Home

Rechtbank Rotterdam, 05-01-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:2465, 4566251

Rechtbank Rotterdam, 05-01-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:2465, 4566251

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
5 januari 2016
Datum publicatie
4 april 2016
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2016:2465
Formele relaties
Zaaknummer
4566251
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025], Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 673

Inhoudsindicatie

Geen sprake van einde van de arbeidsovereenkomst maar van een herplaatsing van de werknemer.

Uitspraak

zaaknummer: 4566251 \ VZ VERZ 15-20826

4566251 \ VZ VERZ 15-20826 [.] ]uitspraak: 5 januari 2016

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam

in de zaak van

[verzoekster] ,

wonende te Rotterdam,

verzoekster,

gemachtigde: mr. J. van de Ruit te Utrecht,

tegen

de stichting

Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam,

verweerster,

gemachtigde: mr. S. Prekpalaj te Hoogland.

Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoekster] ” en “SIPOR”.

1 Het procesverloop

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:

-

het verzoekschrift (ontvangen op 30 oktober 2015) met producties;

-

het verweerschrift (ontvangen op 27 november 2015) met één productie;

de mondelinge behandeling vond plaats op 9 december 2015 in aanwezigheid van de partijen en hun gemachtigden. Beide partijen hebben hun standpunt nader doen toelichten. Mr Van de Ruit heeft gebruik gemaakt van een overgelegde pleitnotitie. Van het ter zitting verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.

2 De feiten

2.1

[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1953, is vanaf 4 januari 2002 tot 1 augustus 2015 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als lerares werkzaam geweest bij SIPOR met werktijdfactor 1.0000 en een salaris van € 3.313,- bruto per maand exclusief emolumenten.

2.2

Op de arbeidsovereenkomst is de collectieve arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (hierna: “cao PO”) van toepassing.

2.3

Op 17 januari 2013 heeft [verzoekster] zich ziek gemeld en op 23 oktober 2014 is er een uitkering op grond van de WIA aangevraagd. Op 22 juni 2015 heeft het UWV besloten dat vanaf 11 juni 2015 een loongerelateerde WGA-uitkering aan [verzoekster] wordt toegekend.

2.4

[verzoekster] is voor 48,49% arbeidsongeschikt geoordeeld. Hierbij is ook geoordeeld dat [verzoekster] ongeschikt is voor het eigen werk en dat herstel hiervoor niet te verwachten is, maar dat er bij SIPOR wel herplaatsingsmogelijkheden zijn en deze zijn ook benut.

2.5

Op 13 juli 2015 is een akte van ontslag aan [verzoekster] verleend. Hierin staat dat [verzoekster] met ingang van 1 augustus 2015 ontslag wordt verleend wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

2.6

Op 13 juli 2015 is tevens een akte van benoeming aan [verzoekster] verleend. Vanaf 1 augustus 2015 is [verzoekster] voor onbepaalde tijd benoemd tot onderwijsassistent. De werktijdfactor bij deze functie bedraagt 0,8000 en het loon bedraagt € 1.706,40 bruto per maand.

3 Het verzoek

3.1

[verzoekster] heeft verzocht om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, SIPOR te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen beschikking:

  1. primair aan haar te voldoen de verschuldigde transitievergoeding ten bedrage van € 51.135,14 bruto;

  2. subsidiair aan haar te voldoen de verschuldigde transitievergoeding voor de werktijdfactor 0,2000 ten bedrage van € 10.227,03 bruto;

  3. tot betaling van de buitengerechtelijke kosten;

  4. tot betaling van de wettelijke rente primair over het onder a genoemde bedrag en subsidiair over het onder b genoemde bedrag vanaf het opeisbaar worden van dat bedrag tot de dag der algehele voldoening;

  5. tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.

3.2

Aan dit verzoek legt [verzoekster] - kort gezegd - ten grondslag dat zij aanspraak maakt op de wettelijke transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a BW, omdat de arbeidsovereenkomst met de akte van ontslag van 13 juli 2015 door de werkgever is opgezegd en het dienstverband ten minste 24 maanden heeft geduurd.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing