Home

Rechtbank Rotterdam, 06-08-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:7670, 9201596 \ HA VERZ 21-55

Rechtbank Rotterdam, 06-08-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:7670, 9201596 \ HA VERZ 21-55

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
6 augustus 2021
Datum publicatie
17 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2021:7670
Zaaknummer
9201596 \ HA VERZ 21-55

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Een werknemer is met verkoudheidsklachten op het werk verschenen en niet naar huis gegaan ondanks dat meerdere collega’s hem dat hadden geadviseerd. De volgende dag meldt de werknemer zich ziek en twee dagen later blijkt dat hij positief is getest op de het coronavirus. Heeft de werknemer verwijtbaar gehandeld en is dit voldoende reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden?

Uitspraak

zaaknummer: 9201596 \ HA VERZ 21-55

uitspraak: 6 augustus 2021

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Du Pont de Nemours (Nederland) B.V.,

gevestigd te Dordrecht,

verzoekster, verweerster in het tegenverzoek,

gemachtigden: mr. P.L.M. Schneider,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats verweerder],

verweerder, verzoeker in het tegenverzoek,

gemachtigde: mr. S.N. Arikan.

Partijen worden hierna aangeduid als “DuPont” en “[verweerder]”.

1. Het verloop van de procedure

1.1.

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:

-

het verzoekschrift, ingekomen op 6 mei 2021, met producties;

-

het verweerschrift, tevens inhoudende zelfstandige voorwaardelijke tegenverzoeken, met producties;

-

de brief van DuPont van 6 juli 2021 met producties 35 tot en met 40;

-

de brief van [verweerder] van 6 juli 2021 met productie 8 tot en met 13;

-

de brief van [verweerder] van 8 juli 2021 met producties;

-

de pleitaantekeningen van Dupont.

1.2.

De mondeling behandeling heeft plaatsgevonden op 9 juli 2021. Aan de zijde van DuPont zijn verschenen [naam 1] (Human Resource Manager) en [naam 2] (Manager Operations), bijgestaan door mr. P.L.M. Schneider en mr. P.J. Huys. [verweerder] is verschenen, bijgestaan door mr. S.N. Arikan, [naam 3] (tolk) en [naam 4] (de dochter van [verweerder]).

1.3.

De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

2.1.

DuPont is een chemiebedrijf.

2.2.

[verweerder] (geboren op [geboortedatum verweerder]) is op 1 december 1999 in dienst getreden bij DuPont. Hij is laatstelijk werkzaam in de functie van Batch Prep Operator met een salaris van € 2.320,65 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en emolumenten.

2.3.

[verweerder] maakt als Bach Prep Operator (hierna: BPT-er) deel uit van het Batch Prep Team dat uit zeven BTP-ers bestaat. De BTP-ers werken volgens een roterend volcontinurooster (vijf ploegendienst). Tijdens elke dienst is er één BTP-er aanwezig.

2.4.

Op 8 juli 2020 heeft [verweerder] zich ziekgemeld, vanwege een operatie aan zijn voet. Op 11 november 2020 is [verweerder] weer in staat om aangepast werk te verrichten en start hij met re-integreren. Vanwege zijn re-integratie liep hij met zijn collega [naam 5] mee.

2.5.

Op 16 maart 2021 heeft [verweerder] zich ziekgemeld. Op 18 maart 2021 heeft [verweerder] aan zijn direct leidinggevende, [naam 6], per WhatsApp bericht dat hij positief is getest op het coronavirus.

3. Het geschil

3.1.

DuPont heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a jo. artikel 7:669 lid 1 en 3 onder e (verwijtbaar handelen of nalaten), dan wel g (verstoorde arbeidsverhouding), dan wel i (de combinatie van omstandigheden genoemd in de e- en g-grond) BW. Tevens heeft DuPont verzocht om te bepalen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten, dat geen rekening hoeft te worden gehouden met een opzegtermijn en dat [verweerder] geen recht heeft op een billijke vergoeding en een (additionele) transitievergoeding, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.

3.2.

[verweerder] heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden moet worden afgewezen. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wel wordt ontbonden heeft [verweerder] verzocht aan hem een transitievergoeding toe te kennen van € 28.200,- bruto, de wettelijke opzegtermijn toe te passen en Dupont te veroordelen aan hem een billijke vergoeding toe te kennen van € 200.000,- bruto, met veroordeling van DuPont in de proceskosten.

3.3.

Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4. De beoordeling