Home

Rechtbank Rotterdam, 26-07-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6997, C/10/682990 / KG ZA 24-722

Rechtbank Rotterdam, 26-07-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6997, C/10/682990 / KG ZA 24-722

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
26 juli 2024
Datum publicatie
31 juli 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:6997
Zaaknummer
C/10/682990 / KG ZA 24-722

Inhoudsindicatie

Kort geding. Uit solidariteit met bemanning hebben dokwerkers lossingswerkzaamheden schip neergelegd. Reder vordert dat vakbonden en eigenaar bulkterminal bewerkstelligen dat de lossing wordt hervat. Afwijzing. Gaat om een spontane solidariteitsactie die onder de stakingsregels van het ESH (artikel 6 aanhef en onder 4) valt. Evenmin sprake van misbruik van een machtspositie door de vakbonden. Belangenafweging leidt niet tot ander oordeel.

Uitspraak

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/682990 / KG ZA 24-722

Vonnis in kort geding van 26 juli 2024

in de zaak van

de rechtspersoon naar vreemd recht

LIBERTY SHIPHOLDING INC.,

gevestigd te Ajuro, Marshall Eilanden,

eiseres,

advocaat: mr. R.A.D. Blaauw te Rotterdam,

tegen

1. de stichting

STICHTING ITF THE NETHERLANDS FLAG OF CONVENIENCE OFFICE,

gevestigd te Rotterdam,

2. de rechtspersoon naar vreemd recht

INTERNATIONAL TRANSPORT WORKERS’ FEDERATION,

gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,

3. de vereniging

FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,

gevestigd te Utrecht,

gedaagden,

advocaten: mrs. R.J. Wybenga en M. Hofman te Rotterdam,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ARCHER DANIELS MIDLAND EUROPOORT B.V.,

gevestigd te Rotterdam (Europoort),

gedaagde,

advocaten: mrs. V.R. Pool, M. Broekhuisen en A.J. Nagtegaal te Rotterdam,

5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

EUROPEAN BULK SERVICES (E.B.S.) B.V.,

gevestigd te Rotterdam (Europoort),

gedaagde,

advocaat: mr. H.B. de Hek te Den Haag.

Partijen worden hierna Liberty, ITF NL, ITF, FNV Havens, ADM en EBS genoemd.

ITF NL, ITF en FNV Havens worden hierna gezamenlijk de bonden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende stukken:

-

de dagvaardingen van 22 juli 2024, met producties 1 tot en met 18,

-

de conclusie van antwoord van de bonden, met producties 1 tot en met 16,

-

de nieuwe versie van productie 16 en de aanvullende productie 19 van Liberty,

-

de aanvullende producties 17 en 18 van de bonden,

-

de pleitnota van mr. Blaauw,

-

de pleitnotities van mr. Wybenga,

-

de spreekaantekeningen van mr. Pool,

-

de pleitnota van mr. de Hek, met een productie.

1.2.

Mr. Blaauw heeft ter zitting een deel (B3.1.11) van de guidelines van de Maritime Labour Convention (MLC) en een vergelijking van de in de ISU CBA en de ITF CBA opgenomen lonen van de bemanning overgelegd (deel van productie 16).

1.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juli 2024. Vanwege het belang van een goede rechtspleging heeft de rechter de deuren tweemaal gesloten.

2 De feiten

2.1.

Liberty is de reder (owner) van de bulkcarrier [naam schip] (hierna: het schip). Het schip vaart onder de vlag van de Marshall Eilanden.

2.2.

ITF is een internationale vakbondsfederatie, die in internationale context onder meer de belangen behartigt van bij haar aangesloten (lokale) vakbonden voor zeevarenden en havenwerkers (de ITF affiliates), zoals FNV Havens.

2.3.

Op grond van een tijdbevrachtingsovereenkomst van 2 april 2023 (conform het NYPE time charter form 1946) heeft het schip 47.953 metrische ton Brazilian Yellow Soybeans Crop 2024 (hierna: de soja) vervoerd van Itacoatiara, Brazilië, naar Rotterdam. De tijdbevrachtingsovereenkomst bevat een bepaling over de arbeidsvoorwaarden van de bemanningsleden (zie hierna in 4.5.).

2.4.

Op 21 juni 2024 is het schip in het ankergebied voor de haven van Rotterdam komen te liggen. Op 4 juli 2024 is het schip bij de bulkterminal van ADM aangekomen. Daar zijn dokwerkers van ADM begonnen met het lossen van het schip.

2.5.

Op 5 juli 2024 heeft ITF-inspecteur [persoon A] het schip bezocht voor een inspectie. Daarbij heeft hij inzage gehad in stukken aangaande de bemanning, bemanningsleden gesproken en de voorraden gecontroleerd. [persoon A] heeft vervolgens geconstateerd dat aan boord geen Collective Bargaining Agreement (CBA) met ITF van toepassing was, dat er onvoldoende drinkwater, vers fruit en verse groente aanwezig was en dat de bemanning geen gratis toegang tot internet had. Bij e-mail van dezelfde dag, die in kopie aan onder meer FNV Havens en ADM is gezonden, heeft [persoon A] zijn bevindingen met Liberty gedeeld en Liberty geadviseerd om onder meer voor ITF coverage zorg te dragen.

2.6.

Op 11 juli 2024 heeft [persoon A] het schip opnieuw bezocht, ditmaal met twee vertegenwoordigers van FNV Havens, één van ADM en één van EBS. Zij hebben het standpunt ingenomen dat Liberty het advies van [persoon A] direct diende op te volgen.

2.7.

Op 11 juli 2024 om 03:00 uur hebben dokwerkers van ADM uit solidariteit met de bemanningsleden van het schip de lossing gestaakt.

2.8.

Op 12 juli 2024 heeft Liberty met International Seafarers’ Union (ISU) een CBA gesloten (hierna: de ISU CBA). Bij e-mails van 15 en 16 juli 2024 heeft ISU aan FNV Havens een certificaat gezonden waaruit zou blijken dat de ISU CBA een “bona fide trade union agreement” is, alsook een vergelijking tussen de lonen in de ISU CBA en de standaard ITF CBA. De e-mails zijn in kopie aan ITF NL, ITF en ADM gezonden.

2.9.

Op 16 juli 2024 heeft het schip de instructie ontvangen om plaats te maken voor een ander schip, waarna het schip buitengaats voor anker is gaan liggen. Aan boord van het schip bevindt zich op dit moment nog ongeveer een derde deel van de lading.

2.10.

Bij e-mails van 18 en 19 juli 2024 heeft mr. Blaauw de bonden, ADM en EBS gesommeerd om ervoor te zorgen dat de staking/boycot wordt beëindigd, zodat de lossing van het resterende deel van de lading kan worden hervat.

3 Het geschil

3.1.

Liberty vordert, verkort weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

  1. ITF NL en ITF onder oplegging van een dwangsom veroordeelt om binnen twee uur na betekening van het vonnis de ISU CBA goed te keuren en bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de goedkeuring van ITF NL en ITF van die CBA,

  2. gedaagden onder oplegging van een dwangsom hoofdelijk veroordeelt om alles te doen en niets na te laten (waaronder het beëindigen van de boycot, het instrueren en communiceren van de medewerkers en leden dat gelost behoort te worden, het onthouden van advies dat niet gelost wordt of dat medewerkers of leden dit zelf moeten weten) en al het overige dat ter zake dienstig is (waaronder het beschikbaar stellen van materiaal, middelen, kade en personeel en het ontvangen van de lading van het schip), opdat het schip zonder verdere vertraging en onverwijld wordt gelost en binnen drie dagen na betekening van het vonnis is gelost,

  3. gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de kosten, waaronder de nakosten.

3.2.

Gedaagden voeren verweer en concluderen, samengevat, tot afwijzing van de vorderingen en veroordeling van Liberty in de kosten.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing