Home

Rechtbank Rotterdam, 09-02-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:1118, ROT 23/1372

Rechtbank Rotterdam, 09-02-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:1118, ROT 23/1372

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
9 februari 2024
Datum publicatie
19 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:1118
Zaaknummer
ROT 23/1372

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid omwonenden ondanks te laat aanleveren namen en adressen. Geen concrete aanknopingspunten die zorgen voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de door het college gebruikte rapporten bij totstandkoming van het verkeersbesluit. Het college heeft de nodige kennis vergaard en de belangen afgewogen. Gevolgen verkeersbesluit zijn niet onevenredig nadelig in verhouding tot de met het verkeersbesluit te dienen doelen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zittingsplaats Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 23/1372

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 februari 2024 in de zaak tussen

[eiser] ([afkorting naam eiser]) [eiser] (gezamenlijk: eisers), uit [plaatsnaam],

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht (het college), verweerder,

gemachtigde: mr. D. van de Water.

Inleiding

1. Met het besluit van 22 februari 2022, bekendgemaakt op 24 maart 2022, (het primaire besluit) heeft het college een verkeersbesluit genomen waarbij het inrijverbod voor vrachtverkeer (uitgezonderd bestemmingsverkeer) op de Craijensteijn in Sliedrecht is opgeheven.

1.1.

Met het besluit van 19 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.

1.2.

[eiser] heeft, mede namens andere omwonenden, beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft gereageerd op het beroepschrift met een verweerschrift.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 1 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [eiser], [naam 1] (omwonende), [naam 2] (omwonende), de gemachtigde van het college en mr. C.W.M. Berendsen (werkzaam bij het college).

Totstandkoming van het besluit

2. Op 22 februari 2022 heeft het college besloten tot het opheffen van het inrijverbod voor vrachtverkeer (uitgezonderd bestemmingsverkeer) op de Craijensteijn in Sliedrecht na herinrichting van deze straat en de aanleg van het vrij liggende fietspad (het project ‘Veilige fietsverbinding Craijensteijn’).

2.1.

Met het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eisers ongegrond verklaard. Ter onderbouwing van het bestreden besluit heeft het college het volgende opgemerkt. Het college heeft een ruime beoordelingsmarge bij het nemen van verkeersbesluiten. De absolute noodzaak van het verkeersbesluit hoeft niet te worden aangetoond. De belangen van eisers zijn afgewogen tegen de belangen die gediend zijn met het verkeersbesluit. De belangen van eisers zijn niet onevenredig geschaad en wegen niet op tegen de belangen van het verkeersbesluit. Het verkeersbesluit is genomen met het oog op een goede doorstroming en herverdeling van het verkeer in de hele gemeente Sliedrecht. Het bezwaar van eisers dat gerekend is met een onjuist aantal voertuigen mist feitelijke grondslag. Het akoestisch onderzoek is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen, de resultaten zijn inzichtelijk en de conclusies sluiten logisch aan op de resultaten. Het akoestisch onderzoek kan daarom ten grondslag worden gelegd aan de conclusie dat geen sprake is van een reconstructie als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidshinder. De trillingshinder ontstaat met name wanneer de maximumsnelheid wordt overschreden. Dit aspect is wel bij de belangenafweging meegewogen en staat het verkeersbesluit niet in de weg.

Het beroep van eisers

De wet

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep