Home

Rechtbank Rotterdam, 16-10-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:9357, ROT 20/2217

Rechtbank Rotterdam, 16-10-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:9357, ROT 20/2217

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
16 oktober 2020
Datum publicatie
1 november 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2020:9357
Zaaknummer
ROT 20/2217

Inhoudsindicatie

Veelprocedeerder. Misbruik van recht en daarom afwijzing BOBOG.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 20/2217

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2020 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

en

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder op zijn informatieverzoek van 18 januari 2020.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt door de griffier van de indiener van het beroepschrift een griffierecht geheven.

2.1

Eiser heeft in zijn beroepschrift verzocht om vrijstelling van het griffierecht. De griffier heeft dit verzoek bij brief van 7 mei 2020 afgewezen. Bij brief van 10 mei 2020 heeft eiser nogmaals verzocht om vrijstelling van het griffierecht. Dit verzoek is bij brief van 20 mei 2020 onder verwijzing naar de brief van 7 mei 2020 door de griffier afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat eisers verzoek terecht is afgewezen.

2.2

Eiser is bij aangetekende brief van 8 mei 2020 aangemaand het bedrag alsnog binnen vier weken te voldoen. Het vermelde bedrag is niet binnen de gestelde termijn bijgeschreven of ter griffie gestort.

3. Artikel 8:41, zesde lid, van de Awb bepaalt dat, indien het verschuldigde bedrag niet of niet tijdig is bijgeschreven of gestort, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.

4. Naar het oordeel van de rechtbank kan redelijkerwijs worden geoordeeld dat eiser in verzuim is geweest. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J. de Gans, rechter, in aanwezigheid van A.M.S.J. Baggerman, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 16 oktober 2020.

De rechter is verhinderd de

uitspraak te ondertekenen

griffier rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel