Home

Rechtbank Rotterdam, 19-04-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:4726, KTN-9010422

Rechtbank Rotterdam, 19-04-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:4726, KTN-9010422

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
19 april 2021
Datum publicatie
31 mei 2021
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2021:4726
Zaaknummer
KTN-9010422

Inhoudsindicatie

Kortgeding ontruiming wegens ontstaan bedwantsenplaag in de woning van huurder. Sprake van toerekenbare tekortkoming

Uitspraak

zaaknummer: 9010422 VV EXPL 21-56

uitspraak: 19 maart 2021

vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van:

de stichting

Stichting Havensteder,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres,

gemachtigde: mr. E. de Jong,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] ,

in haar hoedanigheid van bewindvoerder

over de goederen van [naam 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,

gedaagde,

gemachtigde: mr. E. Weijer.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘Havensteder’, ‘ [gedaagde] ’ en ‘ [naam 1] ’.

1. Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  1. de dagvaarding van 25 februari 2021, met producties;

  2. de voorafgaand aan de mondelinge behandeling overgelegde producties van de zijde van [gedaagde]

  3. de pleitnota van de gemachtigde van [gedaagde] .

De mondeling behandeling heeft plaatsgevonden op 5 maart 2021. Namens Havensteder zijn verschenen mr. E. de Jong (gemachtigde), [naam 2] (woonconsulent), [naam 3] (woonconsulent) en [naam 4] (bestrijdingsdienst). Namens [gedaagde] is verschenen mr. E. Weijer. [naam 1] is in persoon verschenen, eveneens vertegenwoordigd door mr. E Weijer.

Van hetgeen ter zitting is besproken, heeft de griffier aantekening gehouden.

2. De vaststaande feiten

2.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.

2.2

De goederen die (zullen) toebehoren aan [naam 1] zijn onder bewind gesteld. [gedaagde] is de huidige bewindvoerder.

2.3

[naam 1] huurde tot juli 2020 van Havensteder de woning aan de [adres 1] . Vanuit die woning is een bedwantsenplaag ontstaan waarbij het gehele complex van twaalf woningen geïnfecteerd is met bedwantsen.

2.4

Vanaf 16 juli 2020 verhuurt Havensteder middels een zogeheten tweedekansovereenkomst de woning aan de [adres 2] (hierna: de woning) aan [naam 1] . De woning bevindt zich op de derde verdieping van een seniorencomplex van Havensteder. Op de begane grond van het complex zijn een kinderopvang en een basisschool gevestigd.

2.5

In de tweedekansovereenkomst (aanvullende huurvoorwaarden) staat onder meer, voor zover hier van belang, het volgende:

“[...] Overeengekomen vooralsnog niet over te gaan tot een juridische procedure in het kader van ontbinding van de huurovereenkomst en huurder nog een kans te geven met aanvullende huurvoorwaarden; [...]Erkent dat de geconstateerde bedwantsenplaag in de woning aan de [adres 1] geheel eigen verantwoordelijkheid is en mede door nalatigheid uitgegroeid is tot een plaag waarbij meerdere omliggende woningen en algemene ruimtes in het complex zijn besmet;

2.6

In artikel 8 van de op de huurovereenkomst van toepassing zijnde algemene huurvoorwaarden staat het volgende:

Artikel 8 Algemene verplichtingen van de huurder [...] 11. Huurder voorkomt dat omwonenden overlast of hinder hebben van hem, huisgenoten, huisdieren of derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.”

2.7

Bij brief van 24 juli 2020 heeft de gemachtigde van Havensteder [naam 1] nogmaals gewezen op het gevolg als er in de woning bedwantsen worden aangetroffen.

“[...] De woning aan de [adres 2] mag onder geen beding besmet raken met bedwantsen, [...]

Als u de voorwaarden van Havensteder niet nakomt, kunt u niet in de woning aan de [adres 2] gaan/blijven wonen. In dat geval moet u zelf op zoek gaan naar andere huisvesting. [...]”

2.8

Op 25 januari 2021 heeft een van de zorgbegeleiders van [naam 1] van zorginstelling Antes, aan Havensteder medegedeeld dat er in de woning van [naam 1] bedwantsen zijn aangetroffen.

2.9

In opdracht van Havensteder heeft de bestrijdingsdienst op 29 januari 2021 een onderzoek uitgevoerd in de woning van [naam 1] .

2.10

De bestrijdingsdienst heeft naar aanleiding van het onderzoek in de woning van [naam 1] een rapportage opgesteld. In de rapportage staat onder meer dat er in de grote slaapkamer levende exemplaren bedwantsen zijn aangetroffen op de wand, op de plinten, bij de radiator, op het bed en op het hoofdbord. In de badkamer waren dode bedwantsen aangetroffen en in de logeerkamer sporen van bedwantsen.

Voorts staat in de rapportage vermeld:

[...]In de gehele woning is er sprake van niet op orde zijnde hygiëne. Uitgaande van de standaard die we mogen verwachten bij de gemiddelde persoon in de maatschappij en persoonlijke hygiëne op dezelfde basis. Bloedsporen van bedwantsen aangetroffen op kleding, lakens etc. alsmede kleding die bewoner aanhad tijdens de inspectie. Verklaring van bewoner ten tijde van de inspectie, quote: deze blouse draag ik nu voor de 3e dag.

[...]

Gezien de huidige omstandigheden is er een verhoogd risico op migratie van bedwantsen op basis van een groeiende populatie. De bedwantsen zullen bij gebrek aan gastheer in de nacht opzoek gaan naar meerdere voedselbronnen op basis van lichaamstemperatuur en Co2 uitstoot. De direct aangrenzende woningen lopen hiermee een verhoogd risico op besmetting. Gezien er in enkele aangrenzende woningen hier reeds sprake van is, zijn overige geschakelde woningen een mogelijke besmetting nabij. Bedwantsen kunnen bij voedseltekort grote afstanden overbruggen. Advies hierin is dan ook spoedig een bestrijding in te zetten om migratie te voorkomen.[...]”

2.11

Bij e-mail van 1 februari 2021 heeft de bestrijdingsdienst Havensteder geïnformeerd over het belang van het bestrijden van de bedwantsen:

“In de bijlage de foto’s van de aangetroffen bed wantsen op de locatie [adres 1] , bronwoning. De woning was volledig vergeven van bed wantsen. Met name de slaapkamer op de 1e etage zat een gips voorzetwand met gaten erin waar de bed wantsen zich verscholen hielden. Na het openen van de wand kwamen er duizenden bed wantsen tevoorschijn. [...]

Na inspectie op de [adres 2] die we hebben uitgevoerd in de woning waar meneer na voorgaande woning op de wateringhestraat is gehuisvest hebben wederom in de gehele woning bed wantsen aangetroffen. Het advies hierin luidt dan ook om ook deze woning z.s.m. te behandelen middels hitte behandeling om een escalatie zoals op vorig adres te voorkomen. Bij dit complex is eveneens de woning recht onder en schuin onder de bronwoning besmet. Ook deze dienen behandeld te worden om uitbreiding van de overlast te voorkomen.”

2.12

Op 17 februari 2021 heeft een zorgverlener van Antes (namens [naam 1] ) [gedaagde] verzocht om extra leefgeld om de bedwantsen te bestrijden.

2.13

Op 18 februari 2021 heeft [naam 1] [naam bedrijf] opdracht gegeven om de bedwantsen te bestrijden. [naam bedrijf] heeft diezelfde dag een kwitantie voor € 275,- uitgeschreven voor de bestrijding van bedwantsen.

3. De vordering

3.1

Havensteder vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening drie dagen na betekening van dit vonnis de woning gelegen aan de [adres 2] dient te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking te stellen van Havensteder, met veroordelen van [gedaagde] in de proceskosten.

3.2

Havensteder heeft aan haar vordering -kort gezegd- ten grondslag gelegd dat [naam 1] opnieuw vanuit zijn woning een bedwantsenplaag heeft laten ontstaan en daarmee ernstig tekort is geschoten uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichting zich als een goed huurder te gedragen (artikel 7:213 BW). [naam 1] heeft voorts in strijd gehandeld met zijn verplichtingen uit de tweedekansovereenkomst. Daarnaast laat de hygiëne van de woning van [naam 1] te wensen over, hetgeen de bedwantsenplaag ook (heeft) versterkt. De nieuwe bedwantsenplaag is bovendien door [naam 1] niet tijdig gemeld aan Havensteder. Er is een onthoudbare situatie ontstaan. De gevolgen van een bedwantsenplaag en de bestrijdingswerkzaamheden zijn ok) voor de omwonenden zeer ingrijpend. Voorts wil Havensteder verdere schade aan haar panden voorkomen. Havensteder heeft dan ook een spoedeisend belang bij haar vorderingen.

4. Het verweer

5. De beoordeling

6. De beslissing