Home

Rechtbank Rotterdam, 04-02-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:819, C/10/631979 / KG ZA 22-36

Rechtbank Rotterdam, 04-02-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:819, C/10/631979 / KG ZA 22-36

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
4 februari 2022
Datum publicatie
9 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2022:819
Zaaknummer
C/10/631979 / KG ZA 22-36

Inhoudsindicatie

Kort geding. Heeft de school in redelijkheid tot het verwijderingsbesluit van een leerling kunnen komen? Marginale toetsing. Buitenproportionele sanctie. School verplicht leerling weer toe te laten.

Uitspraak

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/631979 / KG ZA 22-36

Vonnis in kort geding van 4 februari 2022

in de zaak van

1. [naam eiser 1],

2. [naam eiser 2],

in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon

[naam eiser 3] ,

wonende te [woonplaats eisers],

eisers,

advocaat mr. C.W. Simonis te Zoetermeer,

tegen

de vereniging

VERENIGING VOOR CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS TE

ROTTERDAM EN OMGEVING,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde,

advocaat mr. C.W. Kniestedt te Amsterdam.

Partijen worden hierna de ouders (of afzonderlijk: de vader respectievelijk de moeder), [naam eiser 3] en de VCVO genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 20 januari 2022 met producties 1 tot en met 15

-

producties 16 tot en met 18 van de ouders

-

de mondelinge behandeling gehouden op 31 januari 2022

-

de pleitnota van de ouders

-

de ter zitting overgelegde ongenummerde productie van de ouders

-

de pleitnota van de VCVO.

1.2.

De kantonrechter heeft bij beschikking van 31 januari 2022 de ouders gemachtigd om [naam eiser 3] in het kader van dit kort geding te vertegenwoordigen.

1.3.

Vonnis is bepaald.

2. De feiten

2.1.

[naam eiser 3] is 17 jaar en zit in klas 5 VWO van het [naam school 1] te [plaatsnaam]. Het [naam school 1] is een christelijke scholengemeenschap voor atheneum, havo, mavo en vmbo. Rector a.i. van het [naam school 1] is [naam 1] (hierna: [naam 1]). Het [naam school 1] wordt in stand gehouden door de VCVO.

2.2.

Op vrijdag 26 november 2021 hebben [naam eiser 3] en (een aantal van) zijn klasgenoten slechte cijfers gekregen voor een Engels essay. Naar aanleiding hiervan heeft [naam eiser 3] op maandag 29 november 2021 op de website van de gemeente Rotterdam een demonstratie tegen zijn leraar Engels, [naam 2] (hierna: [naam 2]), aangevraagd. Dit heeft hij samen gedaan met zeven klasgenoten die ook een slecht cijfer voor het essay hadden teruggekregen. Het onderwerp van de aangevraagde demonstratie was ‘ boycotten’. In de aanvraag werd voorts een vermoeden van corrupt handelen door [naam 2] vermeld.

2.3.

Op 29 november 2021 is [naam 1] door de politie over de demonstratieaanvraag geïnformeerd. Omstreeks 16:45 uur heeft hij de vader en [naam eiser 3] telefonisch gesproken. Vervolgens heeft ook de politie met de ouders en [naam eiser 3] gebeld. In beide gesprekken heeft [naam eiser 3] aangegeven dat het aanvragen van de demonstratie als grap bedoeld was en dat hij niet had gedacht dat de aanvraag serieus zou worden genomen. Diezelfde avond, om 18:42 uur, heeft [naam eiser 3] een excuusmail aan [naam 2] gestuurd. In die e-mail staat het volgende:

“Beste [naam 2]

Ten eerste wil ik mijn oprechte excuses aanbieden voor deze hele nare situatie die door mij is voorgedaan. Ik snap dat u in shock ben[t], achteraf ben ik dat eerlijk gezegd ook. Ik snap dat u in verwarring bent want zoals u mij waarschijnlijk kent zou ik dit nooit met slechte intenties ooit bedoeld hebben. Om te beginnen waar dit vandaan is gekomen kwam door de slechte cijfers van (...) [het] essay. Daar hebben een aantal (waaronder ik) een cijfer gehad waar we ontevreden mee waren. Daarbij had ik met een groep verzonnen om hier een onschuldig grapje mee te maken. Namelijk om voor de grap een demonstratie hierover te melden. Maar vooraf had ik en dat groepje niet verwacht dat dit serieus genomen zou worden. Wat namelijk volgens mijn kant heel jeugdig en dom achteraf is. Toevallig is dit allemaal via mijn gegevens gegaan. Uiteraard ben ik eindverantwoordelijke voor omdat ik dit zelf verstuurd heb maar is (wat ik al eerder zei) er geen enkele kwade intentie richting u geweest. Al had dit bij een andere leraar geweest dan had dat geen enkel verschil gemaakt qua intentie. Zoals u wellicht (...) [heeft] meegekregen zijn woorden als corruptie en dat soort uitspraken erbij gehaald. Hopelijk weet u dat ik deze woorden alleen als grapje bedoeld heb en niet als serieuze opvatting heb geschreven. Dit is natuurlijk absoluut niet aan de orde. De politie is van deze actie en situatie op de hoogte want daar mee heb ik net telefonisch contact gehad.

Uiteraard ben ik bereid voor de eventuele consequenties die hieraan vast zitten en ze te aanvaarden, Ik heb zojuist ook met [naam 1] gesproken en daar heb ik ook een afspraak mee gemaakt om morgen om 8:30 een gesprek mee te hebben. Graag wil ik ook dit verhaal persoonlijk nog aan u uitleggen. Ook al is dit tijdens hetzelfde gesprek of een andere keer persoonlijk met u 1 op 1. Van mij heeft u ook het recht om deze e-mail zo te beantwoorden maar wil ik dus liever een gesprek onder vier ogen.

Tot slot wil ik u ook nog geruststellen dat dit niet meer dan een domme en jeugdige grap was en een beetje stoerdoenerij. Ook wil ik nog een keer sorry omdat ik vernomen dat u hier erg mee zit. Hopelijk kunnen we dit binnenkort bespreken.

Met vriendelijke groet, [naam eiser 3] , [klas]”

2.4.

Op woensdag 1 december 2021 om 8:30 uur heeft [naam 1] op school met [naam eiser 3] gesproken. Tijdens dat gesprek heeft [naam 1] [naam eiser 3] geschorst. [naam eiser 3] is, na kort uitleg te hebben gegeven aan zijn klas, naar huis gegaan. [naam 1] heeft bij brief van 1 december 2021 de ouders geïnformeerd over de schorsing en het voornemen tot verwijdering van [naam eiser 3] en hen uitgenodigd voor een gesprek op vrijdag 3 december 2021. In de brief staat, voor zover op dit moment relevant, het volgende vermeld:

“De reden voor deze schorsing en het voornemen tot verwijdering is dat:

Uw zoon [naam eiser 3] een aanvraag voor een betoging heeft ingediend tegen een docent van het [naam school 1] in [plaatsnaam]. De politie heeft dit serieus genomen en hiervan op dinsdag 30 november jl. melding gemaakt bij de schoolleiding.

Op woensdagmorgen 1 december heeft de heer [naam 1], rector a.i., met [naam eiser 3] een gesprek gehad op school. In dit gesprek heeft [naam eiser 3] aangegeven dat hij een slecht cijfer had en de aanvraag voor de demonstratie omtrent de verdenking van corruptie van de vakdocent, als grap heeft ingediend. Dit gedrag is onacceptabel en heeft een zeer grote impact op het veiligheidsgevoel van het schoolpersoneel en wordt zodanig als zeer intimiderend en bedreigend ervaren”

2.5.

Tijdens het gesprek van 3 december 2021 heeft [naam 1], in het kader van een eventuele heroverweging van het voornemen tot verwijdering van [naam eiser 3] van de school, [naam eiser 3] opgedragen om na te denken over een passende sanctie en over het antwoord op de vraag hoe hij het vertrouwen van de docenten zou kunnen terugwinnen en hoe hij zijn gedrag in de klas aan de orde zou kunnen stellen. Bij e-mail van 5 december 2021 heeft [naam eiser 3] daartoe een voorstel gedaan. Op dat voorstel is door de school niet gereageerd.

2.6.

Bij brief van 7 december 2021 heeft [naam 1] aan de ouders bericht dat [naam eiser 3] per woensdag 8 december 2021 van school werd verwijderd en dat hij terecht kan op een andere aan de VCVO verbonden school. De brief luidt, voor zover relevant, als volgt:

“Bij brief van woensdag 1 december 2021 en tijdens de gesprekken op vrijdagmorgen 3 december 2021, zie de bijlagen, bent u reeds geïnformeerd over de redenen die hebben geleid tot het in gang zetten van de verwijderingsprocedure. Ik heb mijn redenering en duiding van de situatie aan u bekend gemaakt en u heeft de mogelijkheid gehad uw zienswijze naar voren te brengen.

Uw zienswijze kort samengevat inhoudende: U heeft duidelijk gemaakt dat u het voornemen tot verwijdering een te zware straf vindt. Vervolgens hebben we de afspraak gemaakt dat ik het weekend zou gebruiken om een en ander te reflecteren. Ik heb daartoe gesprekken gevoerd met docenten van het [naam school 1] en aan aantal collega rectoren. Dit heeft echter niet tot een ander inzicht geleid.

Alles afwegende, zien wij geen andere mogelijkheid dan het definitief verwijderen van uw zoon [naam eiser 3].”

In de brief heeft [naam 1] de ouders uitgenodigd voor een nieuw gesprek op 8 december 2021, dat ook heeft plaatsgevonden.

2.7.

Bij brief van 13 december 2021 heeft de vader bij het bestuur van de VCVO schriftelijk bezwaar gemaakt tegen het besluit om [naam eiser 3] van school te verwijderen. De mondelinge behandeling van dat bezwaarschrift heeft op 21 december 2021 plaats gevonden. Bij brief van 13 januari 2022 heeft de VCVO het bezwaar van de ouders afgewezen. In de afwijzingsbrief staat, voor zover relevant, het volgende:

Overwegingen

Het bestuur van CVO Rotterdam heeft het besluit van de directie en het bezwaarschrift besproken en beoordeeld en heeft zich laten informeren door zowel directie als [eisers], tijdens het gesprek op 21 december jl.

Het bestuur constateert dat de aanvraag van een demonstratie door [naam eiser 3] bij de gemeente Rotterdam tegen een zogenaamde corrupte docent een daad is geweest om de docent in een kwaad daglicht te zetten en daarmee persoonlijk te beschadigen. Dat [naam eiser 3] - nadat bekend wordt dat de school geïnformeerd is door de politie - contact opneemt met de docent valt te prijzen, maar doet de persoonlijke impact op de docent niet teniet. Ook het feit dat [naam eiser 3] heeft aangegeven de betreffende handeling als grap te hebben bedoeld, doet niets af aan deze impact.

[naam eiser 3] zijn handelen overschrijdt voor de school de grens van het acceptabele. De impact van de handeling van [naam eiser 3] op school is daarenboven door de schoolleiding beoordeeld als structureel schadelijk, niet alleen voor betreffende docent, maar voor het gehele personeel: het gevoel van veiligheid om zonder last te kunnen handelen als docent is beschadigd, evenals de vertrouwensbasis tussen docent en leerling. Dit oordeel is voor de schoolleiding grond geweest om de schorsing van [naam eiser 3] en voornemen tot verwijdering om te zetten tot een definitief besluit tot verwijdering en het voorzien van een plek op een nieuwe school.

Het bestuur constateert verder op grond van de gevoerde gesprekken dat er te weinig ruimte is voor herstel van vertrouwen op korte termijn.

Besluit

Het bestuur concludeert dat de te volgen procedure door de schoolleiding correct is verlopen. Daarnaast beoordeelt het bestuur dat de impact van de handeling van [naam eiser 3] op het veiligheidsgevoel van docenten en op het professioneel vrij kunnen handelen van docenten dusdanig groot is dat er afdoende grond is voor het besluit tot verwijdering. De proportionaliteit van de maatregel om tot verwijdering over te gaan is wat het bestuur betreft adequaat en passend bij de gevolgen van de daad. Deze gevolgen zijn dusdanig ingrijpend dat er onvoldoende basis is om de schoolloopbaan van [naam eiser 3] op het [naam school 1] verder te vervolgen. De verhoudingen zijn dusdanig verstoord dat het bestuur het ook in het belang van de leerling acht om elders een nieuwe en frisse start te maken. Het bestuur besluit daarom om het besluit tot verwijdering in stand te houden en wijst het bezwaar van de ouders af.

Het bestuur beseft ook dat het gevolg van deze maatregel voor [naam eiser 3] en zijn ouders ingrijpend is. Het [naam school 1] heeft gevolg gegeven aan de zorgplicht en een plek voor [naam eiser 3] op het [naam school 2] gevonden, waar hij inmiddels ook verwacht wordt. Het bestuur hoopt dat [naam eiser 3] op zijn nieuwe school zijn schoolloopbaan met succes kan afronden.”

2.8.

Het [naam school 1] kent een draaiboek Incidentenprotocollen en sanctiebeleid (hierna: het draaiboek). Dit draaiboek vermeldt als een van de uitgangspunten voor het opleggen van een sanctie “een redelijke verhouding tussen de zwaarte van de straf en de overtreding.” Het draaiboek somt tien mogelijke sancties op, oplopend in zwaarte, waaronder schorsing van maximaal een week tot – als zwaarste sanctie – “definitieve verwijdering”.

3. Het geschil

4. De beoordeling

5. De beslissing