Home

Rechtbank Rotterdam, 19-04-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4211, 10289255 VZ VERZ 23-584 en 10377472 VZ VERZ 23-2527

Rechtbank Rotterdam, 19-04-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4211, 10289255 VZ VERZ 23-584 en 10377472 VZ VERZ 23-2527

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
19 april 2023
Datum publicatie
30 mei 2023
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2023:4211
Zaaknummer
10289255 VZ VERZ 23-584 en 10377472 VZ VERZ 23-2527

Inhoudsindicatie

Vernietiging proeftijdontslag vanwege strijd met het (opzeg)verbod om onderscheid te maken op basis van politieke gezindheid.

Uitspraak

uitspraak: 19 april 2023

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak met nummer 10289255 VZ VERZ 23-584

[naam01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

verzoeker,

gemachtigde: M.J.P. Meeuwissen,

tegen

Stichting [stichting01] ,

vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,

verweerster,

gemachtigde: mr. [voorletters01] . de Jong,

en

in de zaak met nummer 10377472 VZ VERZ 23-2527

Stichting [stichting01] ,

vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,

verzoekster,

gemachtigde: mr. [voorletters01] . de Jong,

tegen

[naam01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

verweerder,

gemachtigde: M.J.P. Meeuwissen.

Partijen worden hierna ‘ [naam01] ’ en ‘ [stichting01] ’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift van [naam01] ;

- het verweerschrift met voorwaardelijk ontbindingsverzoek van [stichting01] .

1.2.

Op 20 maart 2023 zijn de zaken op een mondelinge behandeling met partijen en hun gemachtigden besproken.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Partijen hebben een arbeidsovereenkomst gesloten waarbij [naam01] (geboren op [geboortedatum01] 1972) per 1 december 2022 in dienst zou treden als medewerker secretariaat. De arbeidsovereenkomst is voor bepaalde tijd (1 jaar) aangegaan, met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging. Het overeengekomen salaris bedroeg € 3.167,66 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.

2.2.

Op 30 november 2022 is [naam01] ontslagen. In de ontslagbrief staat het volgende:

“Morgen, 1 december 2022 zou u in de functie van medewerker Secretariaat

in dienst treden van het [stichting01] . U heeft voor

die functie gesolliciteerd en er hebben twee gesprekken met collega's van

mij plaatsgevonden waarna u door mij een contract is aangeboden.

Naar mij vandaag is gebleken bent u echter niet volledig geweest in het

verstrekken van informatie aan het fonds. U heeft namelijk nagelaten te

vermelden dat u fractiemedewerker bent geweest voor de PVV-fractie in de

gemeenteraad van Rotterdam, meer concreet voor uw partner en PVV gemeenteraadslid

[naam02] . Voorgaande blijkt echter niet uit uw aan

ons gestuurde CV en ook niet uit uw openbare Linkedln profiel. In het

sollicitatiegesprek heeft u dat evenmin verteld toen uw vorige baan en

werkgever ter sprake kwamen.

Ik ben van mening dat u die informatie wel tijdens de sollicitatiefase had

moeten melden. In uw functie bent u tot kort geleden immers (onder

andere) verantwoordelijk geweest voor het formuleren van betogen en het

schrijven van opiniestukken van de heer [naam02] . De inhoud en het doel

van die werkzaamheden laten zich niet verenigen met de waarden en

normen die het [stichting01] nastreeft, en de grote

waarde die zij in dat kader hecht aan een inclusieve organisatiecultuur. De

integriteit van de heer [naam02] is in het verleden bovendien

publiekelijk ter discussie gesteld, waarbij ook uw positie en beloning een rol

speelde. Door voorgaande informatie niet met ons te delen in het

sollicitatieproces, heeft u ons de kans ontnomen daarover een eigen

afweging te maken. Die was in dit geval overigens in uw nadeel uitgevallen.

Hierbij zeg ik daarom uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op.

Dat doe ik met een beroep op de overeengekomen proeftijd in artikel 1.3 1

van de arbeidsovereenkomst.

Dientengevolge zal u morgen geen toegang worden verleend tot het

kantoor van het [stichting01] en dit schrijven is de laatste verplichting

die ik als werkgever jegens u neem.

Ik heb er begrip voor dat dit bericht in negatieve zin overvalt, maar ik zie

geen andere mogelijkheid dan bovengenoemd besluit te nemen.”

2.3.

Op 1 december 2022 is [naam01] samen met zijn partner [naam02] (hierna: [naam02] ) naar [stichting01] gegaan, waar een gesprek met de directeur heeft plaatsgevonden. Het gesprek is door [naam01] en [naam02] opgenomen. In het transcript van dat gesprek staat het volgende:

“SG: Goedemorgen, [naam03] [functie01] [stichting01] .

MM: [naam02] . Mogen we dit gesprek trouwens opnemen.

SG: Nee, dat mag niet.

MM: Zullen we anders vragen of bureau RADAR ook meedoet met dit gesprek want daar hebben wij ook net contact mee gehad.

SG: Nee, ik heb volgens mij gisterenavond een brief gestuurd. Euh, vanochtend ben je nog gebeld door een collega van mij. Voor mij is het duidelijk dat er een aantal feiten over het arbeidsverleden niet in het cv stonden vermeld en ook niet in het gesprek zijn vermeld. En op basis daarvan heb ik gekeken naar de arbeidsovereenkomst waar in een proefperiode ik als werkgever mogelijkheid heb om die per direct te ontbinden. Dat is gebeurd en daarmee heb ik ook besloten dat u geen toegang krijgt tot het Fonds.

MM: U blijft bij dit besluit? Want dit hebben wij wel even opgenomen dan kunnen wij dit gelijk communiceren naar de rest van de wereld. Kijk u kunt het nu nog ongedaan maken.

SG: neen ik blijf bij dit besluit. Dit besluit is genomen.

MM: Okay en ook alles wat u in uw brief heeft staan dat is ook allemaal waar en dat euh. Want u heeft nogal wat opgeschreven namelijk. Maar goed u heeft uw handtekening eronder gezet. Dus u draagt ook de gevolgen, meneer [naam04] .

SG: Ik euh, ik houd het bij deze brief.

MM: Maar jij wil gewoon aan de slag.

MH: Ik wil graag aan de slag. Ja. Vandaag, zoals afgesproken.

MM: Dus bij deze nogmaals, het is nu tien uur en de heer [naam01] zou aan de slag gaan bij u.

MH: Om tien uur dat was afgesproken.

SG: Zoals ik zei, d'r is een besluit genomen. Dat staat in de brief die ik u gisteren heb

gestuurd. [naam05] misschien kan jij even nog aan [naam06] vragen dan krijgt hij ook nog

een brief met de handtekening d'r op die ligt daar. Dan kan ik die direct overhandigen.

MM: Ja, dat is goed. Dan is het ook goed dat we ook met een echte handtekening

hebben staan wat u allemaal stelt in die brief. Want het is nogal wat.

SG: Wil jij die even pakken, [naam05] .

MM: Dus nogmaals, u heeft nu de kans om het ongedaan te maken. Anders zijn, dan

zullen we zien wat er gaat gebeuren.

SG: Dan overhandig ik hierbij ook nog op papier de brief en dan laten wij het hierbij.

MM: Het zal hier niet bij blijven, hier wordt nogal wat in gesteld en dat euh, ik kan u

vertellen dat dit een staartje krijgt. U heeft nu de kans om die brief ongedaan te

maken. Nu nog uw laatste kans.

SG: Ik herhaal voor de derde keer. Ik heb gisteren een besluit genomen. Deze brief

getekend en gestuurd.

MM: Ja.

SG: En daarmee gebruik gemaakt van de mogelijkheid die in de arbeidsovereenkomst staat.

MM: Ja. Nee, maar ook bijvoorbeeld wat over mij, meneer [naam02] , allemaal schrijft. U heeft onderzoek gedaan en u weet wat de gevolgen zijn als dit het daglicht ziet. Allerlei onwaarheden, smaad, laster.

SG: Ik hoef verder op dit moment geen toelichting te geven op deze brief.

MM: Nee, dat hoeft u niet. Okay, tot snel dan, meneer. Dag.

SG: Prettige dag en nogmaals succes met uw verdere carrière.”

3 De verzoeken

3.1.

[naam01] verzoekt de opzegging te vernietigen en hem toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden onder verbeurte van een dwangsom. Hij verzoekt verder (bij wijze van voorlopige voorziening) [stichting01] te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 1 december 2022. Subsidiair, voor het geval de opzegging in stand blijft of alsnog ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt, wordt verzocht [naam01] een vergoeding toe te kennen van

€ 45.000,-.

3.2.

[naam01] stelt zich op het standpunt dat sprake is van een zogenaamd ‘politiek ontslag’; een ontslag dat is ingegeven door de politieke voorkeur van de werknemer. Dat is – kort gezegd – in strijd met een opzegverbod en daarom moet het proeftijdontslag vernietigd worden.

10377472 VZ VERZ 23-2527

3.3.

[stichting01] verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor het geval nu of in de

toekomst blijkt dat deze nog bestaat, op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, zonder dat

daarbij een transitievergoeding of andere vergoeding wordt toegekend.

3.4.

[stichting01] stelt zich op het standpunt dat zij gerechtigd was [naam01] in de proeftijd te ontslaan. Voor het geval dat ontslag geen stand houdt en de arbeidsovereenkomst voortduurt, verzoekt [stichting01] de arbeidsovereenkomst te ontbinden, primair op grond van verwijtbaar handelen (de e-grond) en subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (de g-grond), zonder toekenning van een vergoeding.

4 De beoordeling van het verzoek en het tegenverzoek4.1. Gelet op de samenhang tussen de verzoeken zullen deze gezamenlijk worden beoordeeld. Omdat direct een eindbeslissing wordt gegeven, bestaat geen aanleiding om te beslissen op de gevraagde voorlopige voorziening.

5 De beslissing