Rechtbank Rotterdam, 25-01-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:604, ROT 23/212 en ROT 23/229
Rechtbank Rotterdam, 25-01-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:604, ROT 23/212 en ROT 23/229
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 25 januari 2024
- Datum publicatie
- 1 februari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2024:604
- Zaaknummer
- ROT 23/212 en ROT 23/229
Inhoudsindicatie
Beroepen tegen het Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden vanwege aanwezige waarden zijn ongegrond.
Bij een aanwijzingsbesluit voor een Natura 2000-gebied mogen alleen overwegingen van ecologische aard worden betrokken. Er mag geen rekening worden gehouden met o.a. economische en sociale belangen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Habitatrichtlijn. De agrarische bedrijfsbelangen van eisers kunnen daarom geen reden zijn om af te zien van de toevoeging van habitattypen of soorten.
Alle habitattypen en soorten die in meer dan verwaarloosbare mate voorkomen in een Natura 2000-gebied moeten worden aangewezen. Dat geldt ook voor habitattypen die niet direct tot de selectie van de gebieden hebben geleid, maar die wel in die gebieden voorkomen.
Om vast te stellen welke habitattypen en soorten op de peildatum aanwezig waren in de Natura 2000-gebieden, kon de minister zich baseren op de habitattypenkaarten van de provincie Zuid-Holland en een aanvullend rapport en op het rapport van de Vlinderstichting. De beroepsgronden geven geen aanleiding voor een ander oordeel hierover m.b.t. een aantal specifiek genoemde habitattypen in de gebieden “Voornes Duin” en Grevelingen”.
Schade die de bever veroorzaakt aan waterkeringen kan geen rol spelen in de beslissing om deze soort al dan niet aan het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied “Haringvliet” toe te voegen. De aanwijzing vormt geen extra belemmering voor maatregelen tegen schade door de bever en er zijn op grond van de Wnb mogelijkheden om in te grijpen en een ontheffing te verlenen als dat noodzakelijk is voor de veiligheid.
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 23/212 en ROT 23/229
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaken tussen
1. [eiseres] uit [plaatsnaam 1], eiseres 1 (zaak nr. 23/212)
(gemachtigde: [naam 1]),
2. [eiser 1] uit [plaatsnaam 2], [eiser 2], uit [plaatsnaam 3], en [eiser 3], uit [plaatsnaam 4], eisers 2 (zaak nr. 23/229)(gemachtigde: mr. J.T.A.M. van Mierlo)
en
de minister voor Natuur en Stikstof (de minister)
(gemachtigde: mr. R.H.M. Sipman).
Inleiding
Met het bestreden besluit van 22 november 2022 heeft de minister het Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden vanwege aanwezige waarden (het wijzigingsbesluit) vastgesteld. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld.
De formeel bevoegde rechtbank, de rechtbank Gelderland, heeft deze rechtbank, na overleg met de andere rechtbanken, op proceseconomische gronden gevraagd de zaken die betrekking hebben op de Natura 2000-gebieden die in het arrondissement van de rechtbank Rotterdam liggen te behandelen, omdat hier de beroepen zijn ingesteld. Deze rechtbank heeft hiermee ingestemd en heeft dat bij brief van 6 april 2023 aan partijen medegedeeld.
De minister heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 7 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres 1 en I. [naam 1], de gemachtigde van eisers 2 en [naam 2], [naam 3], [naam 4] en
[naam 5], en de gemachtigde van de minister en [naam 6].