Rechtbank Rotterdam, 29-01-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:634, ROT 14/8982 en 14/9008
Rechtbank Rotterdam, 29-01-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:634, ROT 14/8982 en 14/9008
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 29 januari 2015
- Datum publicatie
- 30 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2015:618
- Zaaknummer
- ROT 14/8982 en 14/9008
- Relevante informatie
- Wet op het financieel toezicht [Tekst geldig vanaf 05-04-2023 tot 01-07-2023], Wet op het financieel toezicht [Tekst geldig vanaf 05-04-2023 tot 01-07-2023] art. 1:97, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 04-11-2022 tot 25-06-2023], Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 04-11-2022 tot 25-06-2023] art. 10, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 04-11-2022 tot 25-06-2023] art. 17
Inhoudsindicatie
Op grond van artikel 1:97, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) maakt DNB een boetebesluit op grond van die wet na bekendmaking openbaar, indien de bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van een bepaling die bij het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Bbbfs) beboetbaar is gesteld met tariefnummer 3.
Gelet op het belastende karakter van de openbaarmaking op grond van vermelde bepaling, is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze bepaling in overeenstemming met het rechtszekerheidsbeginsel zo dient te worden begrepen dat die verwijst naar het Bbbfs zoals dat luidt ten tijde van het begaan van de betreffende overtreding.
Nu ten tijde van het beweerdelijk begaan van de overtredingen van artikel 3:10, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 3:17, eerste lid, van de Wft die overtredingen op grond van
artikel 10 van het Bbbfs beboetbaar waren gesteld met tariefnummer 2, volgt uit het voorgaande dat artikel 1:97, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wft geen grondslag biedt voor het publicatiebesluit. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt toegewezen.
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Team Bestuursrecht 2
zaaknummers: ROT 14/8982 en ROT 14/9008
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
de naamloze vennootschap Delta Lloyd Levensverzekering N.V., verzoekster 1, en
de naamloze vennootschap Delta Lloyd N.V., verzoekster 2,
gemachtigde: mr. C.E. Honée,
[a], verzoeker 1, en
[b] , verzoeker 2,
gemachtigde: mr. G.P. Roth,
en