Home

Rechtbank Rotterdam, 21-11-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10195, C/10/583159 / KG ZA 19-1010

Rechtbank Rotterdam, 21-11-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10195, C/10/583159 / KG ZA 19-1010

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
21 november 2019
Datum publicatie
2 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2019:10195
Zaaknummer
C/10/583159 / KG ZA 19-1010

Inhoudsindicatie

Kort geding, Doorbetalen van loon bij ziekte. Inschakelen van een bedrijfsarts. Wet verbetering poortwachter.

Uitspraak

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/583159 / KG ZA 19-1010

Vonnis in kort geding van 21 november 2019

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats eiseres] ,

eiseres,

advocaat mr. E.H.P. Dingenouts te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap

VAN DER VALK HOTEL DORDRECHT B.V.,

gevestigd te Dordrecht,

gedaagde,

vertegenwoordigd door de heer [naam] .

Partijen worden hierna [eiseres] en Van der Valk genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding, met producties 1 tot en met 8;

-

de brief van mr. Dingenouts van 6 november 2019, met producties 9 tot en met 14;

-

de mondelinge behandeling op 7 november 2019.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is op 4 juni 2018 als zelfstandig werkend kok in dienst getreden bij Van der Valk. Haar arbeidsovereenkomst is op 4 mei 2019 verlengd tot 31 mei 2020 tegen een brutoloon van € 1.900,00 per vier weken.

2.2.

Begin mei 2019 heeft [eiseres] in een gesprek met (een medewerker van) Van der Valk te kennen gegeven dat zij een drugsverslaving heeft.

2.3.

Op 23 mei 2019 heeft [eiseres] zich onder werktijd ziekgemeld en vanaf 30 of 31 mei 2019 is [eiseres] een periode onbereikbaar geweest voor Van der Valk.

2.4.

Op of omstreeks 10 juli 2019 heeft [eiseres] contact opgenomen met Van der Valk.

2.5.

Op 8 augustus 2019 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst getekend. [eiseres] heeft deze overeenkomst binnen veertien dagen ontbonden.

2.6.

Bij brief van 25 september 2019 is Van der Valk namens [eiseres] onder meer gesommeerd het achterstallige loon te betalen, loonstroken vanaf periode 3 te verstrekken en uiterlijk 30 september 2019 een bedrijfsarts in te schakelen.

2.7.

Bij brief van 4 oktober 2019 heeft Van der Valk [eiseres] onder meer bericht dat de niet gewerkte uren in mindering zijn gebracht op verlofuren, dat de loonstroken sinds april 2019 zichtbaar zijn in een nieuw softwareprogramma en dat [eiseres] deze loonstroken kan inzien met de aan haar verstrekte inloggegevens.

2.8.

Op 11 september 2019 heeft [eiseres] (een medewerker van) Van der Valk verzocht om loonbetaling.

2.9.

Bij e-mailbericht van 15 oktober 2019 is namens [eiseres] aan Van der Valk onder meer verzocht om betaling van (achterstallig) loon en om inschakeling van een bedrijfsarts.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,

A. Van der Valk te veroordelen aan [eiseres] bij wijze van voorschot tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:

I. een bedrag van € 1.900,00 aan bruto salaris vanaf periode 6 van 2019 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd,

II. de (bruto) wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over het gevorderde onder AI, te rekenen vanaf de datum van verzuim,

III. de wettelijke rente over het totaal van het onder AI en AII genoemde bedragen, te rekenen vanaf de datum van verzuim,

B. Van der Valk te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis correcte en deugdelijke bruto/netto specificaties per periode te verstrekken aan [eiseres] betreffende het ingevolge dit vonnis te betalen salaris, verhogingen en wettelijke rente, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per loonstrook per dag, met een maximum van € 20.000,00,

C. Van der Valk te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis correcte en deugdelijke bruto/netto specificaties over de perioden 3 tot en met 5 en van de uitbetaling van het vakantiegeld in mei 2019 aan [eiseres] te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 25,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00,

D. Van der Valk te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis haar bedrijfsarts in te schakelen en ervoor zorg te dragen dat binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een door de bedrijfsarts opgestelde probleemanalyse verstrekt is aan [eiseres] en dat binnen 21 dagen na betekening van dit vonnis het plan van aanpak is opgesteld en aan [eiseres] is verstrekt, en Van der Valk te veroordelen deze en al haar overige wettelijke re-integratieverplichtingen volledig en correct na te komen,

een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 40.000,00,

met veroordeling van Van der Valk in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.

[eiseres] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.

[eiseres] stelt dat zij recht op uitbetaling van loon heeft, omdat zij de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst tijdig heeft ontbonden en dus nog in dienst is bij Van der Valk. [eiseres] stelt ook dat Van der Valk niet heeft voldaan aan haar verplichtingen als werkgever bij ziekte, zoals het inschakelen van een bedrijfsarts en het bieden van de mogelijkheid tot re-integratie.

3.3.

Van der Valk voert aan dat het niet gerechtvaardigd is [eiseres] loon uit te betalen voor uren dat zij niet gewerkt heeft. Ook voert Van der Valk aan dat [eiseres] vlak na haar ziekmelding een periode onbereikbaar was, waardoor inschakeling van een bedrijfsarts niet mogelijk was. Ten slotte acht Van der Valk re-integratie niet in het belang van [eiseres] , mede vanwege de door de onbereikbaarheid ontstane vertrouwensbreuk aan de zijde van Van der Valk.

4 De beoordeling

5 De beslissing