Home

Rechtbank Rotterdam, 16-12-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:11201, 8811377

Rechtbank Rotterdam, 16-12-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:11201, 8811377

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
16 december 2020
Datum publicatie
21 december 2020
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2020:11201
Zaaknummer
8811377

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Ontslag testamentair bewindvoerder.

Uitspraak

zaaknummer: 8811377 VZ VERZ 20-18259

uitspraak: 16 december 2020

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats verzoeker] ,

verzoeker,

gemachtigde: mr. A.B. Sluijs te Den Haag,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats verweerder] ,

verweerder,

gemachtigde: mr. M. Boender-Radder te Den Haag.

Partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘ [verweerder] ’ genoemd.

1. De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

• het (herziene) verzoekschrift;

• het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoekschrift;

• de reactie op het verweerschrift en het zelfstandig verzoekschrift;

• de overgelegde stukken;

• de pleitnota van mr. Boender-Radder;

• de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak

op 2 december 2020.

2. De feiten

Er wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1

Op 26 december 2018 overleed in Rotterdam [erflaatster] (hierna: ‘erflaatster’), de moeder van onder andere [verzoeker] .

2.2

Erflaatster heeft in haar testament haar broer, [verweerder] , verweerder in deze zaak, tot testamentair bewindvoerder aangesteld over wat [verzoeker] verkrijgt uit de nalatenschap van erflaatster.

3. Het geschil

3.1

[verzoeker] verzoekt [verweerder] wegens gewichtige redenen te ontslaan als testamentair bewindvoerder.

3.2

[verweerder] vraagt de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] hem wegens gewichtige redenen als testamentair bewindvoerder te ontslaan af te wijzen en hij doet zelfstandig het verzoek hem te ontslaan als executeur. Het verzoek te bepalen dat de professionele bewindvoerder die hem opvolgt, hiervoor als loon het uurloon toekomt dat in zijn beroepsgroep gebruikelijk is, heeft [verweerder] hij tijdens de mondelinge behandeling van de zaak ingetrokken.

3.3

Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee [verzoeker] en [verweerder] de verzoeken en het verweer daartegen (verder) onderbouwen.

4. De beoordeling

5. De beslissing