Home

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:4964, 10913384 \ VZ VERZ 24-25

Rechtbank Rotterdam, 17-05-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:4964, 10913384 \ VZ VERZ 24-25

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
17 mei 2024
Datum publicatie
7 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:4964
Zaaknummer
10913384 \ VZ VERZ 24-25

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Erflaatster heeft in haar testament haar zes kleinkinderen tot erfgenamen benoemd. Eén kleindochter kan de executeur niet bereiken, omdat er geen geboortedatum, geboorteplaats, achternaam of adres bekend is. Vader van kleindochter reageert ook niet. Executeur vraagt of zij nu uit moet gaan van vijf of zes erfgenamen. Verzoek afgewezen, omdat de kantonrechter op grond van artikel 4:210 lid 1 BW alleen bevoegd is aanwijzingen te geven aan een vereffenaar en niet aan een executeur. Executeur moet nalatenschap afwikkelen conform de wet en overgaan tot verdeling van de nalatenschap en het afstaan van het erfdeel van de onbereikbare erfgenaam aan de Staat.

Uitspraak

Locatie Dordrecht

zaaknummer: 10913384 \ VZ VERZ 24-25

datum uitspraak: 17 mei 2024

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van

[verzoekster] ,

in de hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [naam 1],

vestigingsplaats: [woonplaats],

verzoekster,

die zelf procedeert.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

-

het verzoekschrift, ontvangen op 2 februari 2024, met bijlagen;

-

de brief van D. van Drunen van 20 maart 2024.

2 De beoordeling

2.1.

Op [datum] is in [plaats] overleden de [naam 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats 1] (hierna: de overledene). De laatste woonplaats van de overledene was [plaats].

2.2.

De overledene heeft bij testament van 19 september 2018, dat is gewijzigd/aangevuld op 5 maart 2020 en 11 februari 2022, over haar nalatenschap beschikt. De overledene heeft in haar testament verzoekster tot executeur benoemd, die deze benoeming heeft aanvaard. Uit de aanvulling van het testament van 11 februari 2022 testament volgt daarnaast, voor zover hier van belang, het volgende:

Artikel 7

Voor het geval ik overlijd, ongehuwd en zonder partner met wie ik een geregistreerd partnerschap ben aangegaan, benoem ik tot mijn enige erfgenamen:

1. mijn kleinzoon [naam 2], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 1], zoon van mijn dochter [naam 3] voor het zestien/honderdste (16/100) aandeel in mijn nalatenschap;

2. kleinzoon [naam 4], geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 2], zoon van mijn dochter [naam 3]; voor het twintig/honderdste (20/100) aandeel in mijn nalatenschap;

3. kleinzoon [naam 5], geboren te [geboorteplaats 4] op [geboortedatum 3], zoon van mijn dochter [naam 6]; voor het zestien/honderdste (16/100) aandeel in mijn nalatenschap;

4. mijn kleinzoon [naam 7], geboren te [geboorteplaats 5] op [geboortedatum 4], zoon van mijn dochter [naam 6]; voor het zestien/honderdste (16/100) aandeel in mijn nalatenschap;

5. mijn kleinzoon [naam 8], geboren te [geboorteplaats 6] op [geboortedatum 5], zoon van mijn zoon [naam 9]; voor het zestien/honderdste (16/100) aandeel in mijn nalatenschap;

6. mijn kleindochter [naam 10], dochter van mijn zoon [naam 9]; het zestien/honderdste (16/100) aandeel in mijn nalatenschap.”

2.3.

De onder 1 tot en met 5 genoemde erfgenamen hebben de nalatenschap van erflaatster beneficiair aanvaard.

2.4.

Verzoekster vraagt om uitspraak te doen over het aantal, vijf of zes, erfgenamen dat de overledene heeft door middel van een verklaring van recht.

2.5.

Verzoekster legt hieraan ten grondslag dat zij de onder 6 van het testament genoemde erfgenaam, [naam 10], niet kan bereiken, omdat geen geboortedatum of -plaats, achternaam of adres bekend zijn. Het enige wat bekend is, is dat [naam 10] misschien geboren is in maart 2012 en dat zij de dochter is van [naam 9]. [naam 9] reageert echter niet op vragen van verzoekster.

2.6.

De kantonrechter begrijpt uit de wijze waarop verzoekster het verzoek heeft ingestoken dat zij een aanwijzing wil hebben over de wijze waarop zij verder moet om de nalatenschap van de overledene af te wikkelen, omdat het voor haar onduidelijk is of ze uit moet gaan van vijf of zes erfgenamen. De kantonrechter merkt het verzoek daarom aan als een aanwijzing als bedoeld in artikel 4:210 lid 1 BW.

2.7.

Dit verzoek wordt afgewezen. Verzoekster stelt dat zij executeur is in de nalatenschap van de overledene. Op grond van artikel 4:210 lid 1 BW is de kantonrechter alleen bevoegd aanwijzingen te geven aan vereffenaars, wat verzoekster niet is.

2.8.

Ten overvloede merkt de kantonrechter het volgende op. Het is de taak van de executeur om de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen. In artikel 4:150 lid 1 BW is bepaald dat de executeur die zijn taak heeft volbracht, bevoegd is zijn beheer te beëindigen door de goederen van de nalatenschap ter beschikking van de erfgenamen te stellen. In het vierde lid van dat artikel is vervolgens bepaald dat indien niet alle erfgenamen bekend zijn – wat hier het geval is – de artikelen 4:225 en 4:226 BW van overeenkomstige toepassing zijn. Op grond van artikel 4:225 BW dient de executeur de erfgenamen door oproepingen in dagbladen of andere doelmatige middelen op te sporen. Indien het de executeur niet lukt alle erfgenamen op te sporen, draagt de executeur zelf zorg dat de nalatenschap eerst wordt verdeeld (artikel 4:226 lid 2 BW). De executeur zal daarbij de rechtbank moeten verzoeken om een onzijdig persoon te benoemen ter vertegenwoordiging van de onbereikbare erfgenaam bij de verdeling. De executeur geeft daarna wat is toegedeeld aan de onbereikbare erfgenaam af aan de Staat (artikel 4:226 lid 2 BW) en de rest aan de wel bekende erfgenamen.

2.9.

Nu het verzoekster niet lukt om [naam 10] te bereiken en het de griffier ook niet gelukt is om meer contactgegevens van [naam 10] te achterhalen bij de vader en mogelijke (half)broer van [naam 10], ligt het dus op de weg van verzoekster om tot verdeling over te gaan en daarna het erfdeel wat [naam 10] toekomt af te staan aan de Staat.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken.

31688