Home

Rechtbank Rotterdam, 30-11-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:11114, ROT 20/5496 en ROT 20/5506

Rechtbank Rotterdam, 30-11-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:11114, ROT 20/5496 en ROT 20/5506

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
30 november 2023
Datum publicatie
1 december 2023
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2023:11114
Zaaknummer
ROT 20/5496 en ROT 20/5506

Inhoudsindicatie

Wabo – bouw supermarkt - onlosmakelijke samenhangende activiteiten (o.a. stikstof) - archeologie – welstand – Bouwbesluit - Relativiteit

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zittingsplaats Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummers: ROT 20/5496 en ROT 20/5506

uitspraak van de meervoudige kamer van 30 november 2023 in de zaak tussen

ROT 20/5496

[eiseres 1] ,

de heer en mevrouw [eisers 1],

de heer en mevrouw [eisers 2],

[eiser 1] ,

[eiser 2] ,

de heer en mevrouw [eisers 3] en [eiser 3],

de heer en mevrouw [eisers 4],

de heer en mevrouw [eisers 5],

de heer en mevrouw [eisers 6],

de heer en mevrouw [eisers 7],

de heer en mevrouw [eisers 8],

de heer en mevrouw [eisers 9],

de heer en mevrouw [eisers 10],

allen te [plaats] , hierna gezamenlijk te noemen: eisers,

gemachtigde: mr. R.J.G. Bäcker,

ROT 20/5506

[eiseres 2] , te [plaats] ,

[eiseres 3] h.o.d.n. [handelsnaam], te [plaats] ,

hierna gezamenlijk te noemen: eiseressen,

gemachtigde: mr. D. Nazari,

en

het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee, verweerder,

gemachtigde: mr. D.I. Alblas.

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [vergunninghoudster] te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster, gemachtigden: mr. J.A. Mohuddy en mr. E.P. Euverman.

Inleiding

Bij besluit van 30 maart 2020 (het primaire besluit 1) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten ‘bouwen’ en ‘uitvoeren van een werk/werkzaamheden’ op de locatie [adres 1] te Ouddorp.

Bij afzonderlijke besluiten van 7 september 2020 (de bestreden besluiten 1) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit 1 gedeeltelijk niet-ontvankelijk en voor het overige – met aanvulling van de grondslag – ongegrond verklaard. Het bezwaar van eiseressen tegen het primaire besluit 1 heeft verweerder – met aanvulling van de grondslag – ongegrond verklaard.

Eisers en eiseressen hebben tegen de bestreden besluiten 1 afzonderlijk beroep ingesteld.

Bij besluit van 23 november 2020 (het primaire besluit 2) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit ‘bouwen’ op de locatie [adres 1] te Ouddorp.

Verweerder heeft op 8 december 2020 een verweerschrift ingediend in zaak ROT 20/5506. Op 17 december 2020 heeft verweerder een verweerschrift ingediend in zaak ROT 20/5496. Vergunninghoudster heeft op 28 januari 2021 een reactie op de beroepen ingediend.

Bij afzonderlijke besluiten van 11 februari 2021 (de bestreden besluiten 2) heeft verweerder de bestreden besluiten 1 ingetrokken en met wijziging van de motivering het bezwaar van eisers tegen het primaire besluit 1 gedeeltelijk niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard. Het bezwaar van eiseressen tegen het primaire besluit 1 heeft verweerder met wijziging van de motivering van het primaire besluit 1 ongegrond verklaard.

De beroepen van eisers en eiseressen tegen de bestreden besluiten 1 richten zich, gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), ook tegen de bestreden besluiten 2. Daarnaast hebben eisers en eiseressen bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit 2. Gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Awb richten de beroepen van eisers en eiseressen zich ook tegen het primaire besluit 2.

Bij besluit van 10 mei 2023 (het primaire besluit 3) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit ‘planologisch strijdig gebruik’ op de locatie [adres 1] te Ouddorp.

Op 26 mei 2023 hebben eisers en eiseressen nadere stukken ingebracht. Vergunninghouderster heeft hierop bij brief van 2 juni 2023 gereageerd.

Bij brief van 2 juni 2023 hebben eisers meegedeeld dat eiser [echtgenoot eiseres1] is overleden.

De rechtbank heeft de beroepen op 6 juni 2023 op zitting behandeld. De zaken zijn gevoegd behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers, de gemachtigde van eiseressen, de gemachtigde van verweerder, [persoon A] namens vergunninghoudster en de gemachtigden van vergunninghoudster.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep

BIJLAGE