Home

Rechtbank Rotterdam, 21-11-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10746, 7923411

Rechtbank Rotterdam, 21-11-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10746, 7923411

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
21 november 2019
Datum publicatie
4 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2019:10746
Zaaknummer
7923411

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Ontbinding arbeidsovereenkomst om bedrijfseconomische redenen.

Uitspraak

zaaknummer: 7923411 VZ VERZ 19-15494

uitspraak: 21 november 2019

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Oudkerk B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

gemachtigde: mr. M.L. Egeter te Rotterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gemachtigde: mr. R.C.M. Klatten te Leusden.

Partijen worden hierna ‘Oudkerk’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1 De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

• het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 19 juli 2019;

• het verweerschrift met één bijlage, ontvangen op 22 oktober 2019.

De mondelinge behandeling van de zaak vond plaats op 24 oktober 2019. Namens Oudkerk zijn verschenen de heer [naam 1] ( [functie 1] ) en de heer [naam 2] ( [functie 2] ), met de gemachtigde van Oudkerk mr. M.L. Egeter. [gedaagde] is verschenen met zijn gemachtigde mr. R.C.M. Klatten. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat besproken is.

2 De feiten

Er wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1

[gedaagde] (geboren in 1968) is sinds 15 mei 2006 in dienst bij Oudkerk, (thans) als Manager Expeditie op de afdeling Expeditie. [gedaagde] verdient € 5.300,00 bruto per maand (exclusief emolumenten).

2.2

Oudkerk heeft het UWV om bedrijfseconomische redenen om toestemming gevraagd om [gedaagde] te mogen ontslaan. Het UWV heeft dit verzoek op 20 mei 2019 geweigerd.

3 Het geschil

3.1

Oudkerk stelt dat de arbeidsplaats van [gedaagde] vervallen is en dat herplaatsing van [gedaagde] binnen haar bedrijf niet mogelijk is. Oudkerk verzoekt daarom de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden.

3.2

[gedaagde] verzoekt primair het verzoek van Oudkerk af te wijzen, subsidiair (indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden) veroordeling van Oudkerk tot betaling van een transitievergoeding van, na een wijziging van het verzoek, € 33.422,85 bruto en een billijke vergoeding van € 50.000,00 bruto, met bepaling van de ontbindingsdatum zoals in het verweerschrift nader omschreven.

3.3

[gedaagde] verzoekt daarnaast, los van de eventuele ontbinding van de arbeidsovereenkomst, (1) het concurrentie- en relatiebeding te vernietigen, subsidiair te matigen tot zes maanden, meer subsidiair een vergoeding ter hoogte van het brutoloon toe te kennen, en (2) veroordeling van Oudkerk tot betaling van een tantième over 2018 (en vanaf 2019 zolang de arbeidsovereenkomst duurt).

3.4

Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee Oudkerk en [gedaagde] de verzoeken en het verweer daartegen (verder) onderbouwen.

4 De beoordeling

5 De beslissing