Home

Rechtbank Rotterdam, 28-09-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:7424, 5309236

Rechtbank Rotterdam, 28-09-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:7424, 5309236

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
28 september 2016
Datum publicatie
5 oktober 2016
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2016:7424
Zaaknummer
5309236
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 12-02-2025 tot 01-07-2025], Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 12-02-2025 tot 01-07-2025] art. 669, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 12-02-2025 tot 01-07-2025] art. 671b

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Ontbinding arbeidsovereenkomst na weigering toestemming UWV (artikel 7:671b lid 1 aanhef en onder b BW).

Uitspraak

zaaknummer: 5309236 VZ VERZ 16-18210

uitspraak: 28 september 2016

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STAR OGP Projects B.V.,

gevestigd te Moerdijk,

verzoekster,

gemachtigde: mr. S.M.B.W. Oosterbeek te Breda,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

verweerder,

gemachtigde: mr. M.A.H.H. Ceelen te Amsterdam.

Partijen worden hierna ‘Star’ en ‘ [verweerder] ’ genoemd.

1 Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met producties, ontvangen op 18 augustus 2016, van het verweerschrift, ontvangen op 14 september 2016, en van de brief met aanvullende producties van Star van 19 september 2016.

Het verzoek is mondeling behandeld op 21 september 2016. Namens Star zijn bij die gele-genheid verschenen de heer [L.] en mevrouw [V.] , met de gemachtigde van Star mr. S.M.B.W. Oosterbeek. [verweerder] is eveneens verschenen, met zijn gemachtigde mr. M.A.H.H. Ceelen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen besproken is.

2 De feiten

Er wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1

Star houdt zich bezig met het verlenen van service op het gebied van projectmanage-ment, consultancy en detachering binnen de ‘Oil, Gas, Power (en daaraan gerelateerde) industrieën’.

2.2

[verweerder] (geboren op [geboortedatum] ) is op 2 februari 2007 bij Star in dienst getreden als Project Engineer. In 2010 is hij Project Manager/Project Leider geworden. Het loon van [verweerder] bedraagt (thans) € 4.000,00 bruto per vier weken (exclusief vakantietoeslag).

2.3

Star heeft aan het UWV toestemming gevraagd om [verweerder] te mogen ontslaan. Dit verzoek is door het UWV op 6 juli 2016 afgewezen. Het UWV schrijft in haar beslissing, voor zover nu van belang:

Beoordeling

Uw aanvraag is gebaseerd op bedrijfseconomische omstandigheden. U geeft aan dat de werknemer sinds 2007 bij u in dienst is en dat het sinds 2012 moeilijk is om opdrachten te vinden voor werknemer. Werknemer zit langer dan gemiddeld op de bank. Nu het niet mogelijk is gebleken werknemer te plaatsen bij een opdrachtgever, bent u van mening dat u hem voor ontslag kunt voordragen. Zijn arbeidsplaats komt immers te vervallen. Wij delen uw mening echter niet. Wij zijn van mening dat u niet aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsplaats van werknemer komt te vervallen. U kunt werknemer – om u moverende redenen – niet plaatsen bij opdrachtgevers. Dit betekent echter niet dat de arbeidsplaats van werknemer is komen te vervallen om bedrijfseconomische redenen.

Conform ons toetsingskader zou u moeten aantonen dat de arbeidsplaats van werknemer structureel komt te vervallen door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering. U heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de arbeidsplaats van werknemer structureel komt te vervallen. Te meer nu u ons in uw reactie op het verweer verzoekt om de wederindiensttredingsvoorwaarde niet op te nemen, omdat u dit niet passend vindt. Het kan namelijk voorkomen dat er een opdracht binnen komt waarop een werknemer kan worden geplaatst die op dat moment op de bank zit. Hiermee wekt u de schijn dat u kennelijk nieuwe opdrachten verwacht binnen een korte termijn.

2.4

Van de 55 maanden die voorafgaan aan september 2016 is [verweerder] 8 maanden op een project ingezet. [verweerder] is door Star voor de overige maanden wel aan opdrachtgevers aangeboden, maar zonder resultaat.

3 Het verzoek en het verweer daartegen

3.1

Star verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] , primair we-gens bedrijfseconomische omstandigheden, subsidiair wegens ongeschiktheid van Tiele-mans tot het verrichten van de bedongen arbeid en meer subsidiair in verband met overige omstandigheden, zodanig dat van Star in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeids-overeenkomst te laten voortduren.

3.2

[verweerder] vraagt primair om afwijzing van het verzoek van Star, subsidiair om hem bij toewijzing van het verzoek de transitievergoeding toe te kennen.

3.3

Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen van partijen.

4 De beoordeling

5 De beslissing