Home

Rechtbank Rotterdam, 24-12-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:12699, 71/179524-21

Rechtbank Rotterdam, 24-12-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:12699, 71/179524-21

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
24 december 2021
Datum publicatie
24 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2021:12699
Zaaknummer
71/179524-21

Inhoudsindicatie

Geen vijf jaar gevangenisstraf maar vier jaar waarvan één jaar voorwaardelijk voor betrokkenheid bij onder meer de invoer van bijna 1.000 kg aan cocaïne. In het vonnis is rekening gehouden met procesafspraken die door de officier van justitie en de verdediging zijn gemaakt.

Uitspraak

Team 1

Parketnummer: 71/179524-21

Datum uitspraak: 24 december 2021

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ), zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, gedetineerd in de penitentiaire inrichting Ter Apel.

Advocaat van de verdachte: mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

Officier van justitie: mr. E. van Doorn.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 10 december 2021.

Kern van het vonnis

Op de regiezitting deed de rechtbank aan de officier van justitie en de verdediging het voorstel om in deze zaak te komen tot procesafspraken. Deze afspraken zijn gemaakt en hebben tijdens de inhoudelijke behandeling de nodige aandacht gekregen. Daarbij was een belangrijk element of de verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en zijn strafzaak konden hebben. Daarover is op de zitting met de verdachte gesproken en zijn hem veel vragen gesteld. Centraal bij het onderzoek op de zitting stond bovenal de beantwoording van de vragen van artikel 348 en met name van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna Sv), meer in het bijzonder de vragen naar het bewijs en de straf.

Ook in dit vonnis staan de overwegingen over de artikelen 348-350 Sv voorop. Bij de bepaling van de straf en de motivering daarvan is natuurlijk ook veel aandacht voor de procesafspraken waarbij de totstandkoming, de inhoud, de gevolgde procedure en doorwerking van de procesafspraken worden besproken.

Inhoudsopgave van het vonnis

Hoofdstuk 1: Beschuldigingen in de tenlastelegging

De tekst van de beschuldigingen zoals deze door de officier van justitie zijn opgeschreven in de tenlastelegging. Samengevat zijn dat betrokkenheid bij het invoeren van bijna 1.000 kilogram cocaïne, deelneming aan een criminele organisatie, witwassen van € 60.500,-- en het in huis hebben van een vuurwapen, een onderdeel van een vuurwapen, munitie en jammer.

Hoofdstuk 2: Beslissingen over het bewijs

De bewezenverklaring, de bewijsmotivering en de bewijsoverwegingen.

Hoofdstuk 3: Bewijsmiddelen

De inhoud van de wettige bewijsmiddelen met voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.

Hoofdstuk 4: Verboden gedragingen en de strafbaarheid

De verboden gedragingen, strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte.

Hoofdstuk 5: Onderbouwing van de straf

De motivering van de opgelegde gevangenisstraf van vier jaar waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.

Hoofdstuk 6: Beslissingen in het kort en ondertekening

Een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening van het vonnis door de rechters en de griffier.

1. Beschuldigingen in de tenlastelegging

Feit 1

hij op of omstreeks 7 april 2020 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 998,5 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

subsidiair

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 april 2020 tot en met 9 april 2020, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of vervoeren van ongeveer 998,5 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen door:

-

een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of

-

zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of

-

(daartoe) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het feit,

immers, hebben verdachte(n) en/of zijn mededaders, daartoe:

-

afspraken gemaakt met een chauffeur om de container (met daarin cocaïne) op te halen en deze daarvoor te betalen en/of

-

voorwerpen (een slijptol, een mesje, handschoenen, een vacuümapparaat en vacuümzakjes) voorhanden gehad, die bestemd zijn voor het uithalen en/of herpakken van blokken cocaïne en/of

-

telefonisch contact gehad (via Sky ECC tekstberichten) over het uithalen en/of herpakken van blokken cocaïne, (het aankomen van) de container (met daarin cocaïne) en (het regelen van/betalen van) de chauffeur van de container.

Feit 2

hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 6 juli 2021 te Rotterdam,

althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere de gebruiker van het SKY-account [naam SKY-account 1] en/of andere gebruikers van SKY, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven.

Feit 3

hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Rotterdam, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

-

een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool, merk Walther, type CCP2, kaliber 9X19mm en/of

-

munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 9 kogelpatronen 7.65 mm br en/of;

-

een essentiëel onderdeel en/of onderdeel van wezenlijke aard van een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en munitie, te weten een

patroonmagazijn van merk Steyr, model M9, kaliber 9x19 mm;

voorhanden heeft gehad.

Feit 4

hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Rotterdam, althans in Nederland van één of meerdere voorwerpen, te weten een contant geldbedrag van (ongeveer) € 60.500,- , althans

enig geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de

verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de

rechthebbende op dit geldbedrag was en/of heeft verborgen en/of verhuld wie dit geldbedrag voorhanden heeft gehad en/of dit geldbedrag heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad

terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit geldbedrag, geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

Feit 5

hij op 6 juli 2021 te Rotterdam, al dan niet opzettelijk, radioapparaten, te weten jammers, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet.

2. Beslissingen over het bewijs

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vindt dat alle feiten bewezen kunnen worden.

Bewezenverklaring

De rechtbank vindt dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de feiten heeft begaan op de volgende manier:

Feit 1

hij op 7 april 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht 998,5 kilogram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Feit 2

hij in de periode van 1 maart 2020 tot en met 6 juli 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere de gebruiker van het SKY-account [naam SKY-account 1] en andere gebruikers van SKY, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven.

Feit 3

hij op 6 juli 2021 te Rotterdam

-

een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool, merk Walther, type CCP, kaliber 9X19mm en

-

munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 9 kogelpatronen 7.65 mm br en

-

een onderdeel van wezenlijke aard van een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn van merk Steyr, model M9, kaliber 9x19 mm.

Feit 4

hij op 6 juli 2021 te Rotterdam een contant geldbedrag van € 60.500,-voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat dit geldbedrag, geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

Feit 5

hij op 6 juli 2021 te Rotterdam opzettelijk een radioapparaat, te weten een jammer, gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet.

Bewijsmotivering

De bewezenverklaring steunt op de in hoofdstuk 3 opgenomen redengevende inhoud van de bewijsmiddelen.

Bewijsoverwegingen

Feit 1

Op 7 april 2020 is er in de Rotterdamse haven een container met nummer [containernummer] (hierna: de container) aangekomen die was geladen op het zeeschip [naam zeeschip] . In de container is 998,5 kilogram cocaïne aangetroffen en in beslag genomen. De verdovende middelen lagen op groene vaten. Na de inbeslagname is de container weer vrijgegeven en door een transporteur opgehaald.

De verdachte is samen met anderen betrokken geweest bij het ophalen van de container vanaf het haventerrein en het verdere vervoer hiervan. De verdachte kreeg berichten over in welke vrachtauto hij moest stappen en wat het containernummer was. Vervolgens heeft de verdachte plaatsgenomen in de slaapcabine van de vrachtauto en is mee het haventerrein opgereden om de container op te halen. Vanuit de slaapcabine hield de verdachte anderen op de hoogte van de voortgang. Nadat de container was opgehaald, werd deze onder andere door de verdachte verder vervoerd en uiteindelijk liet de verdachte weten dat de container leeg was. Op 8 april 2020 verstuurde de verdachte een foto van de ‘lege’ container met daarin de groene vaten. Deze groene vaten stonden nog exact hetzelfde in de container als op het moment dat de cocaïne in beslag werd genomen.

Uit deze handelingen volgt dat de verdachte wist van de (eerdere) aanwezigheid van de verdovende middelen in de container. Zijn handelingen waren erop gericht om samen met anderen het verdere vervoer en de aflevering van de container met cocaïne te verzorgen. De verdachte heeft daarmee als medepleger opzettelijk cocaïne (verlengd) ingevoerd in Nederland.

Feit 2

Naast de betrokkenheid van de verdachte bij de (verlengde) invoer van bijna 1.000 kilogram cocaïne wordt vastgesteld dat de verdachte als gebruiker van een SKY ECC-account in de periode van maart 2020 tot en met juli 2021 veelvuldig contact had met andere SKY gebruikers. Hierbij werd onder andere gesproken over het uithalen, vervoeren en bewerken van verschillende partijen verdovende middelen en er werden foto’s van (partijen) verdovende middelen uitgewisseld. Ook werd er veel gesproken over ‘ijzers’, waarbij onder andere werd gezegd: ‘weet ik veel wat voor ijzers het zijn, misschien is ermee gedood’ en ‘(...) in elk huis moet er een ijzer aanwezig zijn dit mag niet meer gebeuren’. Via SKY ECC werden daarnaast foto’s van vuurwapens verstuurd. De rechtbank leidt hieruit af dat met ‘ijzers’ vuurwapens bedoeld worden.

De inhoud van de SKY contacten afgezet tegen het onder 1 bewezenverklaarde leidt tot de vaststelling de verdachte samen met andere gebruikers van SKY ECC heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van verschillende misdrijven.

Feiten 3 en 5

Op 6 juli 2021 is in de woning aan [adres delict] te Rotterdam een vuurwapen een patroonmagazijn met munitie en een jammer aangetroffen. De verdachte maakte vanaf begin juni 2021 veelvuldig gebruik van de woning en niet is gebleken dat er in die periode andere personen in de woning zijn geweest. Op grond hiervan concludeert de rechtbank dat de verdachte het vuurwapen en het patroonmagazijn met munitie voorhanden heeft gehad en dat hij daarnaast opzettelijk de jammer gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl hij daarvoor niet de benodigde vergunning had.

Feit 4

- Beoordelingskader

De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.

Dat een voorwerp ‘afkomstig is uit enig misdrijf’ kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.

Indien door de officier van justitie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij of zij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat zo een verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. Indien een dergelijke verklaring is uitgebleven, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen.

- Beoordeling

Op 6 juli 2021 is in de woning aan [adres delict] te Rotterdam een geldbedrag van

€ 60.500,-- aangetroffen. Van de verdachte zijn geen financiële gegevens over legale inkomsten en vermogen bekend. Verder zitten er in het dossier veel SKY-berichten tussen de verdachte en andere SKY ECC-gebruikers die gaan over verdovende middelen. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen deze omstandigheden het bewijsvermoeden van het witwassen van de € 60.500,--, zodat van de verdachte kan worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het bedrag. Die verklaring is door de verdachte niet gegeven. Hij heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag van € 60.500,-- afkomstig was uit enig misdrijf en dat de verdachte daarvan op de hoogte was.

3. Bewijsmiddelen

Feit 1

1. Onderzoek Belastingdienst/Douane Rotterdam Haven1

Uit de douane systemen bleek dat de container [containernummer] (hierna: de container) geladen was op het zeeschip [naam zeeschip] die op 7 april 2020 zou arriveren in de haven van Rotterdam.

2. Onderzoek Belastingdienst/Douane Rotterdam Haven2

Op 7 april 2020 in Rotterdam deden wij een controle van een container met het nummer [containernummer] Op het manifest stond als zegelnummer vermeld [zegelnummer 1] . Op de container zat een zegel met het nummer [zegelnummer 2] . Wij zagen in de container op vaten balen met vermoedelijk verdovende middelen liggen.

3. Onderzoek Team Bijzondere Bijstand3

Op 7 april 2020 heb ik de container met het unieke nummer [containernummer] overgenomen om nader te onderzoeken. Wij hebben de 20 balen inhoudende pakketten vermoedelijk met verdovende middelen uit de container verwijderd. Ik heb 33 willekeurige pakketten (genummerd 1 t/m 33) uit de in totaal 1.000 aangetroffen pakketten geselecteerd voor onderzoek.

Van de pakketten 1 t/m 30 nam ik circa 3 gram van de witte poederachtige substantie voor analyse door het Douanelaboratorium. Ik verpakte de witte poederachtige substantie in 30 gripzakjes. Elk gripzakje werd voorzien van een unieke SIN sticker ( [SIN-nummer 1] t/m [SIN-nummer 2] ). Nettogewicht 1000 pakketten = 998,85 x 1000 = 998,85 kilogram.

4. Deskundigenverslag Douane Laboratorium4

Het materiaal (SIN [SIN-nummer 1] t/m [SIN-nummer 2] ) werd onderzocht. Hierbij werd vastgesteld dat het materiaal van alle SIN-nummers cocaïne bevatte.

Feiten 1 en 2

5. Onderzoek van de politie5

De gebruiker van de [naam SKY-account 2] betreft de volgende persoon: [naam verdachte] , geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] [geboorteland verdachte] .

6. Eigen waarneming van de rechtbank op de zitting van 10 december 2021

De foto’s die hieronder in bewijsmiddel 7 in de SKY conversaties zijn opgenomen, zijn op de zitting aan de orde gesteld. De procespartijen hebben van de foto’s kennis kunnen nemen.

7. Onderzoek van de politie6

SKY-berichten:

Gebruikers:

[naam SKY-account 2] (hierna: A)

[naam SKY-account 1] (hierna: B)

[naam SKY-account 3] (hierna: C)

[naam SKY-account 4] (hierna: D)

[naam SKY-account 5] (hierna: E)

[naam SKY-account 6] (hierna: F)

[naam SKY-account 7] (hierna: G)

[naam SKY-account 8] (hierna: H)

‘Verdovende middelen’

7 april 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

A

B

(...) ik heb de chauffeur van de vrachtauto ontmoet

A

B

Ik denk dat ik naar binnen moet gaan

(...)

B

A

Zeker weten dat je naar binnen moet

(...)

B

A

Gaat met de vrachtauto in

A

B

Ja

(...)

B

A

Je gaat met hem naar binnen en je bevestig het

A

B

Ja, met hem alleen maar naar binnen gaan, het is mogelijk dat ik het bed in moet

(...)

(...)

B

A

Laat me weten wanneer je naar binnen gaat

(...)

A

B

Dit werd gezegd we gaan nu het met deze vrachtauto volgen waar ik al zit, een andere vrachtauto zal naar binnen gaan om op te halen

(...)

B

A

Ze gaan alleen de vriendinnen brengen

(...)

A

B

Ik ga met de vrachtauto naar binnen

A

B

[ FOTO A ]

C

A

[ FOTO B ]

C

A

[ FOTO C ]

(...)

A

B

Ik zal met je schrijven wanneer ik naar buiten ben gekomen

A

B

Want ik kan nu het niet uithalen

(...)

A

B

Ik ben buiten BIC

(...)

A

B

We gaan bij een benzinestation stoppen

D

A

[ FOTO D ] Containerzegel [zegelnummer 2]

8 april 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

A

B

[ FOTO E ]

B

A

Waren die boven de olie

B

A

Die vriendinnen

(...)

A

B

Toen het leeg bleek bleef ik op mijn gemak foto’s maken

20 juni 2020: SKY-berichten in de groep ‘ [SKY-chatgroep] ’. Hierin zitten de gebruikers A, F en G.

Verzender

Ontvangers

Verzonden bericht

F

A, E

Het zijn er 77 [naam]

(...)

G

A, F

Stuur me foto

F

A, G

[ FOTO F ]

(...)

A

F, G

Het zijn super vriendinnen [naam]

A

F, G

Hebben genoeg geur, het zijn sterke en hebben geen schubben

13 augustus 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

A

Hebben jullie naar ons magazijn gebracht

A

B

Ja

B

A

Er is werk dus

B

A

Om open te krijgen

A

B

Met de slijptol tot aan de dood

A

B

[ FOTO G ]

A

B

Ik heb ze uitgehaald

A

B

Nu moet ik gaan lassen

1 maart 2021

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

E

Ik moet 200 geven aan diegene die zo komt

B

E

333 en wat anders

E

B

Ja geef de beste

E

B

Aan die van 200

B

E

[ FOTO H ]

E

B

Zijn het 200?

(...)

B

E

Ja

B

E

[ FOTO I ]

‘IJzers’

8 maart 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

A

De ijzers zullen hier worden gebracht

B

B

5 ijzers

(...)

B

A

Weet ik veel wat voor ijzers het zijn misschien is ermee gedood

A

B

De ijzers alleen kun je in een rugzak doen maar de mengers zijn een probleem

(...)

B

Hebben jullie alle ijzers weggehaald hoe moet het nu dat we het werk hebben. De ijzers zijn nodig wat als iemand jullie komt beroven wat dan. Ik heb 2 ml euro voor jullie betaald omdat jullie in elkaar werden geslagen in de garage. Denken jullie na of niet. Het is de eerste en laatste keer. In elk huis moet er een ijzer aanwezig zijn dit mag niet meer gebeuren

5 april 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

A

Ik moet morgen een mitrailleur gaan ophalen/kopen

(...)

B

A

Je doet de deur open en je heb er een grote tas met sportkoffers daaronder heb je een tas met 5 wapens en een een tas met wat mengers op de grond heb je een kleine tas met wat gereedschap slijptol tang en dit soort dingen bij de buitenzak van de tas heb je een wapen in een zak, je hebt er ook een rugzak met een schoenendoos met 2 wapens hadden we uit Den Haag gebracht

13 december 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

G

H

[ FOTO J ]

G

H

[ FOTO K ]

G

H

[ FOTO L ]

1 maart 2021

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

A

Heb je de ijzers in het midden op of het einde geplaatst

A

B

Heb je de ijzers gevonden

9 april 2020

Verzender

Ontvanger

Verzonden bericht

B

A

Heb jij op SKY genoteerd dat we aan de chauffeur hebben gegeven

A

B

Ja 1.4

8. Eigen waarneming van de rechtbank op de zitting van 10 december 2021

De foto7 die hieronder is weergegeven is op de zitting aan de orde gesteld. De procespartijen hebben van de foto kennis kunnen nemen.

[ FOTO M ]

Feiten 3, 4 en 5

9. Onderzoek van de politie8

Op 6 juli 2021 is in de woning aan [adres delict] te Rotterdam contant geld aangetroffen en in beslag genomen.

10. Lijst van inbeslagname9

Behoort bij object : [adres delict] te Rotterdam

Datum inbeslagneming : 6 juli 2021

IBN-code: [IBN-code 1]

Vuurwapen met twee patroonhouders

IBN-code: [IBN-code 2]

DIGI: Device ‘Jammer’ in doos

11. Onderzoek van de politie10

Op 6 juli 2021 zijn op de locatie [adres delict] te Rotterdam goederen in beslag genomen. Na onderzoek van deze goederen is het volgende naar voren gekomen:

Omschrijving pistool

Goednummer : [goednummer 1]

Object : vuurwapen (pistool)

Merk : Walther / CCP

Kaliber : 7.65mm br.

Bijzonderhed. : ibn [IBN-code 1]

Bij mijn onderzoek heb ik gezien dat het voorwerp een pistool betrof. (...) Dit pistool is bestemd om projectielen door een loop af te schieten. (...) Bij het afvuren van proefschoten functioneerde het pistool naar behoren. Daarom is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie.

Omschrijving munitie

Goednummer : [goednummer 2]

Object : munitie (kogelpatronen)

Aantal : 9 stuks

Kaliber : 7,65mm br.

Bijzonderh. : uit patroonmagazijn [serienummer]

De 9 kogelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de WWM.

Omschrijving patroonmagazijn

Goednummer : [goednummer 3]

Object : vuurwapen (patroonhouder)

Merk : Steyr/M9

SIN : [SIN-nummer 3]

Kaliber : 9x19mm

Bijzonderhed. : ibn [IBN-code 3]

Dit patroonmagazijn is een onderdeel c.q. hulpstuk dat van wezenlijke aard is en specifiek bestemd is voor een pistool van het merk: Steyr, model: M9, kaliber: 9x19mm.

Derhalve zijn mede gelet op artikel 3, eerste lid van de Wet wapens en munitie, de bepaling met betrekking tot een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder het derde lid, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, van toepassing.

12. Onderzoek van de politie11

Op 6 juli 2021 werd aan [adres delict] te Rotterdam een bruinkleurige doos aangetroffen. In deze doos bevond zich een zogenaamde jammer.

13. Deskundigenverslag Telecom Agentschap12

De uitrusting werd in beslag genomen op het volgende adres. De volgende personalia zijn bekend met betrekking tot degene van wie de uitrusting in beslag werd genomen:

Achternaam : [achternaam verdachte]

Voornaam : [voornaam verdachte]

Geboren : [geboortedatum verdachte] te [geboorteland verdachte]

Adres : [adres delict] te [woonplaats]

De door de landelijke eenheid dienst landelijke recherche inbeslaggenomen uitrusting, een zwarte jammer zonder merk en type aanduiding, voorzien van zes (6) antennes welke door middel van coaxiale pluggen aan het apparaat zijn geschroefd en krijgt zijn voedingsspanning middels een externe net/accuvoeding.

Om de aard en werking van de radioapparatuur vast te stellen heb ik deze technisch onderzocht op diens werking in het frequentiespectrum:

Verstoring op of rond Verstoort Geschat bereik

(frequentiebanden in MHz) (applicaties)

171-230 MHz DAB+radio 30m

774 - 1030 MHz 2G, 3G, 4G

1791-2000 MHz 2G, 3G, 4G

2095-2180 MHz 2G, 3G, 4G

2590-2700 MHz 2G, 3G, 4G

Conclusie

Op basis van deze waarnemingen concludeer ik dat de uitrusting apparatuur betreft die ook wel 'jammers' (verstoorder) worden genoemd, bestemd voor het uitzenden van radiosignalen met grote bandbreedte. De uitrusting is, afgaande op de onderzochte karakteristieken, gebouwd en ontworpen om doelgericht frequenties die door andere toepassingen worden gebruikt te verstoren op de hiervoor genoemde frequentiebanden.

Ik zag dat op de uitrusting niet de verplichte CE markering was aangebracht. Het apparaat voldoet daarom tevens niet aan de krachtens artikel 10.3 onderdeel c en e gestelde voorschriften van de Telecommunicatiewet. Het aanleggen, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben of gebruik van radioapparaten is slechts toegestaan indien voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van artíkel 3.13, eerste lid, Telecommunicatiewet een vergunning is verleend voor het gebruik van frequentieruimte, dan wel vrijstelling is verleend ingevolge artikel 10.15, tweede lid, van dezelfde wet. Deze vergunning wordt uitsluitend verleend voor uitrustindie niet stoort. Nu ik heb vastgesteld dat de geteste uitrusting gebouwd en ontworpen is om te verstoren, sluit ik uit dat een vergunning is verleend.

14. Onderzoek van de politie13

De woning gelegen aan [adres delict] te Rotterdam is onder camera observatie genomen. Hieruit komt naar voren dat de heer [naam verdachte] in de periode van 3 juni 2021 tot en met 4 juli 2021 in de woning verbleef en dat er niet is gebleken dat er in die periode andere personen in de woning zijn geweest.

15. Onderzoek van de politie14

Op 6 juli 2021 hield ik op de locatie [adres delict] te Rotterdam, als verdachte aan:

Achternaam : [achternaam verdachte]

Voornaam : [voornaam verdachte]

Geboren : [geboortedatum verdachte] te [geboorteland verdachte] .

4. Verboden gedragingen en de strafbaarheid

5. Onderbouwing van de straf

6. Beslissingen in het kort en ondertekening