Rechtbank Rotterdam, 21-03-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:2492, 10923941 VV EXPL 24-68
Rechtbank Rotterdam, 21-03-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:2492, 10923941 VV EXPL 24-68
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 21 maart 2024
- Datum publicatie
- 11 april 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2024:2492
- Zaaknummer
- 10923941 VV EXPL 24-68
Inhoudsindicatie
Kort geding. Arbeidsrecht. Loonvordering tijdens ziekte. De werkgever heeft loonopschorting of loonstop ten onrechte toegepast, want hij heeft daar niet voor gewaarschuwd.
Uitspraak
locatie Rotterdam
zaaknummer: 10923941 VV EXPL 24-68
datum uitspraak: 21 maart 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres] ,
woonplaats: [plaatsnaam 1],
eiseres,
gemachtigde: mr. L.J. Witvliet,
tegen
[gedaagde] , die handelt onder de naam [handelsnaam],
woonplaats: [plaatsnaam 2],
gedaagde,
gemachtigde: [naam].
De partijen worden hierna ‘[eiseres]’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.
1 De procedure
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- -
-
de dagvaarding van 15 februari 2024, met bijlagen;
- -
-
de conclusie van antwoord, met bijlagen;
- -
-
de brief van 29 februari 2024 van [eiseres], met bijlagen.
Op 5 maart 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken.
2 De feiten
[eiseres] is sinds 24 januari 2022 bij [gedaagde] in dienst. De functie van [eiseres] is kassamedewerkster en e-commerce- en bezorgmedewerkster met een salaris van € 1.620,48 bruto per vier weken op basis van een 32-urige werkweek.
Op de arbeidsovereenkomst tussen partijen is de cao voor het Levensmiddelenbedrijf (hierna: de cao) van toepassing.
[eiseres] is sinds 3 november 2022 ziekgemeld bij [gedaagde] en is sindsdien niet teruggekeerd in de eigen functie.
Op 12 december 2023 is een rapport opgesteld van een arbeidsdeskundig onderzoek. Daarin staat het volgende:
“(…)
6 Advies/Plan van aanpak
- -
-
Werknemer is momenteel niet geschikt voor het eigen werk;
- -
-
Een advies ten aanzien van een werkhervatting in het eigen werk kan nog niet worden gegeven;
- -
-
Werkgever heeft mogelijk wel tijdelijk passende taken voor werknemer;
- -
-
Werkgever heeft geen structureel ander passend werk voorhanden;
- -
-
Geadviseerd wordt onderzoek te doen naar de mogelijkheden in ander passend werk, bij voorkeur middels inschakeling van een reïntegratiebedrijf (2e spoor);
- -
-
De werkgever wordt geadviseerd met de casemanager de inhoud van het in te zetten re-integratietraject af te stemmen;
- -
-
De komende tijd dienen de normale acties in het kader van de wet verbetering poortwachter gevolgd en uitgevoerd te worden zoals verslaglegging, contacten met de arbodienst e.d.;
- -
-
Indien een van beide partijen het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts, dan wel de uitkomst van dit arbeidsdeskundige onderzoek kan bij het UWV een Deskundigenoordeel (DO) aangevraagd worden (second opinion). De aanvraagformulieren zijn te downloaden van de website van het UWV (www.uwv.nl);
(…)”
Op 31 december 2023 hebben [eiseres] en [gedaagde] met elkaar afgesproken dat zij vanaf 2 januari 2024 lichte aangepaste werkzaamheden zou gaan uitvoeren voor een aantal uur per dag.
[eiseres] is op 2 januari 2024 en ook daarna niet aan het werk gegaan. Op 2 januari 2024 heeft zij het volgende bericht aan [gedaagde]:
“Goedemorgen [gedaagde], Ik ben iets te laat met berichten, maar ik voel me echt nog niet in staat te komen werken. Wanneer ik dat wel zo voel weet ik niet. Ik zal vandaag ook contact opnemen met de arbo-arts”
Op 10 januari 2024 heeft [gedaagde] het volgende geschreven aan [eiseres]:
“Hierbij deel ik u officieel mede dat ik de uitbetaling van uw salaris over periode 13 welke normaliter wordt uitbetaald op woensdag 10 januari 2024 op zal schorten. Dit houdt in dat ik geen salaris zal overmaken naar het gebruikelijke rekeningnummer. Reden hiervan is het stelselmatig niet mee werken aan de re-integratie. In de wet Poortwachter staat hierover het volgende:
4.4.2.1 Werknemer werkt niet mee
Mocht de werknemer medewerking weigeren, dan wordt van de werkgever verwacht dat hij de benodigde prikkelende maatregelen treft om de werknemer tot medewerking te stimuleren.
Als prikkelende maatregelen gelden hierbij bijvoorbeeld het aanspreken van de werknemer, schriftelijk vastleggen, officieel berispen, opschorten en/of inhouden van loon.”
[gedaagde] heeft op 27 februari 2024 een loonbetaling aan [eiseres] gedaan van
€ 1.962,22 (netto) met de omschrijving “Periode 13 2023 Periode 1 tm 10-01-2024”.
In het kader van een loonbeslag van het CAK diende [gedaagde] gedurende een periode een deel van het loon van [eiseres] in te houden op het loon van [eiseres] en af te dragen aan het CAK.