeft gehandeld. AGC vordert daarom een schadevergoeding van GMT. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde het anti-ronselbeding heeft overtreden en veroordeelt haar tot betaling van de contractuele boete, weliswaar gematigd tot € 2.500,00. GMT heeft onrechtmatig jegens AGC gehandeld, maar de gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.
Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10656520 \ CV EXPL 23-1806
Vonnis van 20 februari 2024
in de zaak van
AGC NEDERLAND HOLDING B.V.,
te Tiel,
eisende partij,
hierna te noemen: AGC,
gemachtigde: mr. A.H.M. Booijink,
tegen
1 [gedaagde] ,
te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
2. GMT TWENTE B.V.,
te Goor,
hierna te noemen: GMT,
gedaagde partijen,
gemachtigde: mr. J.G. Oolderink-Olthof.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 oktober 2023,
- de brief van mr. Booijink met producties, door de rechtbank ontvangen op 16 januari 2024;
- de mondelinge behandeling van 22 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De inleiding
[gedaagde] was voorheen werkzaam bij AGC. In de bijlage behorende bij de arbeidsovereenkomst tussen haar en AGC stond een anti-ronselbeding opgenomen. [gedaagde] is op 1 september 2022 in dienst getreden bij GMT. Volgens AGC heeft [gedaagde] vervolgens het anti-ronselbeding met AGC overtreden, reden waarom zij van [gedaagde] een contractuele boete vordert. Volgens AGC zou [gedaagde] daartoe door (de directeur van) GMT zijn aangezet en heeft GMT hiervan geprofiteerd, waardoor GMT onrechtmatig jegens AGC heeft gehandeld. AGC vordert daarom een schadevergoeding van GMT. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] het anti-ronselbeding heeft overtreden en veroordeelt haar tot betaling van de contractuele boete, weliswaar gematigd tot € 2.500,00. GMT heeft onrechtmatig jegens AGC gehandeld, maar de gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen. De motivering van deze beslissing volgt hierna.