Home

Rechtbank Rotterdam, 03-06-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6498, 9231818

Rechtbank Rotterdam, 03-06-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6498, 9231818

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
3 juni 2021
Datum publicatie
8 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2021:6498
Zaaknummer
9231818

Inhoudsindicatie

Huur, toestaan dringende werkzaamheden, renovatie

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9231818 \ VV EXPL 21-238

uitspraak: 3 juni 2021 (bij vervroeging)

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de stichting

Stichting Havensteder,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres,

gemachtigde: mr. P.J. Remmelts te Rotterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gedaagde,

die niet is verschenen.

Partijen worden hierna verder aangeduid als “Havensteder” en “ [gedaagde] ”.

1. Het verloop van de procedure

1.1.

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:

- de dagvaarding van 25 mei 2021, met producties.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 juni 2021. Namens Havensteder is mevrouw [persoon A] (sociaal begeleider) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde mr. P.J. Remmelts. [gedaagde] is niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.

1.3.

De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1.

Tussen Havensteder en [gedaagde] bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan de [adres] te Rotterdam (hierna: ‘het gehuurde’). Het gehuurde maakt deel uit van een appartementencomplex.

2.2.

Havensteder wenst onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uit te voeren in het complex. Havensteder heeft daartoe een voorstel aan de huurders in het complex voorgelegd.

2.3.

Bij brief van 7 september 2020 heeft Havensteder [gedaagde] medegedeeld dat inmiddels meer dan 75% van de huurders van het complex waarin het gehuurde is gelegen, akkoord is gegaan met de voorgenomen werkzaamheden en is [gedaagde] gewezen op de mogelijkheid binnen acht weken na ontvangst van de brief een bezwaar in te dienen bij de kantonrechter.

2.4.

Bij brief van 5 november 2020 heeft Havensteder aan [gedaagde] medegedeeld dat de bezwaartermijn van acht weken is verstreken en dat de werkzaamheden in het complex zullen worden uitgevoerd.

3. Het geschil

3.1.

Havensteder vordert in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:

I. [gedaagde] ertoe te veroordelen om te gedogen dat eiseres, dan wel een door eiseres in te schakelen derde, in gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam een technische opname en asbestinventarisatie uitvoert en de ramen en deuren inmeet;

II. in het geval [gedaagde] weigert om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, in gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam een technische opname en asbestinventarisatie uitvoert en de ramen en deuren inmeet, [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zolang dat noodzakelijk is om de technische opname en de asbestinventarisatie uit te voeren en de ramen en deuren in te meten;

III. [gedaagde] ertoe veroordelen om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van de dagvaarding onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uitvoert in en aan het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam, te weten:

a. a) het vervangen van de kunststof kozijnen aan de balkonzijde;

b) het aanbrengen van een voering in de standleiding en in de leiding in de vloer;

c) het controleren en zo nodig vervangen van water- en elektraleidingen. Daarnaast worden er nieuwe waterleidingen aangelegd en bij keukens waar zich een geiser bevindt, wordt de

kraan vervangen;

i. i) het aanbrengen van extra isolatie in de gevels;

j) het isoleren van de plafonds van de bergingen;

k) het vervangen van een geiser of boiler door een afleverset van Eneco;

1) het vervangen van de oude radiatoren en leidingen en het aanbrengen van een extra radiator in de hal;

m) het verwijderen van de gasaansluiting in de keuken. In plaats hiervan krijgen de huurders een inductiekookplaat;

n) het vervangen van de huidige beglazing door beglazing van HR++glas;

o) het aanbrengen van een nieuwe geïsoleerde voordeur;

p) het aanbrengen van een nieuwe thermostaat;

q) het plaats van een individueel C02-gestuurd ventilatiesysteem;

IV. in het geval [gedaagde] weigert om te gedogen dat Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van de dagvaarding onder de letters a, b, c, 1, j, k, 1, m, n, o, p en q uitvoert in en aan het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam, [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde aan de [adres] in ( [postcode] ) Rotterdam binnen drie dagen na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder of een door haar in te schakelen derde, dit alles zo lang dat noodzakelijk is om de werkzaamheden genoemd in alineanummer 2 van deze dagvaarding onder de letters a, b, c, i, j, k, 1, m, n, o, p en q uit te voeren;

V. de beveltermijn van de sub 2 en 4 gevorderde tijdelijke ontruimingen op grond van artikel 555 in samenhang met 502 lid 1 Rv te verkorten van drie dagen naar 24 uur;

VI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris en de verschotten van de gemachtigde van Havensteder.

3.2.

[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering.

4. De beoordeling

5. De beslissing