Home

Rechtbank Rotterdam, 28-08-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7074, 7018933 VZ VERZ 18-14750

Rechtbank Rotterdam, 28-08-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7074, 7018933 VZ VERZ 18-14750

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
28 augustus 2018
Datum publicatie
20 september 2018
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2018:7074
Zaaknummer
7018933 VZ VERZ 18-14750

Inhoudsindicatie

Aanpassing transitievergoeding en loonvordering na uitdiensstreding ivm arbeidsongeschiktheid. Eenzijde wijziging arbeidsvoorwaarde door arbeidsongeschikte werknemer uit te sluiten van bonusuitkering. Bespreking van diverse looncomponenten vakantieloon.

Uitspraak

zaaknummer: 7018933 VZ VERZ 18-14750

uitspraak: 28 augustus 2018

beschikking ex artikel 7:673 Burgerlijk Wetboek van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[verzoeker],

wonende te [plaatsnaam],

verzoeker,

tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek,

gemachtigde: mr. Y.L. Chan, opvolger van mr. L.J.M. Weijenberg,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SBM Schiedam B.V.

gevestigd te Rotterdam,

verweerster,

tevens verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,

gemachtigde: mr. J.J. Margry.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘[verzoeker]’ en ‘SBM’.

1 Het verloop van de procedure

1.1

Van de volgende processtukken is kennisgenomen:

-

het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 28 juni 2018;

-

het verweerschrift;

-

de brief van de voormalig gemachtigde van [verzoeker] van 3 augustus 2018, met aanvullende producties 1 t/m 3;

-

de brief van de voormalig gemachtigde van [verzoeker] van 6 augustus 2018, met aanvullende producties 4 t/m 8;

-

de akte vermeerdering van verzoek.

1.2

Op 10 augustus 2018 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Ter zitting zijn verschenen dhr. [verzoeker], bijgestaan door mr. Chan voornoemd en namens SBM dhr. [K.], dhr. [H.] en mr. Margry voornoemd. Beide gemachtigden hebben ter zitting pleitaantekeningen overgelegd. De griffier heeft daarnaast aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.

1.3

De beschikking is bepaald op 21 september 2018 en heden bij vervroeging uitgesproken.

2 De feiten

2.1

[verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1957, is op 1 november 2000 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van SBM. [verzoeker] is laatstelijk werkzaam geweest in de functie van consultant tegen een salaris van € 9.144,- bruto per maand, exclusief emolumenten op basis van een 40-urige werkweek.

2.2

In de arbeidsovereenkomst is, voor zover van belang, opgenomen

“(…)

5. U heeft aanspraak op een jaarlijkse uitkering ineens ten titel van Bonus. (…) Daarenboven kennen wij jaarlijks een winstdeling, indien er sprake is van winst.

(…)”

2.3

Bij indiensttreding is aan [verzoeker] een brief overhandigd/toegestuurd waarin kort gezegd is vermeld hoe de winstdelingsregeling er vanaf 1 januari 2000 uitziet.

2.4

[verzoeker] is sinds 22 juni 2015 arbeidsongeschikt en ontvangt sinds 19 juni 2017 in verband daarmee een IVA-uitkering van het UWV.

2.5

Op 13 november 2017 heeft SBM een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid, welke vergunning op 4 december 2017 is verleend. SBM heeft de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst vervolgens opgezegd per 1 april 2018.

2.6

In de opzeggingsbrief heeft SBM aan [verzoeker] medegedeeld dat aan hem een transitievergoeding van € 129.936,- zal worden betaald en dat bij eindafrekening een vergoeding over 858,02 openstaande vakantie-uren zullen worden betaald.

3 Het verzoek en de grondslag daarvan

[verzoeker] heeft bij verzoekschrift, gewijzigd bij akte van 9 augustus 2018, verzocht SBM te veroordelen tot:

-

het betalen van de achterstallige transitievergoeding, ad € 23.471,16 bruto;

-

het betalen van de achterstallige STI-bonus over de periode 2016 t/m 2018 ad € 51.116,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;

-

het betalen van een bedrag van € 1.774,08 bruto terzake de uitbetaling van 48 vakantie-uren uit 2017, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;

-

het betalen van een bedrag van € 28.340,38 bruto aan vakantie-uren in verband met de eindafrekening, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;

-

het verstrekken van een correcte bruto/nettospecificatie van voornoemde bedragen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag;

-

het betalen van de wettelijke rente over voornoemde bedragen;

-

het betalen van de proceskosten.

3.1

[verzoeker] heeft aan zijn verzoek kort gezegd ten grondslag gelegd dat SBM ten onrechte slechts een klein deel van de STI-bonus in de jaren 2016 tot en met 2018 aan [verzoeker] heeft voldaan, op grond van de arbeidsongeschiktheid van [verzoeker]. De STI-bonus moet worden aangemerkt als arbeidsvoorwaarde die SBM niet eenzijdig mocht wijzigen, zodat SBM alsnog de volledige bonussen op basis van geldende regelingen (maar zonder korting) dient te voldoen. Als gevolg daarvan dient ook het maandsalaris dat als grondslag voor de berekening van de transitievergoeding is gehanteerd, te worden aangepast. Dat maandsalaris dient daarnaast te worden vermeerderd met 1/36e deel van de zogenaamde LTI-bonus over de drie jaren voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst.

3.2

Ook voor de berekening van de vakantie-uren is ten onrechte geen rekening gehouden met de hogere STI-bonussen en de LTI-bonus. Dat uurloon dient bovendien vermeerderd te worden met een opslag in verband met het werkgeversdeel van de pensioenbijdrage en een opslag voor de kostenvergoeding voor de lease-auto, aldus [verzoeker].

4 Het verweer en zelfstandig tegenverzoek

5 De beoordeling

6 De beslissing