Home

Rechtbank Rotterdam, 16-11-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:9852, ROT 22/939

Rechtbank Rotterdam, 16-11-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:9852, ROT 22/939

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
16 november 2022
Datum publicatie
17 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2022:9852
Zaaknummer
ROT 22/939

Inhoudsindicatie

Veelprocedeerder. De rechtbank stelt vast dat zij bevoegd is kennis te nemen van het beroep. CWS is een bestuursorgaan. Verder ligt er een aanvraag voor van eiser, want hij heeft daarin uitdrukkelijk vermeld dat hij een beroep doet op de Wob, terwijl dit verzoek met name ziet op de adviezen van CWS. Gelet op eerdere ontheffingen van griffierecht, het eerdere procedeergedrag van eiser en de inzet van deze procedure, ziet de rechtbank aanleiding om te oordelen dat eiser misbruik maakt van recht, zodat hem geen ontheffing van de verplichting tot het betalen van griffierecht wordt verleend en het beroep daarom niet-ontvankelijk is.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 22/939

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2022 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[Naam], te [Plaats], eiser,

en

de Commissie Werkelijke Schade (CWS), verweerder.

Inleiding

Eiser heeft onder vermelding van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) per mailbericht vragen gesteld aan CWS, waarop CWS op 27 januari 2022 per mailbericht heeft geantwoord.

Naar aanleiding van het bezwaar van eiser heeft CWS eiser per mailbericht van 22 februari 2022 (het bericht) te kennen gegeven dat er geen besluit voorligt waartegen bezwaar kan worden gemaakt.

Eiser heeft tegen het bericht beroep ingesteld.

Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht.

Beoordeling

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.

2. De rechtbank stelt vast dat zij bevoegd is kennis te nemen van het beroep. CWS is ingesteld bij het Instellingsbesluit Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade (Stcrt. 2020, 30541). CWS heeft volgens het Instellingsbesluit tot taak Belastingdienst/Toeslagen te adviseren over aanvullende schadevergoeding voor werkelijke schade. CWS is aldus een bestuursorgaan. Verder ligt er een aanvraag voor van eiser, want hij heeft daarin uitdrukkelijk vermeld dat hij een beroep doet op de Wob, terwijl dit verzoek met name ziet op de adviezen van CWS.

3. Gelet op eerdere ontheffingen van griffierecht, het eerdere procedeergedrag van eiser en de inzet van deze procedure, ziet de rechtbank aanleiding om te oordelen dat eiser misbruik maakt van recht, zodat hem geen ontheffing van de verplichting tot het betalen van griffierecht wordt verleend en het beroep daarom niet-ontvankelijk is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat uit het procedeergedrag van eiser is gebleken dat hij ten onrechte meent dat hem (onbeperkt) gelden uit de publieke kas ter beschikking gesteld moeten worden om zijn aanzienlijke reeks procedures te financieren en ook dat hij in de gelegenheid moet worden gesteld om daarover gratis en onbeperkt te procederen bij de bestuursrechter (vgl. ECLI:NL:RBROT:2020:9821 en ECLI:NL:RBROT:2021:9391).

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Rechtsmiddel