Rechtbank Rotterdam, 17-02-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1148, ROT 22/233
Rechtbank Rotterdam, 17-02-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1148, ROT 22/233
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 17 februari 2023
- Datum publicatie
- 17 februari 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2023:1148
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2025:873, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- ROT 22/233
Inhoudsindicatie
Omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken van het bestemmingsplan voor het plaatsen van twee windturbines.
Er is eerder een vergunning verleend voor twee kleinere windturbines op dezelfde locatie. Het college mocht de nieuwe aanvraag voor twee grotere windturbines in behandeling nemen.
De windturbines met grotere afmetingen dan het bestemmingsplan toelaat zijn niet in een strijd met een goede ruimtelijke ordening of met het criterium in de planregels dat de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad. Het college mocht uitgaan van de normen voor windturbines uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Volgens de uitgevoerde onderzoeken wordt aan die normen voldaan. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de vergroting van de ashoogte en de wieklengte met enkele meters ten opzichte van het bestemmingsplan tot de door hen gestelde effecten op de windstroming of tot andere relevante effecten leidt. Voor het overige zijn de effecten van de windturbines al bij de vaststelling van het bestemmingsplan beoordeeld.
De afwijkingsbevoegdheid in de planregels kan niet worden gebruikt om een groter vermogen voor de windturbines mogelijk te maken. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit en voorziet zelf in de zaak door het bezwaar gegrond te verklaren en het primaire besluit te herroepen, voor zover daarin in afwijking van het bestemmingsplan een gezamenlijk vermogen van 7,7 MW is vergund. De omgevingsvergunning blijft gelden, maar het gezamenlijke vermogen van de twee windturbines mag maximaal 7 MW zijn.
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/233
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 februari 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [vestigingsplaats] , en anderen, eisers
(gemachtigde: [naam 1] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem (verweerder)
(gemachtigde: mr. T.E.P.A. Lam).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [naam vergunnninghoudster] uit [plaatsnaam] (vergunninghoudster)
(gemachtigde: [naam 2] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van twee windturbines op het bedrijventerrein Groote Haar in Gorinchem.
Met het besluit van 7 juni 2021 heeft het college een omgevingsvergunning voor de twee windturbines verleend aan vergunninghoudster. Met het bestreden besluit van 7 december 2021 op het bezwaar van eisers is het college bij dat besluit gebleven.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Vergunninghoudster heeft ook schriftelijk gereageerd.
Eisers hebben nadere stukken ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 8 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers, [naam 3] en [naam 4] , deskundige, de gemachtigde van het college en [naam 5] en de gemachtigde van vergunninghoudster en [naam 6] .