Home

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:3858, 6766412

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:3858, 6766412

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
17 mei 2018
Datum publicatie
30 mei 2018
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2018:3858
Zaaknummer
6766412

Inhoudsindicatie

ontbinding ex 7:671b jo 7:699-3 sub g BW: verstoorde arbeidsrelatie tussen HAP en locatiemanage, geen ernstig vewijtbaar handelen of nalaten van een van partijen.

Uitspraak

zaaknummer: 6766412 VZ VERZ 18-6627

uitspraak: 17 mei 2018

beschikking ex artikel 7:671b Burgerlijk Wetboek van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de stichting

Stichting Huisartsenposten Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam,

verzoekster,

hierna te noemen: Hap Rijnmond,

gemachtigde: mr. T.J.C.M. Broekman,

tegen

[verweerster],

wonende te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,

verweerster,

hierna te noemen: [verweerster],

gemachtigde: mr. C.J. Vliegenthart.

1 Het verloop van de procedure

1.1

Van de volgende processtukken is kennisgenomen:

-

het verzoekschrift, met producties 1 tot en met 15, ontvangen op 27 maart 2018;

-

het verweerschrift, met producties;

-

de brief van Hap Rijnmond met aanvullende producties 16 tot en met 18.

1.2

Op 1 mei 2018 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Ter zitting zijn namens Hap Rijnmond aanwezig geweest [B.], bestuurder en mr. T.J.C.M. Broekman, gemachtigde. [verweerster] is aanwezig geweest, bijgestaan door mr. C.J. Vliegenthart en vergezeld van twee toehoorders. Beide gemachtigden hebben een pleitnota overgelegd. Voor het overige heeft de griffier aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken.

1.3

De datum van de uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1

[verweerster], geboren op [geboortedatum] 1978, is op 1 januari 2011 in dienst getreden bij Hap Rijnmond als locatiemanager bij één van de vier locaties van Hap Rijnmond, de locatie Ruwaard in Spijkenisse.

2.2

Het salaris van [verweerster] bedraagt € 4.091,76 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld en 6% eindejaarsuitkering. De werktijd bedraagt 32 uur per week.

2.3

Hap Rijnmond verzorgt voor ongeveer 500 aangesloten huisartsen in de regio Rijnmond de avond- en weekenddiensten. Iedere locatie van Hap Rijnmond wordt operationeel geleid door twee locatiemanagers. Naast [verweerster] is dat voor de locatie Ruwaard mevr. [J.] hierna: [J.]). De locatiemanagers geven leiding aan de baliemedewerkers en de triage-assistenten. Bij de locatie Ruwaard zijn ongeveer 14 FTE (35 a 38) medewerkers werkzaam. Hap Rijnmond is tot november 2017 geleid door een raad van bestuur met twee directieleden, dhr. [A.] en dhr. [C.].

2.4

De huisartsen die op de diverse locaties werken zijn niet in dienst bij Hap Rijnmond. De huisartsen zijn per locatie vertegenwoordig door een beleidscommissie (BC).

2.5

In 2015 zijn er landelijke kwaliteitsnormen voor de dienstverlening van huisartsenposten opgesteld, waaraan ook Hap Rijnmond zich heeft willen conformeren. Het doel van de richtlijnen is om het niveau van de triagisten te verbeteren. Ondanks informatiesessies, opleiding en begeleiding, is het niveau van triage bij Hap Rijnmond en met name de locatie Ruwaard, achtergebleven. In samenspraak met de locatiemanagers en de directie is in september 2017 besloten om alle triagisten die qua beoordeling achter zijn gebleven, een laatste kans op verbetering te bieden middels een coachingstraject. De HR-manager van Hap Rijnmond ([N.], hierna [N.]) heeft hiertoe op 21 september 2017 een mail gestuurd aan alle locatiemanagers. Medio oktober zijn de betrokken triagisten van locatie Ruwaard geïnformeerd over het in te zetten traject.

2.6

Op 6 november 2017 heeft [N.] [verweerster] en [J.] een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:

(...) Ik begrijp dat er flink stemming wordt gemaakt op de post door een aantal dames die aan het verbetertraject gaan deelnemen, maar ook door andere collega’s. Huisartsen worden dusdanig beïnvloed dat zij beloven brieven te gaan sturen om bezwaar aan te tekenen tegen de gang van zaken. Triagisten die hun werk verzaken door niet in te loggen terwijl er patiënten in de wacht staan, omdat ze nog bezig zijn hun ongenoegen te uiten. Ik denk dat jullie toch zouden moeten overwegen dat er voorlopig elke dienst een van jullie aanwezig is, maar met name tijdens de weekenden.(...)

2.7

Op 7 november 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster], [J.] en [H.], toenmalige interim-directeur (hierna: [H.]).

2.8

Op 14 november 2017 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de locatiemanagers en twee leden van de BC. Dit overleg is grotendeels gegaan over de brandbrief aan de triagisten en ontstane onrust op de huisartsenpost. Naar aanleiding van dit gesprek hebben de twee leden van de BC een gespreksverslag opgesteld.

2.9

Op 15 november heeft een overleg plaatsgevonden tussen [H.], de BC, de DC (dienstencommissie) en [J.]. [verweerster] is bij dit overleg niet aanwezig geweest.

2.10

Op 16 november 2017 is namens de directie van Hap Rijnmond aan alle huisartsen en triagisten van locatie Ruwaard een e-mail gestuurd, waarin voor zover van belang is vermeld:

Er is ons gebleken dat er veel onrust is ontstaan binnen de HAP Ruwaard, naar aanleiding van een brief over het beoordelingstraject voor triagisten die onder gemiddeld scoren op de gesprekken.

(...)

Om te beginnen bieden wij de betrokken triagisten, en ook iedereen die zich betrokken voelt bij HAP-Ruwaard, excuses aan over de brief waardoor onrust is ontstaan.

(...)

Dit beleid is twee jaar geleden vastgesteld. Op alle huisartsenposten is men hier actief mee aan de slag gegaan, met uitzondering van de HAP-Ruwaard. Wat hiervan de reden is zal worden onderzocht, maar het lijkt erop dat iedereen gedacht heeft dat het wel ‘los zou lopen’ (...)

Daarnaast hebben wij met de Beleidscommissie (BC) afgesproken dat wij een analyse zullen maken van de ontstane problemen binnen de HAP-Ruwaard en dat wij zullen zoeken naar oplossingen hiervoor.(...)

2.11

Op 21 november 2017 hebben [verweerster] en [J.] aan de twee leden van de BC een reactie gegeven op het gespreksverslag dat door de leden is opgesteld. In deze e-mail hebben [verweerster] en [J.] voor zover van belang geschreven:

‘’(...) wij hebben uitsluitend beleid van de CHPR (...) uitgevoerd. Ook wij betreuren het zeer dat de situatie deze wending heeft aangenomen. (...) Naar ons gevoel was het een zeer verwijtend gesprek met eenrichtingsverkeer. Van de directie hadden wij enkele dagen daarvoor vernomen dat er afspraken waren gemaakt met de BC om met ons een gesprek te plannen om over de situatie te spreken.

(...)

De rol van de BC is om toezicht te houden op de werkprocessen op de post en heeft hier ook mede inspraak bij, maar hebben in dit geval naar ons idee niet objectief gehandeld. Al enkele weken blijken jullie berichten te ontvangen en gesprekken te hebben gevoerd met zowel huisartsen als triagisten, zonder onze kant van het verhaal te hebben gehoord, zonder dat wij hiervan af wisten. Dat toont naar ons idee van weinig objectiviteit. BC-leden die buiten het werken op de HAP geïnformeerd worden door triagisten en vice versa, appjes van de voorzitter gestuurd naar een triagist die vervolgens dit kopieert en plaatst in de groepsapp naar alle medewerkers komt op ons geheel niet professioneel over. (...)

Naar ons idee is de BC een slecht functionerend orgaan binnen HAP Ruwaard met weinig daadkracht. Er zijn meerdere leden die niet achter het beleid staan van de CHPR, en daar nimmer op zijn aangesproken. Een aantal voorbeelden hier zijn (...) en zo kunnen we nog wel even doorgaan. (...)

Meerdere malen hebben wij deze problematiek aangegeven bij zowel de directie als bij jullie, en het gevoel te hebben absoluut niet met de neuzen dezelfde richting op te wijzen. (...)

2.12

Op 23 november 2017 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden tussen [H.] en [verweerster]. Tijdens dit gesprek is besloten dat [verweerster] een time-out (met behoud van salaris) zou nemen voor een periode van veertien dagen. Op 4 december 2017 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden.

2.13

Op 7 december 2017 heeft [H.] aan [verweerster] gesprekverslagen doen toekomen van de op 23 november en 7 december gevoerde gesprekken. In het verslag van 4 december 2017 is voor zover van belang vermeld:

‘(...)

De volgende drie scenario’s hebben we doorgenomen:

  1. Terugkeer als Locatiemanager op HAP Ruwaard: Kies je voor deze optie dan is het zaak volgende week al een start te maken met de werkhervatting als locatiemanager. Deze terugkeer zal goed begeleid worden door middel van coaching en wekelijkse gesprekken met mij. Een zeer intensief traject dus. Tevens dien je er rekening mee te houden dat er zwaardere eisen gesteld gaan worden aan de functie van locatiemanager. Kies je voor deze optie, dan zal ik je hierin steunen.’

  2. Andere functie binnen de organisatie: (...)

  3. Beëindigen van de arbeidsovereenkomst met een vaststellingsovereenkomst: Dat zullen we op een nette manier doen, met behoud van je recht op een WW-uitkering en een ontslagvergoeding.

2.14

Op 7 december 2017 heeft [verweerster] zich ziekgemeld.

2.14

In januari 2018 is tussen partijen een mediation-traject gestart, maar dat traject is voortijdig afgebroken.

3 Het verzoek en de grondslag daarvan

3.1

Hap Rijnmond heeft verzocht de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst tegen de eerst mogelijke datum te ontbinden, zonder toekenning van een transitievergoeding. Aan dit verzoek heeft Hap Rijnmond ten grondslag gelegd dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding zodanig dat niet van Hap Rijnmond gevergd kan worden om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW.

3.2

De verstoring van de arbeidsverhouding is ontstaan nadat op de werkvloer onrust is ontstaan over de ‘laatste-kans-brieven’ die aan de triagisten zijn verstuurd. [verweerster] heeft (samen met [J.]) op 7 november 2017 aangegeven dat er geen vertrouwen meer was in de leden van de BC. De BC heeft na verder onderzoek op haar beurt het vertrouwen in [verweerster] en [J.] opgezegd. Gelet op de vertrouwensbreuk heeft Hap Rijnmond getracht om de ontstane situatie en mogelijke oplossingen met [verweerster] te bespreken, echter heeft zij de communicatie afgehouden en rechtsbijstand ingeschakeld. Een op initiatief van [verweerster] opgestart mediationtraject heeft vervolgens niet tot een oplossing geleid, waarna Hap Rijnmond [verweerster] drie opties (werkhervatting op een andere locatie, plaatsing in een andere functie of beëindiging van het dienstverband) heeft geboden. [verweerster] is op geen van de geboden opties ingegaan, en heeft Hap Rijnmond verwijten gemaakt waar Hap Rijnmond zich niet in kan vinden, zodat een impasse is ontstaan en tot op heden is blijven bestaan. Die impasse valt [verweerster] ernstig te verwijten, zodat zij geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding, aldus Hap Rijnmond.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing